Met stijgende verbazing heb ik de conceptprofielen voor de nieuwe rector en nieuwe collegevoorzitter van de UvA gelezen. Naast voor de hand liggende profielfrases waar niemand bezwaar tegen zal hebben lees ik zinsneden als: ‘de UvA en HvA zoeken … een democratisch bestuurder’, ‘hij/zij toont democratisch leiderschap en (h)erkent de voordelen van een decentraal gestuurde organisatie’, ‘De komende bestuursperiode zal zich kenmerken door verdere democratisering’ en ‘Hij/zij heeft overleg met de medezeggenschap, waarbij democratisering voorop staat.’
Dit is verbazingwekkend omdat hiermee de uitkomsten van de nog niet eens opgerichte commissie Democratisering en Decentralisering al vast lijken te staan. Bij mijn weten zouden de adviezen van die commissie eerst nog aan de academische gemeenschap voorgelegd worden. Maar de Raad van Toezicht (RvT) loopt hier nog harder dan de actiegroepen zelf. Zij wil nu al een democratisch bestuurder!
Nu is het natuurlijk niet geheel duidelijk wat een democratisch bestuurder precies is. Is onze huidige zeer gewaardeerde rector wel een democratisch bestuurder? Is een democratisch bestuurder niet per definitie een gekozen bestuurder? Of is elke door de RvT benoemde, en dus door een democratisch gekozen minister gesteunde kandidaat, een democratische bestuurder? Vooralsnog neem ik maar aan dat we de oproep tot verdere democratisering in het conceptprofiel van de RvT als een serieuze oproep tot een democratisch besturingsmodel aan de UvA moeten zien.
Regeringsbeleid
Dit is ronduit opmerkelijk omdat de RvT, benoemd door de democratisch gekozen minister, zich toch aan de wet op het hoger onderwijsVoluit de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek heeft te houden. In deze wet wordt expliciet niet voor een democratisch model gekozen. De minister heeft onlangs nog met steun van de Tweede Kamer deze bestuursstructuur bevestigd en expliciet in Folia gesteld zich niets aan te trekken van de actievoerders in Amsterdam, die volgens haar maar een kleine minderheid uitmaken van de Nederlandse academische gemeenschap.
Stel nu dat ik rector wil worden, maar achter het officiële regeringsbeleid sta als het gaat om de bestuurlijke inrichting van de UvA. Met de wet in de hand word ik dan naar de uitgang verwezen. Ik moet lippendienst bewijzen aan de agenda van de verzamelde actiegroepen, anders pas ik niet in het profiel.
Waarom val ik nu zo over die democratie? Wie is er nu tegen democratie? Mijn eerste bezwaar is dat de oorzaak van de bezettingen en blokkades in het afgelopen jaar lag bij de bezuinigingen bij sommige opleidingen van de geesteswetenschappen. Die zijn noodzakelijk en alleen te voorkomen als andere opleidingen binnen geesteswetenschappen of binnen andere faculteiten willen inleveren. Ook de meeste actievoerders vinden dat geen goed idee dus richtte men de pijlen op vastgoed, rendementsdenken en democratisering. Het enige vastgoedplan waar nog wat te halen valt is de nieuwe bibliotheek van de geesteswetenschappen. Daar hoor ik opvallend weinig over. Over serieuze alternatieven voor het rendementsdenken is het ook stil. En hoe democratisering de financiële problemen van de kleine letterenstudies gaat oplossen is me geheel onduidelijk. Behalve dan dat er waarschijnlijk een meerderheid voor het afschaffen van de kleine studies bestaat, maar dat zal wel niet de oplossing zijn die gewenst wordt.
Mijn tweede bezwaar is dat medewerkers van de UvA en haar studenten geen principieel recht op democratie hebben. De UvA is van alle Nederlanders die ons een half miljard per jaar geven om goed onderwijs te geven en goed onderzoek te doen. Wij kunnen niet democratisch beslissen over de besteding van deze gelden want ze zijn niet van ons. Als wij zelfbeschikking willen dan zullen we een eigen universiteit moeten starten. Dat wij geen principieel recht op democratie hebben impliceert niet dat het in de praktijk toch een goed besturingsmodel zou kunnen zijn.
De eerdere democratische periode aan de UvA was echter geen succes. Onder het huidige systeem gaat er veel meer tijd naar de primaire processen, is het onderwijs beter en zijn de onderzoeksprestaties zonder meer goed. Ook is de tevredenheid volgens de medewerkersmonitor acceptabel. Tot slot ontbreekt er een serieus voorstel tot democratisering. Willen we echt verkiezingen voor de rector? In Engeland is de bekende democratische bestuurder John Cleese al eens tot rector gekozen.
Echte verbeteringen
Mijn derde bezwaar is dat we ondertussen niet toekomen aan echte verbeteringen van de UvA. De inhoudelijke gesprekken over onderwijsvernieuwing, de herinrichting van opleidingen, een andere financieringssystematiek, betere medezeggenschap en betere onderzoeksmethoden krijgen onvoldoende aandacht.
Deze conceptprofielen sluiten kandidaten uit die achter het huidige ‘ondemocratische’ besturingsmodel staan. Aangezien dit model onlangs nog bevestigd is door de minister, en wel een echte democratische basis heeft, is dit opmerkelijk. Het is ook opmerkelijk dat de RvT hiermee vooruit loopt op de adviezen van een commissie die nog niet eens is opgericht. Ik weet dat een groot deel van de academische gemeenschap de actiegroepen niet steunt en groot belang stelt in een goede keuze van de volgende rector en collegevoorzitter. Ik hoop dat de RvT daar in de definitieve versie van de profielschets rekening mee houdt.
Han van der Maas is hoogleraar psychologie aan de UvA.
Folia neemt deze week in het blad een schot voor de boeg en legt haar oor bij de academische gemeenschap te luister over wie de nieuwe collegevoorzitter moet worden.