Er heerst een een democratisch misverstand aan de UvA. Dat stelt hoogleraar Han van der Maas. 'Er zijn twee redenen om tegen democratisch gekozen bestuurders aan een universiteit te zijn.'
'Ten eerste. Democratie is een bestuursvorm voor het geval dat men gezamenlijk ergens eigenaar van is. Dat geldt voor een land, of bijvoorbeeld voor een bedrijf waar aandeelhouders stemrecht hebben. Maar de UvA is helemaal niet van haar werknemers of haar studenten. De UvA is van alle Nederlanders. De UvA krijgt honderden miljoenen belastinggeld per jaar en haar werknemers moeten gewoon hun werk doen: goed onderzoek uitvoeren en goed onderwijs geven. De universiteit is geen bedrijf maar wel een overheidsinstelling. Ook de belastingdienst wordt niet democratisch geleid. De werknemers kiezen niet de directeur, en besluiten niet over de belastingregels. Er is eigenlijk geen principieel verschil tussen de UvA en de belastingdienst.'
'Democratie aan de UvA is daarom geen doel op zich. Dat is een belangrijk punt. Werknemers van de UvA hebben geen recht op democratie. Op zijn best is democratie een middel. Misschien leidt democratie tot beter onderwijs en onderzoek. Maar juist sinds de afschaffing van democratie aan de universiteiten is er veel verbeterd in het onderzoek en onderwijs aan de UvA. Die samenhang kan natuurlijk ook toevallig zijn. Bovendien kent de huidige bestuursstructuur ook nadelen en moeten goede alternatieven altijd bespreekbaar zijn.'
'Daarmee komen we bij de tweede reden. De oproep tot meer democratie wordt niet vergezeld door goed doordachte voorstellen over hoe de democratische structuur eruit moet zien. De SP, in haar nota ‘Van topdown rendementsdenken naar inspraak en kwaliteit’, wil dat alle bestuurders op alle niveaus democratisch gekozen worden door staf en studenten, die dan weer gecontroleerd worden door ook weer democratisch gekozen medezeggenschapsraden die veel meer macht dat nu moeten krijgen. Zo’n overkill aan democratie is onwerkbaar.'
'De universitaire democraten moeten met betere plannen komen. Hoe precies willen zij de democratie realiseren? Wie kunnen zich kandidaat stellen? Hoe groot wordt de stem van de studenten? En welke lessen heeft men uit het verleden geleerd? Wat als studenten populaire docenten tot hoogleraren willen benoemen? Wat als het democratisch gekozen bestuur iets anders wil dan de minister? Wat als het onderwijs en onderzoek lijden onder een enorme toename in bijeenkomsten, vergaderingen en bijbehorende conflicten? Dat is geen doemdenkerij, dat is onze democratische geschiedenis.'
'Zijn de problemen aan de UvA nu echt zo groot dat we dit soort ongewisse experimenten moeten uitvoeren? Het antwoord ligt voor de hand. De UvA functioneert redelijk goed. Met de middelen die Nederland wil reserveren voor de UvA realiseert zij onderwijs en onderzoek van gemiddeld tot zeer hoog niveau. Met optimalisaties van de huidige structuur en verbeteringen van de medezeggenschap en inspraak valt nog zeker een en ander te winnen. Er is geen principiële grondslag voor de universitaire democratie, praktisch gezien ontbreken goede plannen en de verwachte opbrengsten zijn negatief.'
Han van der Maas is hoogleraar Psychologische Methodeleer aan de UvA.