Woningnood, zorg, migratie: het klimaat komt nauwelijks ter sprake in de verkiezingscampagnes van de politieke partijen. Overmacht of strategie? ‘Het klimaat polariseert in het publieke debat, en dat helpt niemand verder.’
In 2021 speelde het klimaat nog een prominente rol in de campagnes van de Nederlandse politieke partijen. De verkiezingsprogramma’s logen er niet om: VVD, CDA, PvdA en ChristenUnie wilden de uitstoot van broeikasgassen (ten opzichte van 1990) nog met 55 procent terugdringen in 2030, D66 en GroenLinks stelden zelfs een 60 procent reductie voor.
Die doelen blijken inmiddels onhaalbaar geworden. Het Planbureau voor de Leefomgeving berekende onlangs dat de kans dat Nederland het wettelijke klimaatdoel van 55 procent reductie CO2 in 2030 haalt heel erg klein is. Toch is er geen enkel politiek leider die daarvoor de noodklok luidt. Waarom gaat het deze verkiezingen niet over het klimaat en is dat erg?
Ook wetenschappers zien de klimaatcrisis in de verkiezingsstrijd naar de achtergrond verdwijnen. Scientists for Future, een coalitie van bezorgde wetenschappers, roept politieke leiders daarom op in een brief om klimaatverandering komende week bovenaan de agenda te zetten. Meer dan 160 wetenschappers ondertekenden de brief.
In de brief dringen wetenschappers erop aan dat de politieke partijen zich – nog voor de kiezer naar de stembus gaat – publiekelijk uitspreken dat er in een volgende coalitie geen nieuwe fossiele infrastructuur bijkomt en er een einde komt aan de 40 tot 46 miljard aan fossiele subsidies in Nederland.
Verslapte aandacht
Dat het klimaat deze verkiezingen maar weinig prioriteit lijkt te hebben beaamt Thijs Etty, senior docent milieuwetgeving aan het Amsterdam University College. ‘Politieke partijen stellen zich ook in hun verkiezingsprogramma’s terughoudender op dan in 2021. Bij D66 is het klimaat weggezakt naar een subonderdeel in paragraaf 5.’
Dat hangt volgens Etty samen met wat hij ‘het eeuwige probleem van de milieuproblematiek’ noemt. ‘Een politieke horizon duurt een jaar of vier, het klimaat heeft een horizon van twintig jaar of langer.’
Ook John Grin, hoogleraar politicologie aan de UvA, vindt het niet verwonderlijk dat de aandacht voor het klimaat is afgenomen. Dat heeft volgens hem alles te maken met de attentiecyclus, het fenomeen dat kwesties in de politiek elkaar afwisselen over de tijd. ‘Bij de afgelopen twee verkiezingen was klimaat wel een belangrijk thema. Maar het laatste kabinet plaatste migratie hoog op de agenda.’
Ironisch, noemt Etty dat. ‘Juist de partijen die zo hameren op asielmigratie en economie zouden zich om het klimaat moeten bekommeren, omdat het asielmigratie, conflicten en economische lasten kan voorkomen.’
Die attentiecyclus is ook terug te zien in een opiniepanel van EenVandaag. Waar twee jaar geleden nog 30 procent van de Nederlanders het klimaat een van de belangrijkste onderwerpen van de verkiezingen vond, is dat dit jaar nog slechts 19 procent. Door veranderingen op het wereldtoneel maakte het klimaat plaats voor de woningmarkt, defensie en internationale politiek.
Daardoor verdween het klimaat de afgelopen kabinetsperiode uit de schijnwerpers, vervolgt Grin. Terwijl PVV, NSC, VVD en BBB zich in het hoofdlijnenakkoord wel degelijk committeerden aan het vooruitstrevende klimaatbeleid van kabinet Rutte 4.
Toch kreeg klimaatminister Sophie Hermans in de Voorjaarsnota (de Rijksbegroting) onvoldoende geld vrij voor het klimaat. Daardoor werd een deel van het klimaatbeleid geschrapt, waaronder het afbouwen van fossiele subsidies en de belasting op plastic en CO2. Grin: ‘Dat was een technisch verhaal, voor journalisten niet zo’n sexy onderwerp. En ook Hermans was er niet bij gebaat om met dat verhaal naar de media te stappen.’
Niet sexy
Dat de aandacht voor het klimaat is verslapt is misschien begrijpelijk, maar absoluut niet terecht, zegt Bart Verheggen, klimaatwetenschapper aan AUC en klimaatadviseur bij het KNMI. ‘Klimaatverandering lijkt namelijk juist te versnellen. De zeespiegel stijgt sneller, de oceanen warmen steeds sneller op en vorig jaar tikte we voor het eerst de 1,5 graden opwarming aan.’
Ook de gevolgen van klimaatverandering zoals extreem weer, zijn nog extremer dan eerder gedacht, vervolgt Verheggen. De Golfstroom kan veel eerder stilvallen dan tot voor kort gedacht, en koralen lijken wereldwijd hun kantelpunt al te hebben bereikt. ‘Dus de rationele respons zou zijn: alle zeilen bijzetten om erger te voorkomen.’
Toch brengen politieke partijen het klimaat niet ter sprake in de publieke debatten. En daar gaat volgens, Thijs Etty een strategie achter schuil. ‘Ik ben toch geneigd optimistisch te denken dat GroenLinks-PvdA en D66 het klimaat nu niet noemen uit pragmatisme – omdat het niet echt een sexy verkiezingsonderwerp is – maar dat ze het in de kabinetsformatie wel aansnijden. Met migratie kun je de verkiezingen misschien winnen, met klimaatverandering kun je ze verliezen.’
Daar heeft volgens Etty de politieke situatie in Amerika aan bijgedragen. ‘Donald Trump heeft klimaatontkenning weer mainstream gemaakt. Als je als twijfelaar al een zetje nodig had, dan heb je die met Trump gekregen.’
Jongeren voelen zich steeds minder aangesproken door het thema klimaat, stelt de Klimaatcrisis Coalitie, een samenwerkingen van organisaties zoals Milieudefensie, Greenpeace en Extinction Rebellion die zich inzetten voor het klimaat.
Nadat de reacties op het Jongerenakkoord in maart uitbleven, een voorstel dat het klimaat weer hoog op de politieke agenda moest zetten, wil de Jonge Klimaatbeweging (JKB) een harder geluid laten horen. Voorzitter Daan Zieren: ‘Politici en media moeten meer doen om het klimaat en de toekomst van jongeren bespreekbaar te maken tijdens deze verkiezingen.’
Op zondag 26 oktober organiseert de JKB samen met de Klimaatcrisis Coalitie een klimaatmars die om 13:00 uur van start gaat op het Malieveld in Den Haag.
Ook Grin ziet het gevaar om klimaat op te brengen in het publieke debat. ‘Je kunt er heel gemakkelijk een populistisch discours over krijgen in een debat. Wat maakt een beetje opwarming nu uit en wie gaat dat betalen? Dat draagt er alleen aan bij dat het klimaat meer omstreden zal worden en daar schiet helemaal niemand iets mee op.’
Hoop
Beter kun je er als politieke partij niet te veel praten over het klimaat maar er gewoon mee aan de slag gaan, denkt Grin. ‘Uit de verkiezingsprogramma’s blijkt dat GroenLinks-PvdA en D66 een steviger klimaatbeleid willen, en CDA ook, zij het in mindere mate. Als een van die partijen een sleutelrol gaat spelen in de kabinetsformatie, en die kans acht ik groot, dan resulteert dat al in een beter klimaatbeleid dan er nu ligt.’
Daarnaast put Grin hoop uit de Maatschappelijke Alliantie, een brede coalitie van partijen waaronder het Interprovinciaal Overleg (IPO), stichting Urgenda en werkgeversorganisatie VNO-NCW, die al verschillende brieven schreef naar de regering met de vraag om consistent te zijn en door te zetten, en concrete ideeën leverde om het klimaatbeleid te versnellen. ‘Ook dat is een factor tijdens de kabinetsformatie.’
Ook Etty is hoopvol. ‘Aandacht in de politiek is een slingerbeweging. Ik hoop toch echt dat Trump over een kleine vier jaar vertrekt en dat er dan een andere wind gaat waaien. Dat heeft ook invloed op de Nederlandse politiek. Bovendien worden er steeds vaker rechtszaken gewonnen worden om strenger klimaatbeleid of te dwingen.’
Daarnaast verwacht Grin dat, welk kabinet er ook komt, het een daadkrachtiger kabinet zal zijn dat het huidige. ‘Als er één ding is waar de Nederlandse bevolking het over eens is, blijkt uit analyses, dan is het: we zijn het geneuzel en de onderlinge strijd van de politiek zat, er moet eens wat gebeuren.’