Als een van de eersten schreef Joyeeta Gupta, destijds promovendus en nu hoogleraar, over klimaatrechtvaardigheid. Inmiddels is ze wereldwijd gerespecteerd, sleepte ze een Nobelprijs in de wacht én kreeg ze met de Spinozapremie eindelijk erkenning voor haar onderzoek naar rechtvaardigheid in de klimaatcrisis. Ze heeft nog één droom: een mondiale grondwet.
De Indiase Joyeeta Gupta (60) en haar Nederlandse man hebben net besloten dat ze, na haar ERC grant, met vervroegd pensioen zal gaan als het telefoontje komt. Ze heeft de Spinozaprijs gewonnen, de Nederlandse equivalent van de Nobelprijs. Gupta twijfelde geen moment wat ze met de anderhalf miljoen euro prijzengeld wil doen: werken aan een mondiale grondwet, een idee dat ze al heeft sinds haar proefschrift in 1997. Daarmee kan er een eind komen aan de ongelijkheid tussen landen, hoopt Gupta. Ook kan een mondiale grondwet helpen om de lasten van de klimaatcrisis gelijk te verdelen.
Folia spreekt haar, in het Nederlands, op een zonnige novemberdag in haar huis in Wateringen, een typisch Nederlands dorp tussen Den Haag en het kassengebied. Eenmaal binnen ontvouwt zich een andere wereld: de kamer is beschilderd met warme kleuren en staat vol met handgemaakte beeldjes, wandtapijten en beschilderde, houten panelen. ‘Handicrafts’, zegt Gupta. Meegenomen van haar reizen, de meeste uit India. Er staat thee met chocolaatjes op tafel.
Wat kwam er allemaal op u af na het winnen van de Spinozapremie?
‘Heel veel, het was zo bizar om de Spinozaprijs te winnen. Ik had nooit gedacht dat mijn werk was opgevallen aan de UvA. Ik kwam er binnen als hoogleraar, een van de zovelen. Ik heb altijd in mijn eigen internationale bubbel gezeten.’
‘De Spinozaprijs is echt een prijs voor de wetenschap, niet voor impact. Toen ik twintig, dertig jaar geleden schreef over rechtvaardigheid in klimaatverandering, kreeg ik te horen dat het te normatief was en ik me aan empirisch onderzoek moest houden. En misschien was dat goed advies. Ik heb het woord rechtvaardigheid toen een tijd lang niet gebruikt en gewoon geconstateerd dat er ongelijkheidsprobleem bestaat tussen het Mondiale Noorden en Mondiale Zuiden, onderbouwd met feiten. Dat ik die prijs nu heb gewonnen, juist voor mijn werk naar klimaatrechtvaardigheid is een grote erkenning.’
‘Sinds de Spinozapremie moet ik in Nederland bijna wekelijks ergens opdagen, voor maatschappelijke debatten, lezingen, lunchgesprekken op de ministeries, noem maar op. Dat komt door mijn onderwerp: het klimaat, water, en de mondiale grondwet, daar wil iedereen het over hebben.’
Wat moeten we doen aan klimaatverandering?
‘Uit een eerder paper dat ik schreef blijkt dat rijke mensen misschien alles kunnen kopen, maar zich niet alles kunnen veroorloven. Alles wat je koopt heeft namelijk een impact op het milieu. Het heeft dus geen zin om maandelijks tien euro aan armoedebestrijding te doneren, wanneer jouw consumptiegedrag schade toebrengt aan de aarde. Die schade hebben we berekend, waarbij we niet alleen hebben gekeken naar veilige grenzen, de grens waarna de natuur op aarde een zogenoemd tipping point bereikt waarna er geen weg meer terug is, maar ook naar rechtvaardige grenzen.’
Wat bedoelt u met rechtvaardige grenzen?
‘De gevolgen van klimaatverandering worden het sterkst gevoeld in armere landen. Daar vinden de meeste extreme weersomstandigheden, overstromingen en aardbevingen plaats. Op dit moment lijken we als mensheid geaccepteerd te hebben dat het oké is dat tientallen miljoenen mensen het slachtoffer zijn van klimaatverandering. Daarom willen wij als onderzoekers 1 graden Celsius opwarming instellen als rechtvaardige grens omdat er op dat moment al 1 procent van de wereldbevolking schade ondervindt.’
En wat betekent dat?
‘Dat de rijke landen zullen moeten inkrimpen, tighten one’s belt a bit. Er is maar beperkt ruimte. De rijkste 4 procent van de wereld is nu al verantwoordelijk voor 26 procent van de druk op de grenzen die aanvaardbaar zijn op het gebied van klimaatverandering wereldwijd. Tegelijkertijd, als je alleen de allerarmsten toegang geeft tot water, voedsel, gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting – en dan heb ik het over een huis ter grootte van 15 vierkante meter, drie lampen en een koelkast, 100 liter water en 2.500 calorieën – dan veroorzaakt dat 26 procent meer CO2-uitstoot dan we nu al hebben. Van die berekening zijn we ook echt wel geschrokken.’
Gaat het drastisch terugbrengen van klimaatverandering niet in tegen democratische principes?
‘Die reactie krijg ik vaker. Net als de opmerking dat onze economie koste wat kost moet blijven groeien om geld vrij te maken voor subsidies voor hernieuwbare energie. Maar dat werkt niet voor klimaatverandering. Je kunt een rendabel businessplan maken voor hernieuwbare energie en plantaardige eiwitten zoals vleesvervangers. Maar hoe maak je een rendabel plan van het sluiten van de fossiele industrie? Dat zijn ‘non-bankable’-projecten, laat ons onderzoek zien. Dat wil zeggen dat bedrijven en investeerders het niet gaat oplossen maar dat de overheid moet ingrijpen.’
‘Ik krijg vaak te horen: ik geloof niet in dat rechtvaardigheidsverhaal. Maar dan hebben mensen het verhaal niet begrepen want zonder rechtvaardigheid kun je al deze problemen niet oplossen. Het is geen normatief verhaal maar pure wetenschap. Feit is: 78 procent van de fossiele brandstoffen bevindt zich in de ontwikkelingslanden. Feit is: ze hebben alle technologie om die grondstoffen eruit te halen. En feit is: rijke landen zíjn de controle kwijt. En misschien, met een aanpak van rechtvaardigheid kun je ze verleiden om de grondstoffen niet aan te spreken. Je zult dus wel moeten.’
Over de mondiale grondwet: u bent nu anderhalf jaar onderweg. Hoe gaat u te werk?
‘We hebben een verzoek om essays uitgezet bij 30.000 mensen wereldwijd, met de vraag of ze in duizend woorden op willen schrijven wat ze graag in een mondiale grondwet zouden willen zien. De eerste deadline is februari dit jaar, de tweede februari 2026. Vanaf februari gaan drie PhD’s met de ideeën aan de slag.’
‘Een PhD-project gaat zich richten op de relatie tussen privaat en publiek recht. Vaak zijn de contracten van leningen en investeringen die onder het privaatrecht vallen sterker dan internationale klimaat- en biodiversiteitsafspraken. De andere promovendus kijkt naar de milieu-impact van nieuwe technologie en de derde gaat over de ruimte voor natuur, milieuproblemen en ongelijkheid. Bijvoorbeeld: wereldwijd streven we naar 50 tot 60 procent natuur. We zitten nu op 45 procent. De vraag is, waar moet dat gebeuren?’
Hoe kunnen alle wereldleiders het ooit over één grondwet eens worden, als we op klimaatconferenties al niet eens afspraken weten te maken over één agendapunt?
‘Dat is ook een heel moeilijk proces. Om te zorgen dat landen erover gaan onderhandelen, moet je een goed contact hebben bij een land om het onderwerp op de agenda te krijgen. En zorgen dat de meerderheid van de landen uiteindelijk vóór stemt.’
‘Daarom wil ik me richten op een hele goede grondwet, gebaseerd op drie PhD-projecten, die niet noodzakelijk feasible is maar wenselijk. Ik zie het als een gedragscode, zoals Hammurabi’s code, een van de oudste opgetekende wetboeken uit het Babylonische tijdperk. Wij beitelen het niet in steen, maar stellen een richtlijn op waar men later op terug kan grijpen. Waar mogelijk probeer ik het al te verwerken in beleid. Delen ervan heb ik al op de agenda gezet bij de VN, maar het geheel gaat niet lukken. Een mondiale grondwet is als een kathedraal, die gebouwd wordt als ik er niet meer ben.’
Dit interview verscheen in het papieren winternummer van Folia, dat deze week overal op de campus ligt.