Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: 4D Research Lab
wetenschap

UvA-onderzoekers maken historische 3D-reconstructies van Universiteitskwartier

Sija van den Beukel,
21 mei 2024 - 14:59

Hoe zag het huidige Universiteitskwartier er honderd jaar geleden uit? UvA-historici, archeologen en 3D-modelleurs reconstrueerden drie panden tot in de kleinste details. ‘Nieuwe dakpannen of panelen van de ruiten geven aanwijzingen over hoe het gebouw werd gebruikt.’

Na de monsterklus om de Waterloopleinbuurt historisch in kaart te brengen, begonnen archeologen, historici en 3D-modelleurs van het 4D Research Lab aan de UvA in 2020 aan een nieuw project: de historische reconstructie van het huidige Universiteitskwartier. Het oorspronkelijke idee (Van Klooster tot Kwartier) van architectuurhistoricus Lex Bosman was om ruimtelijk in beeld te brengen hoe de plek op detailniveau is getransformeerd van de middeleeuwen tot nu.

 

Inmiddels heeft archeoloog en 3D-modelleur Tijm Lanjouw met zes collega-onderzoekers de eerste drie UvA-panden op verschillende punten in de tijd gereconstrueerd: De Oudemanhuispoort, de nieuwe universiteitsbibliotheek (UB) – vroeger de Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis – en het Binnengasthuisterrein 5 (BG5). 

 

Ook maakten de onderzoekers in samenwerking met Amsterdam Humanities Hub een rondleiding langs de drie UvA-panden. Op verschillende punten kunnen bezoekers QR-codes scannen, waarna ze op hun telefoon in 360-graden kunnen zien hoe die plek er honderd jaar geleden uitzag. Daarnaast zijn er video’s en is er een website die aan de hand van de 3D-visualisaties de geschiedenis van het gebouw vertelt.

Foto: Anneke Dekker
Tijm Lanjouw

Kwamen er in jullie onderzoek nog nieuwe zaken aan het licht over de gebouwen?
‘Ja, maar voornamelijk op detailniveau. We hebben alle bouwhistorische kennis uit rapportages gebruikt voor één 3D-visualisatie en daarnaast een soort ‘zoek-de-verschillen’ uitgevoerd met beeldmateriaal uit het Stadsarchief. De dingen die wij dan nog ontdekken zijn juist de kleine, ongedocumenteerde tussenfases: nieuwe dakpannen die zijn gelegd, of andere deuren of panelen van de ruiten, veranderingen op microniveau die aanwijzingen geven over hoe het gebouw werd gebruikt.’

 

‘Een van de dingen die ik heel opvallend vond was de gevel van de UB. Die heeft wat weg van kasteelarchitectuur, maar dat was vroeger nog veel indrukwekkender. De nu versoberde kanteeltjes waren toen heel uitgewerkt. Dat was niet alleen decoratief maar had ook een functie: de kanteeltjes waren de uitlaten van een negentiende-eeuws ventilatiesysteem dat door de hele Tweede Chirurgische Kliniek liep. Later was dat systeem niet meer functioneel en werden die kanteeltjes afgekapt en dichtgemetseld. In de 3D-visualisatie kun je nu ervaren wat voor indruk het gebouw moet hebben gemaakt.’

 

Hoe zagen de ziekenhuizen er eind negentiende eeuw uit?
‘In 1887-1890 werd het Klinisch Ziekenhuis (BG5) gebouwd en in 1897 de Tweede Chirurgische Kliniek. Daarvoor was er op die plek ook al een ziekenhuis, het Binnengasthuis, maar dat was gevestigd in krakemikkige gebouwen die nog dateerden uit de kloostertijd. Eind negentiende eeuw wilde men het ziekenhuis moderniseren en bouwde men twee nieuwe gebouwen met elektrisch licht, een ventilatiesysteem en binnenplaatsen met balkons waarbij de patiënten in de buitenlucht konden zitten.’

 

‘De Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis, waar nu dus de nieuwe UB wordt gerealiseerd, lagen tegen elkaar aan. Er was een tunnel naar het binnenplein voor de ziekenhuiswagen. In het Zusterhuis woonde het verplegend personeel. Dat was toen heel normaal. In het Klinisch Ziekenhuis woonden de verpleegsters op de zolder, waardoor er steeds meer erkers met ramen bij moesten komen om ruimte te creëren.’

 

‘De Tweede Chirurgische Kliniek was ook beroemd om het chirurgisch theater: een internationaal fenomeen dat eigenlijk al op z’n retour was toen het in Amsterdam arriveerde. Op basis van een reportage met foto’s uit Elsevier’s Geillustreerd Maandschrift van de opening, en met hulp van de conservator van het Rijksmuseum Boerhaave in Leiden konden we achterhalen hoe het chirurgisch theater eruit moet hebben gezien.’

‘We hebben heel hard gelobbyd om de term snijzaal eruit te krijgen: het chirurgisch theater is echt een operatiekamer’

Wat was het chirurgisch theater?
‘Dat was een operatiekamer met een theatertribune waar UvA-studenten mee konden kijken met operaties. Het idee is gebaseerd op het anatomisch theater uit de zeventiende eeuw, een snijtafel waar lijken werden ontleed voor publiek. We hebben heel hard gelobbyd om de term snijzaal eruit te krijgen: het is namelijk echt een operatiekamer. Dat staat ook op de eerste bouwtekeningen.’

Hoe ging een operatie in de negentiende eeuw in z’n werk?
‘De ruimte bestaat uit drie posten. De patiënt kwam binnen, was dan waarschijnlijk al onder narcose en wordt dan gewassen. Die wastafel met mengkraan was revolutionair in die tijd en speciaal ontworpen voor professor Rotgans, de dienstdoende chirurg in de kliniek. Vervolgens werd de patiënt naar de operatietafel gebracht – dit deel is onderdeel van het chirurgisch theater waar de studenten toegang toe hebben – en daarna doorgereden naar de volgende post waar ze werden gehecht.’

 

‘Toch heeft de operatiekamer op die manier niet lang bestaan. Begin twintigste eeuw begon de bewustwording van micro-organismen en infectiegevaar waardoor er in de jaren twintig van die eeuw een nieuwe operatiekamer kwam en het chirurgisch theater in een collegezaal veranderde.’

 

(tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Foto: Binnenplaats naar collegezaal van het Klinisch Ziekenhuis (tegenwoordig Binnengasthuisterrein 5) in 1913.
4D Research Lab

Wat hebben we aan deze historische reconstructies?
‘Het doel van het project was aanvankelijk om een visualisatie van de geschiedenis van het gebouw te hebben, voor de universiteit en voor studenten én voor de buurt. Aan de nieuwe UB op het terrein wordt nu al ruim vijf jaar gebouwd. Het is ook een manier om iets aan de buurtbewoners terug te geven.’

 

‘Wat ik er bijzonder aan vind is dat de modellen in één beeld samenvatten wat onze kennis is van een gebouw, heel anders dan een lineaire onderzoeksrapportage. Dan wordt ook snel duidelijk wat er niet bekend is. Ook willen we de onzekerheidsmarges in de modellen integreren: welke dingen weten we heel erg zeker en welke dingen weten we minder zeker? Bij het chirurgisch theater hebben we dat al met kleuren kunnen aangeven.’

 

Gaan jullie op deze manier het hele Universiteitskwartier in kaart brengen?
‘Dat weten we nog niet. Het is een tijdsintensieve klus waar bovendien financiering voor nodig is. Maar het idee is wel om het concept uit te bereiden naar meer locaties en op meerdere punten in de tijd. Een van de ideeën is ook om de beelden nog verder te ontwikkelen naar virtual reality en het te gaan gebruiken als introductie voor de eerstejaars om kennis te maken met de historische UvA-panden.’

 

De lancering van de historische reconstructies van het Universiteitskwartier vindt vanmiddag om 15.00 plaats bij VOX-POP, Binnengasthuisstraat 9. De website is hier te bezichtigen.