De pro-Palestinaprotesten op de UvA schieten allang hun doel voorbij, schrijft Han van der Maas. ‘De UvA is niet de vijand. Deze interne strijd op links, over een paar Europese Horizon-projecten, levert niets positiefs op.’
Zondag en maandag zagen we in Amsterdam twee heel verschillende demonstraties. De Rode Lijn-demonstratie was een feest van de democratie, met een oproep om effectieve politieke, economische en diplomatieke sancties op te leggen aan Israël. De opkomst was indrukwekkend, er waren geen ongeregeldheden, en er was ruimte voor een breed scala aan overtuigingen. Zo inclusief als de demonstratie op zondag was, zo exclusief waren die op maandag aan de UvA en de Radboud. Oproepen zijn ingeruild voor eisen en wie zich daar niet achter schaart heeft bloed aan zijn handen.
Over de inhoud van de eisen is inmiddels alles wel zo’n beetje gezegd. De discussie spitst zich toe op de Europese samenwerkingsverbanden waarin soms ook Israëlische onderzoekers participeren. Dat kun je zien als een institutionele samenwerking, maar omdat er bijvoorbeeld geen geld heen en weer gaat is dat eerder als een individuele samenwerking te beschouwen. Of zelfs als helemaal geen samenwerking, omdat onderzoekers in deze projecten ieder aan hun eigen deelproject werken. Uit dergelijke samenwerkingen stappen is bovendien zeer kostbaar. Nieuwe samenwerkingen sluit de UvA voorlopig uit en ook studentenuitwisselingen zijn stopgezet.
Helaas vond men het toch weer nodig om de UvA - en daarmee een groot deel van haar personeel en studenten - medeverantwoordelijk te houden voor de burgerslachtoffers in Gaza. Maar ik vind het huidige beleid van de UvA weloverwogen en toereikend en daarmee heb ik geen bloed aan mijn handen. Hou daar alsjeblieft mee op. Dit soort beschuldigingen verdeelt mensen die in principe aan dezelfde kant staan: mensen die een onmiddellijke stop van de bombardementen willen bijvoorbeeld en die eveneens meer druk op Israël willen om tot een langetermijnoplossing te komen. Daarbij moet ook aandacht zijn voor de terreurdaden van Hamas. Het leed aan beide kanten verdient erkenning, juist als we een einde aan het geweld willen.
De frustratie over de voortdurende oorlogshandelingen is begrijpelijk maar verkeerd gericht. De UvA is niet de vijand - zoom even een beetje uit. In Nederland, in Europa en in de Verenigde Staten stemt een meerderheid van de bevolking op partijen die universiteiten juist als linkse bolwerken beschouwen. De instellingen waar deze activisten nu zo hard tegen strijden, staan aan de vooravond van enorme bezuinigingen - bezuinigingen die voor een belangrijk deel worden gerechtvaardigd met verwijzing naar de eerdere bezettingen. Daarmee kunnen we het oneens zijn, maar politici als Trump laten zich daar niets aan gelegen liggen. Deze interne strijdjes op links, over een paar Europese Horizon-projecten, leveren niets positiefs op. De UvA heeft de activisten bovendien al grotendeels hun zin gegeven.
Maar ik maak mij geen illusies. De onderliggende strijd is die om de macht binnen de universiteit. Ook de Maagdenhuisbezetting van 2015 draaide daar in essentie om en de huidige anti-UvA-demonstraties zijn daar een uitloper van.
Een groep activisten wil de UvA naar haar hand zetten en gebruiken voor haar politieke agenda. Daarbij hanteert zij een beperkt beeld van wat een universiteit eigenlijk is en doet. In hun simplistische wereldbeeld, waarin vrijwel alles wordt teruggebracht tot kolonialisme, is geen ruimte voor complexiteit en nuance. Ook de UvA is een complexe, zelfsturende netwerkorganisatie waarin niemand mij voorschrijft wat ik precies moet doen en met wie— niet het College van Bestuur, maar ook niet een paar activistische collega’s. De universiteit faciliteert onderzoek en onderwijs, en moet dat doen op een zo politiek neutraal mogelijke manier. Je kunt op allerlei manieren invloed uitoefenen, maar eisen stellen, mensen het spreken onmogelijk maken, gebouwen bezetten en bestuurders beschuldigen van medeplichtigheid aan genocide horen daar niet bij. Dit potje armpje drukken kent alleen verliezers.