In haar opiniebijdrage stelt AUC-student Thais Michon dat diversiteit en inclusie bij het Amsterdam University College nauwelijks te vinden zijn, maar koppelt haar opvatting vrijwel uitsluitend aan huidskleur. Dat is een veel te smalle invalshoek, vindt AUC-docent Cor Zonneveld.
In haar artikel in Folia stelt AUC-student Thais Michon dat diversiteit en inclusie bij het AUC nauwelijks te vinden zijn, maar zij doet dit vanuit een smalle invalshoek. Diversiteit wordt vrijwel uitsluitend gekoppeld aan huidskleur en dan vooral aan de ondervertegenwoordiging van zwarte studenten. Vanuit het persoonlijke perspectief van een student die een bepaalde minderheid vertegenwoordigt is dat gevoel begrijpelijk: wie zelf tot een kleine minderheid behoort, kan de dagelijkse ervaring hebben voortdurend ‘de uitzondering’ te zijn.
Vietnamese diploma’s
Maar wanneer diversiteit uitsluitend zo wordt gedefinieerd, blijven andere belangrijke dimensies buiten beeld. Een van die dimensies is de internationale samenstelling van AUC. Studenten komen met uiteenlopende vooropleidingen naar het AUC, van het International Baccalaureate en Franse baccalauréat tot de Chinese Gaokao en Vietnamese diploma’s. Alleen al in mijn eigen klas van vijftig studenten zitten dit jaar meerdere studenten uit Japan, één uit Korea, één uit Vietnam, studenten met Noord-Afrikaanse wortels, iemand uit Zuid-Azië, verschillende studenten uit Oost-Europa en meerdere uit Latijns-Amerika. Dat is moeilijk te rijmen met het idee van een homogeen ‘wit bastion’.
Ook op het gebied van gender- en LGBTQ+ diversiteit valt het AUC op. In de instroomcijfers rapporteert ongeveer 1 procent zichzelf als non-binair, maar dat cijfer onderschat de werkelijkheid. Sommige studenten vullen bij toelating nog ‘man’ of ‘vrouw’ in, maar voelen zich later veilig genoeg om zich anders te uiten. Op de campus is AUC in de praktijk een veilige omgeving en een magneet voor queer en gender-diverse jongeren, een dimensie die in de opiniebijdrage geheel ontbreekt.
Conservatieve perspectieven
Maar niet alle vormen van diversiteit zijn even sterk vertegenwoordigd. Waar AUC juist veel variatie kent in gender en seksuele identiteit, blijven politieke en levensbeschouwelijke verschillen grotendeels onzichtbaar. Academisch-progressieve visies zijn alomtegenwoordig, terwijl conservatieve of religieus geïnspireerde perspectieven nauwelijks een stem krijgen. Ook dat verdient aandacht in het gesprek over inclusie.
Het is bovendien belangrijk de bredere context te erkennen. AUC trekt veel studenten uit heel Europa, en ook daar zijn de bevolkingen overwegend wit. Het is dus niet verrassend dat dit zichtbaar is in de samenstelling van ons studentenbestand. Daarnaast kiezen veel jongeren met een migratieachtergrond – vaak aangemoedigd door hun families – voor opleidingen die als solide en prestigieus worden gezien, zoals rechten, geneeskunde of economie.
Minder draagkrachtig
Een relatief nieuw en minder bekend programma als Liberal Arts and Sciences sluit daar niet altijd op aan. Voor méér diversiteit in al haar facetten – cultureel, sociaal, politiek, gender en etniciteit – zal het AUC haar scholarship programma verder moeten versterken. Alleen zo kunnen ook studenten uit minder draagkrachtige milieus hun weg naar AUC vinden.
Diversiteit laat zich niet reduceren tot één percentage of één groep. AUC heeft tekortkomingen, en de ervaringen van studenten die zich niet vertegenwoordigd voelen moeten serieus genomen worden. Maar het beeld van een homogeen ‘wit bastion’ doet geen recht aan de werkelijkheid van onze gemeenschap.