‘Excellentie en diversiteit’ is de slogan van het Amsterdam University College (AUC), maar die term klinkt nogal ironisch: het AUC is voornamelijk een witte instelling. Het is tijd voor actie, zegt AUC-student Thais Michon.
Afgelopen zomer werd het beleidsplan van het AUC inzake diversiteit stilletjes aangepast, maar velen vrezen dat het AUC voorlopig een witte instelling zal blijven: Het AUC heeft haar diversiteits- en inclusieplan Framework and Action Plan for Diversity, Equity and Inclusion herzien, maar wat mij betreft tot nu toe zonder veel succes: de website en het aanmeldingsproces van het AUC beloven nog steeds een multiculturele utopie die in schril contrast staat met de realiteit.
Diversiteit heeft waarschijnlijk veel AUC-studenten ertoe aangezet om zich aan te melden, maar diversiteit is nog steeds een leeg modewoord bij het AUC. Het is tijd om licht te werpen op het verschil tussen het verhaal van het AUC en de realiteit van deze overwegend witte instelling, ook al is de vorige week benoemde interim-directeur een persoon van kleur.
George Floyd
Na de moord op George Floyd in 2020 stelden zes AUC-studenten, met de steun van het personeel en het management, het Framework and Action Plan for Diversity, Equity and Inclusion (FAPDEI) op. Het plan was gericht op een meer inclusieve toelating, het bereiken van eerste generatie studenten, beurzen en een ‘nieuwe’ promotie- en communicatietaal die recht doet aan diversiteit. Ik interviewde Marcello Benedetti, toen student en later lid van de studentenraad, die zich nu herinnert dat FAPDEI ‘echt opviel’ ten opzichte van andere diversiteitsplannen. ‘Mensen konden het gemakkelijk vinden op de website. Dat trok studenten aan uit allerlei culturele gemeenschappen, waaronder mensen van kleur; het gaf hen het gevoel dat ze vertegenwoordigd en gezien werden en dat er naar hen geluisterd werd.’
Er werd een Diversity Leadership Group (DLG) opgericht om te controleren of de diversiteits- en inclusieplannen daadwerkelijk werden uitgevoerd. Maar na verloop van tijd gaf de DLG het op en kwam de beoogde vooruitgang niet van de grond.
Op de website van de AUC staat dat het instituut streeft naar ‘het creëren van een academische gemeenschap die de sociale, culturele en economische diversiteit van onze wereld weerspiegelt,’ maar in de praktijk is dit nog niet gerealiseerd. Een docent sociale wetenschappen aan het AUC vertelde me tijdens gesprekken dat de demografische samenstelling van het AUC de kwestie complex maakt. Oost-Europese studenten zien het AUC misschien als diverser in vergelijking met het land waar ze vandaan komen, maar voor veel anderen is dat niet het geval.
Diversiteit zonder bewijs
Aangezien de Nederlandse wetgeving universiteiten verbiedt om gegevens over ‘ras’ te verzamelen, kan het AUC diversiteit claimen zonder bewijs. De gevolgen voor gekleurde studenten zijn reëel: desillusie bij het besef dat ze worden gebruikt als symbolen, en isolatie in collegezalen waar culturele verbondenheid ontbreekt. De last van vertegenwoordiging is de uitputtende druk om niet als individu te worden behandeld, maar als woordvoerder van je hele gemeenschap in een verder witte instelling.
Er werd een plan opgesteld om het FAPDEI te actualiseren en te moderniseren en beter af te stemmen op de diversiteitsambities van het AUC. Zo wilden studenten dat bij werving en toelating rekening werd gehouden met de diversiteits- en inclusiedoelstellingen van het AUC, en wilden ze minder tijdelijke contracten voor docenten. Dit komt echter allemaal niet terug in het nieuwe FAPDEI 2.0, waardoor de verwachtingen dat het AUC een meer diverse instelling zal worden, zeer laag blijven.
Ik heb een opgenomen enquête gehouden met specifieke vragen aan zoveel mogelijk studenten in het hoofdgebouw van het AUC in Science Park en hen gevraagd naar hun ervaringen met diversiteit op het AUC. Sommigen waren ronduit teleurgesteld over de dominantie van witte Europese studenten. Een van hen zei: ‘Er zijn meer Europese internationale studenten dan studenten die daadwerkelijk uit alle delen van de wereld komen.’ Een ander merkte op dat er ‘geen professoren’ waren met een niet-westerse achtergrond. Anderen leken onverschillig; veel witte studenten gaven toe dat diversiteit geen rol had gespeeld bij hun aanmelding.
Gemak
Wat het AUC verkoopt als diversiteit, dient vaak het gemak van witte studenten, terwijl de last van vertegenwoordiging op de schouders van gekleurde studenten rust, die extra moeite lijken te moeten doen om zich vertegenwoordigd te voelen. Ik sprak met Anne de Graaf, voormalig Chief Diversity Officer bij de UvA, die zei dat ze zich een tijd herinnerde waarin het AUC actief studenten van Afrikaanse afkomst wierf met beurzen. Dat mag dan zo zijn, maar dat succes is in de loop der tijd vervaagd: het management heeft het momentum laten verslappen. Dit biedt een gouden kans voor de nieuwe (interim)directeur. Hij heeft twee jaar de tijd om dit te realiseren.