Voorlopig geen spannende soldatenavonturen voor UvA-studenten. Waar verschillende hoger onderwijsinstellingen, waaronder de Rijksuniversiteit Groningen en de Hogeschool van Amsterdam, sinds kort een militaire minor aanbieden waarbij studenten worden opgeleid tot reservist, kiest de UvA hier vooralsnog niet voor.
Het gaat de laatste maanden veel over Defensie. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen buitelen politici over elkaar heen om hun plannen voor de toekomst van de krijgsmacht over het voetlicht te brengen. Want niet alleen moet er fors meer geld naar Defensie om aan de NAVO-norm te voldoen, ook wat menskracht betreft moet er de komende jaren flink wat bij. Daarbij wordt vooral het belang van reservisten regelmatig genoemd. Op dit moment beschikt Defensie over ruim 6600 reservisten – parttime militairen die daarnaast een andere baan hebben – maar vanwege de toenemende oorlogsdreiging richt de krijgsmacht zich op een verdrievoudiging hiervan in de komende zes jaar.
Om dit ambitieuze plan te kunnen bolwerken, is onlangs de Nationale Weerbaarheidstraining in het leven geroepen. Een tien weken durende militaire opleiding waarbij jongeren tot reservist worden opgeleid. Inmiddels is deze opleiding ook als minor te volgen aan de Rijksuniversiteit Groningen, en aan verschillende hogescholen, waaronder (vanaf volgend semester) de HvA. De verwachting is dat op korte termijn meer hoger onderwijsinstellingen zullen volgen, en de opleiding als minor aan zullen bieden, maar uit navraag blijkt dat hier bij de UvA vooralsnog geen sprake van is. Ook voor de toekomst liggen er geen concrete plannen op tafel.
Onderwijsprogramma
Dat Defensie op deze manier probeert jongeren te werven, begrijpt universitair hoofddocent hedendaagse en militaire geschiedenis Samuël Kruizinga wel, gezien de tijdsgeest. ‘We hebben in Nederland lange tijd een dienstplicht gehad, maar die is aan het eind van de Koude Oorlog opgeschort. Sindsdien heeft het idee bestaan dat de krijgsmacht wel met minder mensen toekon, en beter georganiseerd kon worden rond een kleinere groep intensief opgeleide beroepsmilitairen. Echter, nu zien we dat Defensie zich niet meer primair richt op uitzendingen buiten NAVO-gebied, maar dat de taken verschuiven naar het beschermen van eigen gebied. Dat houdt in dat er sterk behoefte is aan mensen, daarom behoort het tot de mogelijkheden om reservist worden aantrekkelijker te maken.’
Volgens Kruizinga is er niets dat de UvA ervan zou weerhouden het voorbeeld van de RUG te volgen. ‘Ook de UvA zou kunnen overwegen om die minor aan te bieden. Wanneer een minor volgens de examencommissie bij het onderwijsprogramma past kan die ook buiten de eigen opleiding worden aangeboden.’ Of hij het de universiteit zou aanraden? ‘Dat is niet aan mij. Mijn rol als docent en onderzoeker is die van de academische benadering, niet de praktische.’
Maar dat Defensie erbij gebaat zou zijn staat volgens de universitair hoofddocent buiten kijf. ‘Gezien de manier waarop Defensie zich ontwikkelt is het heel aantrekkelijk om voor bepaalde taken een flexibele schil te hebben, om zo de fulltime militairen vrij te maken voor andere taken. Een manier om dat te doen, is door ervoor te zorgen dat jongeren die hierin geïnteresseerd zijn dit goed met hun studie kunnen combineren. Zo wordt het heel aantrekkelijk gemaakt.’
Ook UvA-student prinses Amalia is sinds kort in opleiding tot reservist. Zij begon dit najaar, naast haar studie Nederlands recht, als werkstudent aan de deeltijdopleiding aan het Defensity College. Amalia is nu matroos der derde klasse bij de Koninklijke Marine en soldaat der derde klasse bij de landmacht en de luchtmacht.
Kritiek
Toch kiest de UvA hier vooralsnog dus niet voor. Rond hoger onderwijsinstellingen die de minor al wel aanbieden, klinkt hier en daar ook wat kritiek. Zo noemde Michiel Bot, universitair hoofddocent aan de rechtenfaculteit in Tilburg, het in gesprek met RTV Utrecht ‘schrikbarend’ dat er op deze manier wordt samengewerkt tussen het leger en onderwijs. Kruizinga: ‘In heel algemene zin kan ik me voorstellen dat men zou kunnen vinden dat deze stap een bepaald normatief karakter heeft. Alsof het volgen van zo’n minor iets is wat van studenten wordt verwacht.’
Om die zorg weg te nemen, wijst hij op het facultatieve karakter van de opleiding. ‘Het is voor studenten een vrije keuze. Dit is gewoon één van de routes die je kan volgen om reservist te worden, daar zie ik geen problemen mee. Niet in deze vorm in ieder geval. Maar wat je hier ook van vindt, het is in ieder geval goed om het op de universiteit meer over dit onderwerp te hebben. Dat zou verder moeten gaan dan een gemakzuchtig “dit gaat ons niet aan,” vind ik.’