De nieuwe Asva-voorzitter Sahand Mozdbar ziet het liefst studenten gezamenlijk op de barricaden. Tegen samenwerkingen met Isräel, het schrappen van Engelstalige studies en zware bezuinigingen. Voor alle politieke kleuren is er daarbij plaats, zegt de uitgesproken communistische Mozdbar.
Een gemeenschap creëren, dat is het persoonlijke doel van de nieuwe voorzitter van de Amsterdamse studentenvakbond (Asva) Sahand Mozdbar (23) dit jaar. Zelf weet hij hoe belangrijk dat is: op de middelbare school was hij een redelijk buitenbeentje met zijn piercings, wilde haarbos en T-shirts van bands als Black Sabbath en Iron Maiden. Maar door de wereld van het metal-genre weet gitarist en UvA-student Mozdbar tegenwoordig wat samenzijn kan betekenen.
In 2025/2026 vormt Mozdbar het bestuur van Asva samen met UvA-studenten Marijn Snel, Nina Cortès Niehe en Miko Kok en HvA-studenten Ayrton Anemaet en Rania Ezzimousa. Afgelopen jaar kwamen opvallend veel studenten op demonstraties van Asva af, stelt student filosofie Mozdbar. Hij hoopt dit jaar met die schijnbare toename in belangstelling ‘een activistische community voor álle studenten’ tot stand te brengen.
Asva doet mee met pro-Palestijnse UvA-bezettingen, je bent op social media zelf uitgesproken communistisch, draagt een keffiyeh en op je tas pronken Antifa-spelden. Is het niet wat naïef om te denken dat je een gemeenschap kunt vormen voor het hele politieke spectrum aan studenten?
‘Een onderdeel van het voorzitterschap is dat je je persoonlijke voorkeuren een beetje aan de kant zet. Ik probeer niet te kijken door een lens van links of rechts. Asva behartigt belangen van studenten over wonen, studie, betaalbaar leven en dergelijken, dat is voor elke student cruciaal. Mensen met een vooroordeel denken al snel “dat is een links clubje”. Maar bijvoorbeeld de huizenmarkt raakt iedereen, los waarvan je op het politieke veld zit.’
Maar oplossingen voor de huizenmarkt bijvoorbeeld, die zijn toch inherent links of rechts?
‘Klopt, wat je politieke overtuiging ook is we zijn er voor je, bedoel ik te zeggen. Maar we ontkomen er niet aan om een bepaalde ideologische insteek te hebben. We vullen elkaar als bestuur goed aan met verschillende achtergronden, maar over die ideeën zijn we het wel eens, denk ik. Zo geloven we niet in marktwerking op de woningmarkt, maar in volkshuisvesting. Dus in die zin hebben we op onderwerpen uiteindelijk wel een bepaalde politieke, misschien linkse kleur.’
Zulk links geluid dat binnen vakbonden, studentenpartijen en de academische wereld lijkt te heersen heeft te maken gekregen met een politieke tegenbeweging. De nieuwe rechts-conservatie studentenpartij VSP bijvoorbeeld zet zich af tegen het ‘woke-gedachtegoed’ aan de UvA. Hoe gaan jullie om met zulke ideeën?
‘We zijn geen politieke partij en komen op voor alle studenten. Daarom is het moeilijk om een lijn te trekken. Maar als er sprake is van racistische uitlatingen of het buitensluiten van bepaalde groeperingen dan zullen we wel op een bepaalde manier een grens moeten stellen. Dat is de paradox van tolerantie: soms moet je om inclusief te zijn mensen uitsluiten.’
Over uitsluiten gesproken: blijven jullie nog in contact met het corps ASC/AVSV na de gewelddadige misstanden van diens dispuut Thalia?
‘Asva heeft met de meeste studentenverenigingen banden, maar niet meer met het Amsterdamse corps sinds eerdere incidenten. Verenigingen zijn noodzakelijk voor een gemeenschapsgevoel, waar studenten met de huidige druk op hun studie, financiën en mentale welzijn terecht moeten kunnen. Maar daar zitten grenzen aan als een club over de scheef gaat. In de zaak van Thalia moet ik me nog inlezen, maar afhankelijk van elke casus bekijken we of we willen samenwerken.
In het verleden steunde Asva uitgesproken de pro-Palestinabezettingen. Blijft dat ook zo nu jullie grote geldschieter, de UvA, actief banden heeft verbroken met de Hebrew University en de samenwerking met Tel Aviv University onderzoekt?
‘Asva heeft een rijke geschiedenis van het ondersteunen van studentendemonstraties. Ik vermoed dat de steun voor protesten in de toekomst – ook gezien hoe de rest van mijn bestuur erin staat – niet verandert. De UvA heeft nog steeds banden via het fonds Horizon Europe met Israël. Terwijl, inmiddels is de hongersnood in Gaza kritiek geworden: sommige mensen zijn zo verhongerd dat ze niet eens meer te redden zijn. Dat speelt onder studenten en dus hebben wij daar ook een rol in. De activistische lijn van vorige besturen in de protesten zal daarom niet veranderen.’
Daarbij komen dan nog de ogenschijnlijk onontkoombare bezuinigingen van vorig kabinet op het hoger onderwijs: 1,6 miljard euro. Terwijl Asva zelf vorig jaar al een tekort had.
‘Met onze financiën gaat het nu prima. Wij verwachten niet verder gekort te worden. En daarnaast gaan we er alles aan doen om de bezuinigingen tegen te houden. Uiteindelijk maken wij geen beslissingen over waar en hoe er ingekrompen wordt, maar we kunnen wel met landelijke organisaties zoals de Landelijke Studentenvakbond zoveel mogelijk demonstreren om de bezuinigingen in het nieuwe kabinet stoppen. Ook voor internationals, zoals met het schrappen van Engelstalige bachelors als psychologie. ’
Studentenclubs hebben het steeds moeilijker om besturen te vinden. Waarom heb jij besloten toch een jaar van je leven te geven aan een studentenvakbond?
‘Ik ben me ontzettend bewust van het privilege van studeren. In mijn familie ben ik namelijk de eerste die die mogelijkheid heeft. Mijn vader is gevlucht na de revolutie in Iran van 1979 en later is mijn moeder naar hem in Nederland gekomen. Mijn familie was namelijk in Iran al links-activistisch, en daarom niet meer veilig. Hun activistische inborst heb ik meegekregen.’
‘Afgelopen jaar heb ik Het Vredescomité opgericht, een beweging die een tegengeluid biedt aan de militarisering van onderwijs. Zo was er volgens ons een plan van Defensie om samen te werken met universitaire onderzoekers om bezuinigingen te omzeilen, waar we ons tegen verzetten. Want dan zou je als onderzoeker zomaar mee kunnen werken aan oorlogsmaterieel in Israël bijvoorbeeld. Vanuit activisme in dat comité dacht ik: hoe kan ik meer van dit soort werk doen voordat ik klaar ben met mijn studie? Zo kwam ik uit bij Asva.’
En hoe zie je dan een gemeenschap voor je bij een belangenbehartiger als Asva?
‘Gemeenschappen maken het leven rooskleurig én vangen mensen op. Of dat nu een studentenvereniging, studievereniging of een studentenvakbond is. Als studentenvakbond moeten we bij uitstek luisteren naar studenten en ik denk dat daar onze opdracht ligt. We zullen bij actiegroepen aanwezig zijn, meer bij mbo-evenementen langskomen – vooral mbo’ers vinden ons nog te weinig - en bij elk evenement leren wat er speelt. We moeten niet links-moralistisch zijn, maar juist een luisterend oor bieden aan alle studenten.’