Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
UvA-promovendus: zwanger worden gaat nog altijd ten koste van je onderzoek
Foto: Unsplash
actueel

UvA-promovendus: zwanger worden gaat nog altijd ten koste van je onderzoek

Matthias van der Vlist Matthias van der Vlist,
2 juli 2025 - 13:46

Promovendi die een kind krijgen tijdens hun traject krijgen minder onderzoekstijd dan hun collega’s. Ellen Algera ervoer dit zelf tijdens haar promotietraject aan de UvA – en deed hier onlangs melding van bij het landelijk meldpunt discriminatie. 

Werknemers bouwen tijdens zestien weken zwangerschapsverlof normaal gesproken negen vakantiedagen op. Maar bij promovendi worden deze dagen niet gecompenseerd in contractverlenging. Ook kolftijd wordt niet verrekend: moeders hebben wettelijk recht op het besteden van 25 procent van hun werktijd aan kolven — maximaal negen maanden lang — zonder loonverlies. Voor een werkweek van 40 uur komt dat neer op tien uur kolftijd per week. Promovendi doen promotieonderzoek binnen een strikt afgebakend contract, en verliezen zo onderzoekstijd die niet gecompenseerd wordt.

 

Sommige promovendi proberen via een omweg tóch een vorm van compensatie te regelen voor kolven. Door ouderschapsverlof niet in volle dagen op te nemen, maar in losse uren voor het kolven (tegen 70 procent loon), kunnen ze die tijd aan het einde van hun contract laten meetellen als verlenging. Maar dat betekent wél inleveren op inkomen — en dat voelt wrang voor iets waar wettelijk recht op bestaat.

 

Het eerlijkste scenario, zegt UvA-wetenschapper Ellen Algera, zou zijn dat er simpelweg extra tijd aan het einde van het traject wordt toegevoegd voor de weken die zijn opgegaan aan kolven en opgebouwde vakantiedagen. Maar dat gebeurt nu niet.

 

Tel dat bij elkaar op, en het verschil met mannelijke collega’s is aanzienlijk: vrouwelijke promovendi moeten in minder tijd hetzelfde onderzoek afleveren. ‘Dat is discriminatie op basis van geslacht,’ stelt Algera, die dit jaar haar proefschrift bij de UvA inleverde en dit zelf ervaarde. Ze heeft melding gemaakt bij het landelijk meldpunt discriminatie — de eerste stap richting een toetsing van de cao bij het College voor de Rechten van de Mens. Samen met juristen bereidt ze dat verzoek momenteel voor.


In 2025 was 52 procent van de promovendi in Nederland vrouw. De gemiddelde leeftijd wanneer een PhD wordt afgerond in Nederland is 33 jaar en vrouwen krijgen in Nederland gemiddeld hun eerste kind in hun 31e levensjaar. Precies hoeveel promovendi zwanger zijn tijdens hun promotietraject is onbekend, maar volgens de statistieken krijgen vrouwen hun eerste kind gemiddeld tegelijkertijd wanneer zij midden in hun PhD zitten.

 

‘Duidelijk oneerlijk’
Algera, die in 2018 aan haar promotietraject aan de UvA begon, kreeg tijdens haar aanstelling twee kinderen. Tijdens haar zwangerschaps- en ouderschapsverlof en kolftijd lag haar onderzoek stil. ‘Ik moest keuzes maken die mannen zonder kinderen nooit hoeven maken: ga ik kolven of ga ik schrijven? Neem ik ouderschapsverlof met minder salaris, of lever ik onderzoekstijd in?’ De zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt gecompenseerd met verlenging van het promotietraject maar, de opgebouwde vakantiedagen tijdens dit verlof niet, en ‘dat is oneerlijk,’ zegt Algera. Die vakantiedagen zijn bedoeld om uit te rusten, ‘en zwangerschaps- en ouderschapsverlof is geen vakantie. Uiteindelijk kreeg ik voor de twee zwangerschappen 32 weken verlenging, maar geen tijd om ook vakantie te nemen tijdens die 32 weken.’

‘Het is zo duidelijk oneerlijk en juridisch niet goed’
Ellen Algera
Ellen Algera

‘Het is zo duidelijk oneerlijk en juridisch niet goed,’ zegt Algera over dat mannen wel hun volledige promotietraject kunnen benutten en vrouwen die kinderen krijgen niet. ‘Ik krijg het gevoel dat er mensen zijn, vaak mannen, op bepaalde plekken met autoriteit die dit probleem niet belangrijk vinden. We weten dat er al veel vrouwen uitvallen in de wetenschap, en vooral rond de tijd dat ze kinderen krijgen. Ik dacht: verdorie. Willen we nog meer vrouwen kwijtraken in de wetenschap?’ De overheid heeft in 2022 een rapport uitgebracht dat het verschil tussen mannen en vrouwen in hun vertrek uit de wetenschap vooral door moederschap verklaard wordt. ‘Als we geld uitgeven aan rapporten dan moeten we er ook wat aan doen. Wie a zegt moet ook b doen,’ zegt Algera.

‘Het leek soms wel nattevingerwerk’

Nattevingerwerk

Algera merkte al snel hoe versnipperd de regels rondom verlenging waren nadat ze voor de tweede keer zwanger was geweest. ‘Ik ging in gesprek met HR over de verlenging omdat ik duidelijkheid wilde over een nieuwe einddatum. Ik had inmiddels twee keer zwangerschapsverlof gehad, maar ook steeds ouderschapsverlof opgenomen, dus het was best wel een rekensom. Het was erg onduidelijk hoe nu precies de nieuwe einddatum tot stand kwam, het leek soms wel nattevingerwerk. Dan kreeg ik een bepaalde verlenging en daarna was het toch ineens een maand minder, zonder dat het duidelijk werd waarom precies. Ik dacht: moet ik dit maar gewoon geloven?’ Vervolgens heeft Algera zelf de rekensom gemaakt en stuitte toen op de kwestie rondom het opbouwen van vakantiedagen tijdens verlof.


Het probleem kaartte Algera aan bij haar vakbond, de AOb, die haar niet goed ondersteunde, zegt Algera. ‘Ik begon een vakantiestaking - ik nam mijn laptop mee op vakantie met mijn gezin om verder te werken omdat ik mijn proefschrift op hetzelfde niveau wilde tillen als andere collega’s.’ Uiteindelijk schreef de promovendus naar de decaan van haar faculteit van Maatschappij en Gedrag (FMG), die haar probleem begreep en uit coulance de extra verlenging regelde. ‘Het regelen van mijn verlenging zelf ging ook ten koste van mijn onderzoekstijd, waar andere PhD’ers waarschijnlijk ook tegenaan lopen,’ zegt Algera. Bij de FMG is de compensatie van vakantiedagen tijdens zwangerschapsverlof nu goed geregeld, bevestigt de Centrale Ondernemingsraad. Een verlenging voor kolftijd is niet vastgelegd. Er bestaat geen UvA-brede richtlijn voor opgebouwde vakantiedagen tijdens zwangerschapsverlof en kolftijd, dit wordt op niveau van de faculteiten afgesproken. Wel zal de UvA het vraagstuk agenderen in het landelijke overleg van koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) om tot een sectorbrede afspraak te komen, bevestigt HR-directeur Robert Grem.

Saskia Boumans
Saskia Boumans

Waarom vakbonden het niet regelen
Volgens UvA-promovendus Saskia Boumans, die promotieonderzoek verricht naar de rol van vakbonden en werkgevers in arbeidsrelaties, komt het gebrek aan verlenging bij zwangere PhD’ers voort uit de bijzondere arbeidsrelatie van promovendi. Zij bevinden zich op het snijvlak van werknemer en student, met een sterk persoonlijk belang bij de afronding van hun onderzoek, terwijl hun contractvoorwaarden vaak gebaseerd zijn op een generiek arbeidspatroon dat daar onvoldoende recht aan doet. Waar het nu om vakantiedagen gaat en kolftijd, werd contractverlenging bij zwangerschapsverlof pas expliciet in de cao opgenomen in 2018. Toch blijkt de uitvoering in de praktijk vaak onduidelijk, ongelijk en afhankelijk van instelling of leidinggevende, zegt Boumans.


Een belangrijk struikelblok zit in de financiering van promotietrajecten, zegt Boumans. ‘Universiteiten worden steeds vaker projectmatig bekostigd, waarbij elke promovendus feitelijk een eigen “potje” meebrengt — afkomstig uit bijvoorbeeld een NWO-subsidie of andere externe middelen.’ Omdat de universiteit juridisch de werkgever is, maar afhankelijk is van externe middelen, schuiven verantwoordelijkheid en uitvoering langs elkaar heen — met de promovendus als sluitpost.


Hoewel er brede erkenning is voor het probleem, belandt het bij cao-onderhandelingen telkens onderaan de stapel, zegt Boumans. ‘Iedereen is het erover eens dat dit opgelost moet worden, maar omdat het slechts een relatief kleine groep raakt, verdwijnt het snel van tafel.’ Vakbonden richten zich de laatste jaren vooral op thema’s die breder spelen, zoals het terugdringen van werkdruk, compensatie voor inflatie en het aanpakken van tijdelijke contracten. Dat promovendi met zwangerschapsverlof buiten de boot vallen, raakt daarmee ondergesneeuwd. Toch ligt de echte sleutel volgens Boumans elders: ‘Het is logisch dat mensen zich eerst tot vakbonden wenden. Maar omdat het hier om projectfinanciering gaat, moet je dit probleem juist bij werkgeversorganisaties duidelijk maken.’

Met zwangere PhD’ers naar het College
Algera is het niet helemaal eens met die benadering. ‘Ik snap dat het een kwestie van financiering is, maar in de kern is dit een juridische en principiële kwestie: het is ongelijke behandeling op basis van geslacht. En dat mag eenmaal niet. Als ik naar het College voor de Rechten van de Mens stap en die zouden stellen dat dit discriminatie is, kunnen werkgeversorganisaties en vakbonden er niet meer om heen.’ Uitspraken van het College zijn overigens niet bindend maar worden vaak wel doorgevoerd in beleid.


Algera zoekt nog naar promovendi die nadeel ervaren van de manier waarop de verlenging wordt geregeld in de cao, zowel voor het zwangerschapsverlof als voor kolftijd, voor een stap naar het College voor de Rechten van de Mens. ‘Ik maak me geen zorgen of ik die persoon kan vinden. Sinds mijn uitlatingen op LinkedIn krijg ik tientallen berichten van promovendi die precies hetzelfde meemaken.’ Ondertussen heeft Algera contact met onder andere UNL: ‘ik heb ook goede hoop dat naar het College gaan niet nodig is. Maar als we er nu niet uitkomen, stap ik naar het College voor de Rechten van de Mens.’

website loading