Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
College in gebouw Lab42 op het Science Park.
Foto: Liesbeth Dingemans (UvA)
actueel

Kan het onderwijs bij FNWI toe met minder student-assistenten?

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
20 maart 2025 - 11:59

Alle faculteiten van de UvA moeten de broekriem aanhalen, ook de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI). En dat betekent: minder keuzevakken, grotere werkgroepen en fors minder student-assistenten. Gaat dat ten koste van de kwaliteit van het onderwijs?

Met de stijgende kosten, een daling van het aantal (internationale) studenten en de bezuinigingen in het hoger onderwijs, moet de faculteit FNWI de komende jaren scherp aan de wind zeilen om het budget weer onder controle te krijgen. Dat staat in het meerjarenplan van de faculteit, dat het directieteam volgende week inlevert bij het College van Bestuur (CvB).

 

Ontslagen vallen er vooralsnog niet. Met inzet van reserves, besparing van vierkante meters (de afstoot van SP107, het gebouw naast het Nikhef) en andere optimalisaties moet de begroting van 2025 tot min 5,5 miljoen euro beperkt blijven. Vanaf 2028 moet de balans weer op nul staan.

 

En dus moet er de komende jaren flink bezuinigd worden, iets waar ook het onderwijs niet aan ontkomt. Het assortiment aan keuzevakken wordt kleiner, de werkgroepen worden groter en er zullen minder student-assistenten worden ingezet. Welke gevolgen heeft dat voor de kwaliteit van het onderwijs?

Marcel Vreeswijk, vice-decaan FNWI
Foto: Monique Kooijmans (UvA)
Marcel Vreeswijk, vice-decaan FNWI

Minder student-assistenten
Vooralsnog zijn de effecten op de kwaliteit van het onderwijs minimaal, denkt Marcel Vreeswijk, vice-decaan van FNWI. Veel zaken in het onderwijs kunnen namelijk nog efficiënter georganiseerd worden, volgens hem. Daarnaast geldt dat door de afname van het aantal studenten op de bètafaculteit – een trend die de komende jaren volgens de prognoses door zal zetten – er ook minder student-assistenten nodig zullen zijn.

 

Daarnaast komen er altijd minder studenten opdagen bij de werkgroep dan verwacht. Vreeswijk: ‘De onderwijsstaf is dan vaak al wel ingehuurd en dat is weggegooid geld.’ Om die reden wil Vreeswijk de werkgroepen ‘normaliseren’, wat inhoudt dat voor elke werkgroep een groepsgrootte van 20 à 25 studenten wordt ingesteld. Dat aantal wordt nu vaak niet gehaald omdat er altijd studenten zijn die niet op komen dagen, soms omdat ze zich voor meer vakken inschrijven dan ze uiteindelijk volgen. Vreeswijk: ‘Om die reden hebben we ook ingevoerd dat studenten in het 5de semester van 30 EC (studiepunten) nog maar tot 42 EC maximaal mogen over-inschrijven.’

‘Naar schatting zullen er in het komende academisch jaar 20 procent minder student-assistenten zijn ten opzichte van 23/24’
Robin Wacanno, commissaris onderwijs bij de facultaire studentenraad (FSR) van FNWI
Robin Wacanno, commissaris onderwijs bij de facultaire studentenraad (FSR) van FNWI

Door de grotere werkgroepen zal het aantal contact- en feedbackmomenten voor studenten afnemen. ‘Tot nu toe hadden we geregeld twee begeleiders op een werkgroep van vijftien à twintig student,’ vertelt Robin Wacanno, commissaris onderwijs bij de facultaire studentenraad (FSR) van FNWI en sinds 2019 student-assistent bij informatica. ‘Dan konden we een werkcollege met veel vragen soms al niet aan. Als dat één begeleider gaat worden of als de groepen groter worden is er nog minder ondersteuning per student.’

 

In plaats van student-assistenten zullen er vaker docenten en promovendi ingezet worden om werkgroepen te begeleiden. ‘We hebben gekozen om het werk te doen met de mensen die we hebben,’ legt Vreeswijk uit. ‘En dus om te bezuinigingen op zzp’ers en externen. Dat zijn ook student-assistenten.’ Dat zou volgens Vreeswijk zelfs ten goede komen aan de kwaliteit van het onderwijs omdat onderzoekers en promovendi meer ervaring en vakinhoudelijke kennis hebben dan student-assistenten.

 

De FSR ziet ook de keerzijde van dat beleid. ‘Ik begrijp dat de faculteit moet bezuinigen en de bezuiniging op student-assistenten is relatief eenvoudig omdat het contract elk half jaar wordt vernieuwd,’ zegt Wacanno. ‘Maar een student-assistent kan een student soms juist beter helpen omdat ze het vak vrij recent hebben gevolgd en dichter bij de stof staan. Promovendi komen vaak van een andere universiteit en moeten zich het vak eerst eigen maken. Ook spreken student-assistenten vaker Nederlands, de taal van de bachelors bij FNWI, terwijl promovendi vaker Engels spreken. Inhoudelijk zijn de promovendi erg sterk maar ze staan vaak verder af van de studenten.’

Chase Broedersz, opleidingsdirecteur van de bachelor natuur- en sterrenkunde
Foto: VU
Chase Broedersz, opleidingsdirecteur van de bachelor natuur- en sterrenkunde

Dat erkent ook Chase Broedersz, opleidingsdirecteur van de bachelor natuur- en sterrenkunde aan de UvA en VU. ‘We passen de maatregel nu vooral toe waar we denken dat het een meerwaarde kan zijn voor het onderwijs. Om die reden worden student-assistenten bij de eerstejaarsvakken en sommige tweedejaarsvakken nog wel ingezet en wordt er vooral bij ouderejaarsvakken meer met promovendi en docenten gewerkt.’

 

‘Onze schatting is dat dit een reductie van 20 procent van student-assistenten oplevert in het academisch jaar ’25/’26 ten opzichte van 23’/24’,’ zegt Broedersz. ‘Dat levert een significante besparing op. Je bespaart niet alleen op de salarissen van student-assistenten maar ook op alle administratie achter de schermen om de contracten te regelen. Het geld dat we daarmee besparen gaat terug naar de onderzoeksinstituten, zodat het binnen de universiteit blijft.’

 

Hogere werkdruk docenten
Met de besparing op student-assistenten moeten onderzoekers meer onderwijs gaan geven. ‘Dat kan, omdat wat we nu meer onderwijscapaciteit hebben dan we gebruiken,’ zegt Broedersz, ‘Maar er is wel een maximale capaciteit. Er moet namelijk ook tijd overblijven voor onderzoek.’

 

Daarom wil de faculteit de maatregel stapsgewijs in voeren. Broedersz: ‘Dit jaar vragen we onze staf om minder met student-assistenten te werken en de werkgroepen groter te maken. In september willen we de student-assistenten in het tweede en derde jaar van de bachelor afbouwen. Zo willen we kijken of we een cultuuromslag kunnen bewerkstelligen en tegelijkertijd een vinger aan de pols houden om te voorkomen dat mensen overbelast raken.’

‘We hebben alle lucht die nog in het onderwijssysteem zat er nu wel uitgehaald. Dus als we in 2028 nog zo’n klap krijgen dan is de lol er echt wel af’

En dat kan de komende jaren betekenen dat onderzoekers minder onderzoek doen, volgens Vreeswijk. ‘Dat past juist goed in het Erkennen & Waarderen-programma, waardoor je als onderzoeker niet langer alleen wordt afgerekend op onderzoeksresultaten. Dat programma biedt juist heel veel ruimte om je te profileren op onderwijs.’

 

Bovendien kan het er volgens Vreeswijk toe leiden dat docenten studenten meer betrekken in het onderzoek. ‘Ik zie nu al gebeuren dat onderzoekers in tijdnood master- of bachelorstudenten inschakelen voor hun onderzoek. Dat kan juist interessant zijn voor het onderwijs.’

 

Kleine keuzevakken

En dan zijn er nog de kleine keuzevakken, vakken met minder dan tien studenten, waarin geschrapt gaat worden bij FNWI. ‘De vakken die dienen als portaal naar een onderzoeksdomein met veel kansen voor studenten proberen we in de lucht te houden,’ aldus Vreeswijk. ‘Maar de hoeveelheid vakken die er nu zijn kunnen we niet in stand houden. Het gaat ook om alles eromheen, de roosteraars, cijferverwerking, studieadviseurs, examencommissie, en ook de werkdruk voor de U-lijners.’

 

Dat is wel een gemis volgens Vreeswijk. ‘Een keuze aanleveren hoort ook bij de kwaliteit van het onderwijs. We hebben met deze maatregelen alle lucht die er nog in het onderwijssysteem zat er nu wel uitgehaald. Dus als we in 2028 nog zo’n klap krijgen – en we echt onderzoeksrichtingen dicht moeten gaan zetten voor studenten – dan is de lol er echt wel af.’ Al blijft hij optimistisch. ‘Met de huidige maatregelen kunnen we toch een goede toekomst tegemoet zien.’

Podcast De Illustere Universiteit - Artikel
website loading