Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
De nieuwe FMG-decaan Christa Boer.
Foto: Romain Beker
actueel

Nieuwe FMG-decaan Christa Boer: ‘Juist nu moeten we de maatschappij laten zien hoe waardevol we zijn’

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
16 december 2024 - 08:00

Sinds september is Christa Boer de nieuwe decaan van de Faculteit Maatschappij & Gedrag (FMG). Geen gemakkelijke tijd om te beginnen met de bezuinigingen, vernederlandsing en de voortdurende pro-Palestinademonstraties. Hoe waren haar eerste maanden? ‘Ik ben blij dat het glas bij mij altijd halfvol is.’

‘Waar willen jullie me hebben voor de foto?’ Christa Boer opent de deur van haar kantoor. Een opgeruimde kamer met een boekenkast, bureau en een vaas met bloemen op tafel. Aan de muur hangt een groot abstract schilderij. ‘Dat schilderij is nog van Agneta,’ zegt ze, verwijzend naar haar voorganger Agneta Fischer. ‘Ik wil er wat hangen dat bij mij past.’

 

We dalen af naar de balustrade op de eerste verdieping terwijl Boer ons de weg wijst door een gebouw dat ze een paar maanden geleden nog niet kende. ‘Vroeger werden hier exacte vakken gegeven en waren de lokalen kleiner. Maar om ruimte te creëren zijn alle plafonds hier doorgebroken.’    

 

Een gesprek met Christa Boer voelt als een warm bad. ‘Ik hou heel erg van mensen, van warmte en gezelligheid.’ Haar hoofd werkt goed op complexiteit en chaos en zit vol ballonnetjes met ideeën over koers en een tienjarenplan. ‘Maar tegelijkertijd houd ik ook van wetenschap en technologie. En houd ik mijn kamer opgeruimd.’

Decaan Christa de Boer: ‘Ik ben een lachebek, het leven is al treurig genoeg.’
Foto: Romain Beker
Decaan Christa de Boer: ‘Ik ben een lachebek, het leven is al treurig genoeg.’

Haar man, een instrumentmaker, wist die eigenschappen te vangen in een metalen hart met losse radartjes dat hij maakte toen ze trouwden. Een hart dat, als je eraan draait, verandert in chaos, en daarna weer in een hart. Prenten van dat hart wil Boer ophangen in haar kantoor. ‘Grappig hè. Het hart is net een huwelijk of een leven.’

 

Hoe zijn de eerste maanden als decaan bevallen?
‘Ik vond het heel spannend om hier te beginnen in een nieuwe faculteit én universiteit, met toch een hele andere cultuur dan de Vrije Universiteit. Zou ik aan de UvA wel dezelfde vertrouwdheid kunnen opbouwen als ik bij de VU gewend was, vroeg ik me af. Inmiddels kan ik wel zeggen dat dat gelukt is, ik voel me hier heel erg thuis.’

 

‘Qua persoon pas ik misschien ook wel meer bij de UvA. Ik hou van het decentrale, het chaotische, de autonomie, zeggen wat je denkt. In de medische wereld is alles wat hiërarchischer, meer in de lijn georganiseerd.’

 

Wat kan uw medische achtergrond toevoegen bij de FMG?
‘In mijn rol als vice-decaan bij geneeskunde heb ik gemerkt dat de transitie van de opleiding naar de maatschappij mij steeds meer boeide. Daar kan ik waarde toevoegen. Ik heb er mede voor gezorgd dat de cum laude-regeling bij geneeskunde werd afgeschaft, de selectie werd ingericht op diversiteit, en dat de master zonder cijfers werd ingericht. Ook heb ik gezorgd dat  “de witte jas” werd weggehaald uit de voorlichtingsmaterialen. Een arts is namelijk niet alleen een specialist in het ziekenhuis, vijftig procent van de artsen bevinden zich buiten de ziekenhuismuren. Ook heb ik gewerkt aan een campagne over sociale veiligheid met een app om grensoverschrijdend gedrag te melden. Dat zijn allemaal dossiers met een lading waar je bepaalde skills voor nodig hebt, die neem ik mee.’

CV Christa de Boer

Sinds 1 september 2024 decaan Faculteit Maatschappij en Gedrag

2014 – 2018 hoogleraar perioperatieve zorg, anesthesiologie, VUmc

2002 – 2005 onderzoeker en universitair docent fysiologie en anesthesiologie, VUmc

1996 – 2001 PhD fysiologie, VU Amsterdam

1990 – 1996 biomedische wetenschappen, Universiteit Leiden

1971 geboren te Lisse

Met de bezuinigingen in het hoger onderwijs, de Wet Internationalisering in Balans (WIB) en de pro-Palestinademonstraties aan de universiteit is het geen makkelijke tijd om aan te treden als decaan.
‘Dat hoor ik meer, iemand vroeg me zelfs waarom ik er aan begon. Tegelijkertijd past het ook wel weer bij mij, want ik zie altijd kansen. Bezuinigen klinkt heel negatief, en dat is het ook, zeker als het personen gaat raken. Maar het helpt ook om dingen op scherp te zetten. Afgelopen week kondigde autofabrikant Jaguar aan dat ze alleen nog maar elektrische auto’s gaan produceren. Dat is natuurlijk een enorm disruptieve boodschap, maar het creëert ook kansen. Zo’n bezuiniging is er nu eenmaal, maar laten we hem dan ook zo goed mogelijk inzetten.’

 

Terwijl de actiegroepen die demonstreren juist zeggen, bestuurders moeten de bezuinigingen niet als voldongen feit accepteren.
‘Dat is ook zo. En ik geloof heel erg in onderwijs als stuwende kracht voor verandering. Als universiteit kun je echt bijdragen aan grote transities in de maatschappij. Aan de andere kant: als er schaarste is ga je anders naar de dingen kijken en dat is nooit slecht. Het zorgt ook juist voor creativiteit. De universiteiten in de regio hebben al best wel lang last van een terugloop van studenten en daar allerlei initiatieven voor ingericht. Als je heel lang rijkdom hebt gekend hoef je daar niet over na te denken. Zo kun je er ook naar kijken.’

 

Tegelijkertijd wordt er ook gekort op starters- en stimuleringsbeurzen waardoor jonge onderzoekers het zwaarder krijgen.
‘Laat ik duidelijk zijn: de bezuinigingen gaan natuurlijk enorme impact hebben. Ik zit hier heel vrolijk te vertellen maar dat moet niet de toon zijn. Maar als ons dit allemaal gaat overkomen dan kun je niet pas gaan werken aan een plan als het al is gebeurd.’              

‘De WIB vind ik persoonlijk echt een slagveld. Onze zeven Engelstalige opleidingen worden bedreigd, we weten niet wat de uitkomst gaat zijn’

‘Een van de eerste acties die ik heb ingezet is om een nieuwe strategieontwikkeling voor onze faculteit op de starten met een extern bureau. Dat bureau gaat scenario’s uitwerken voor onze faculteit in 2035 op basis van de input van onderzoekers, docenten, promovendi en mensen van buiten de universiteit. Ook zijn we in gesprek met de VU en de Universiteit Leiden. Ik merk dat werken aan een plan ook energie geeft. Juist in tijden van bezuiniging is het belangrijk om aan een sterke faculteit te bouwen met een duidelijke boodschap.’

 

En die boodschap is?
‘Dat FMG van belang is voor de maatschappij. Want ik merk in de hele discussie over de bezuinigingen dat dat nog niet duidelijk is. Bij geneeskunde is dat super simpel – iedereen weet hoe onmisbaar artsen zijn in de samenleving. Maar weet iemand in een dorp buiten de Randstad uiteindelijk wat communicatiewetenschappers en politicologen doen? Ik denk het niet. Daar kan ik als decaan een rol in spelen.’

 

‘Maar de Wet Internationalisering in Balans (WIB) vind ik persoonlijk echt een slagveld. Onze zeven Engelstalige opleidingen worden bedreigd, door de Toets anderstalig onderwijs, en we weten niet wat de uitkomst gaat zijn. Ik vind het ook een heel plat vraagstuk geworden. Het gaat vooral om aantallen, terwijl de WIB tegelijkertijd ook ten koste gaat van het onderwijs voor Nederlandse studenten. Onze internationale tracks trekken juist ook veel Nederlandse studenten. Zo kiezen studenten bij communicatiewetenschap juist voor de internationale track omdat ze het interessant vinden om in een internationale context met elkaar van gedachte te wisselen. Daar wordt helemaal niet over na gedacht. We zeggen allemaal de EU is heel belangrijk, terwijl we tegelijkertijd de internationalisering beperken, ik vind dat best moeilijk te verkopen.’

 

Waar maakt u zich het meest zorgen over van alle bezuinigingen?
‘Vooral over de impact die het heeft op individuele medewerkers. In 2025 zal die impact nog beperkt zijn, maar wat daarna? Die onzekerheid, dat internationale collega’s zich ongewenst voelen, dat vind ik nog het meest zorgelijk.’

‘De WIB vind ik persoonlijk echt een slagveld. Onze zeven Engelstalige opleidingen worden bedreigd, en we weten niet wat de uitkomst gaat zijn’

‘En ook verdrietig. Hoe kan ik de internationale collega’s geruststellen als ik niet weet wat het eindplaatje gaat worden? Ikzelf heb makkelijk praten, ik woon in de polder hier vlakbij en ben Nederlander. Ik heb zelf ook in het buitenland gewerkt, en als je zo’n anti-internationale boodschap krijgt, dan zou ik dat heel heftig vinden.’

 

Ben je gaan demonstreren tegen de bezuinigingen?
‘Jazeker, op het Malieveld. Ik moet eerlijk bekennen, het was mijn eerste demonstratie. Bij de VU en het Amsterdam UMC zie je dit soort acties niet zoveel.’

 

De studenten en docenten bij FMG zijn vast een stuk mondiger dan bij de geneeskundefaculteit.
Ze aarzelt even. ‘Mondiger is niet helemaal het woord. Het is heel belangrijk dat mensen hun stem kunnen laten horen. Maar het is wel een individuele keus of mensen meedoen aan een demonstratie of aan een staking. Het gaat om de ruimte die je elkaar daarin gunt. Ook bij het Amsterdam UMC hadden we verpleegkundigen die staakten, maar dat kan gewoon. Ik kan het nog niet goed duiden, maar ik merk wel dat er hier een andere dynamiek is. Of je wel of niet meedoet met een staking of een demonstratie is hier onderwerp van gesprek. En de vraag: “Doe je mee?”, heeft al een boodschap in zich.’

 

Moet de UvA haar samenwerkingen met Israëlische onderzoeks- en onderwijsinstellingen verbreken?
‘Als je altijd maar één of twee meningen hoort over het dilemma en niet die andere tien, vind ik het heel lastig om er iets over te zeggen. Ik wil mezelf daarvoor de tijd gunnen en mensen in de breedte van de organisatie hierover spreken. Deze discussies zijn niet in één dag ontstaan. Bij de moeilijkste dilemma’s in mijn vorige rol, was uiteindelijk het helemaal ontrafelen van wat er allemaal speelt, ook een sleutel tot een oplossing.’

 

‘Maar dat is allemaal niet in drie maanden te doen.’ Ze lacht. ‘We zitten nu wel gelijk hele zware thema’s te bespreken, en dit is pas m’n kennismaking.’

 

Maar u was natuurlijk wel gewaarschuwd dat deze onderwerpen hier spelen.
‘Ik denk dat er op dit moment in bijna elke sector dilemma's zijn als je op een positie zit als de mijne. En als ik het niet kan dragen, wie moet het dan dragen? Dit is ook waar ik voor gekomen ben.’

 

En viel dat de eerste maanden mee of tegen?
‘Nou, ik denk dat ik heel blij ben dat bij mij het glas altijd halfvol is. Ik zie altijd wel ergens een klein lichtpuntje. Het gaat de komende jaren heel belangrijk worden dat we aan de maatschappij laten zien hoe waardevol we zijn. Als ik daar iets in kan doen, dan vind ik deze baan al geslaagd.’

website loading