Meerdaagse festivals zijn in Nederland traditioneel populair onder studenten en jongeren, maar in de afgelopen jaren stegen de prijzen voor een ticket ongekend hard. De afgelopen weken begon de kaartverkoop van bekende festivals als Down The Rabbit Hole en Best Kept Secret, en ook voor komende zomer zijn de tickets weer prijziger dan vorig jaar. Zijn dergelijke festivals nog wel te betalen voor studenten?
Het ontstaan van de eerste festivals ging hand in hand met een periode in de geschiedenis waarin zich voor het eerst een unieke jongerencultuur aftekende. De iconische eerste editie van Woodstock, die zich afspeelde in 1969, was gebaseerd op een tegenbeweging van jongeren die zich massaal afzetten tegen hun ouders en overheden.
In diezelfde periode ziet in Nederland ook Pinkpop het levenslicht, dat uit een vergelijkbare behoefte voortkwam om jongeren samen te brengen. Er was te weinig te doen voor Limburgse jongeren, zo oordeelden de oprichters, dus moest er iets worden georganiseerd. En zo geschiedde. Op Tweede Pinksterdag van 1970 stonden tienduizend (veelal jonge) mensen voor 3,50 gulden samen op een festival te dansen. Zelfs de organisatie bestond toen nog uit jongeren. Jan Smeets, tot 2020 festivaldirecteur bij Pinkpop gebleven, sloot zich op drieëntwintigjarige leeftijd bij de organisatie van het festival aan.
Nu, meer dan vijftig jaar later, is het nog maar de vraag of de almaar duurder wordende festivals er nog steeds zijn voor diezelfde groep jongeren. Alle grote festivals in Nederland hebben hun prijzen de afgelopen jaren drastisch verhoogd. Vooral na de coronapandemie is een enorme stijging te zien. Zo kostte een ticket voor Best Kept Secret, inclusief campingplek, in 2019 nog 180 euro, terwijl een kaartje voor de editie van 2025 neerkomt op 299 euro. Een stijging van 66 procent. Voor Down The Rabbit Hole geldt dat een ticket je in 2019 169 euro kostte, terwijl de prijs voor komende editie is gestegen naar 299 euro. Een stijging van maar liefst 77 procent.
Next Generation
Festivalorganisatoren zijn zich bewust van het feit dat tickets op deze manier steeds minder toegankelijk worden voor studenten en jongeren. Best Kept Secret probeert dit probleem te ondervangen met het introduceren van Next Generation Tickets. Bezoekers die 21 jaar of jonger zijn op het moment dat het festival begint krijgen een korting van 30 procent. ‘Omdat we ons ervan bewust zijn dat jongeren het hardst geraakt worden door de hoge inflatie, en we ze toch een kans willen geven om erbij te zijn,’ zo is op de site te lezen.
Ook Eric van Eerdenburg, festivaldirecteur van misschien wel het populairste festival onder jongeren, Lowlands, baalt van de prijsverhogingen. ‘Je wil natuurlijk dat je festival zo toegankelijk mogelijk is voor je primaire doelgroep. En dat zijn natuurlijk jonge mensen die beginnen op de arbeidsmarkt, die student zijn,’ zegt hij eerder dit jaar in gesprek met BNR. Toch is de stijging van de kaartprijzen volgens Van Eerdenburg ‘onvermijdelijk.’ Voor een Lowlandsticket was een bezoeker in 2019 €210,- kwijt. Voor de editie van afgelopen jaar steeg de prijs naar €325,-. Een verhoging van 55 procent dus.
Het belang van het gezamenlijk beleven van dit soort evenementen, kan volgens muziekwetenschapper Vincent Meelberg niet worden onderschat, zo vertelt hij in 2021 aan Vox. ‘Het is niet voor niets dat jongerensubculturen zich rondom muziek vormen. Maar als je als punk of goth alleen op je kamer naar muziek luistert, kun je er geen identiteit aan ontlenen. Het draait er bij uitstek om dat samen met anderen te doen.’
Community
Dat beaamt UvA-docent Muziekwetenschap Sydney Schelvis. ‘Op festivals wordt een community gecreëerd. Ook op sociaal vlak ontlenen jongeren een deel van hun culturele identiteit aan de muziek waar ze naar luisteren en de festivals die ze bezoeken,’ legt hij uit. ‘Of je nou iemand bent die naar Wildeburg gaat, of juist vooral iemand wil zijn die absoluut niet naar Pinkpop gaat. Dat zegt iets over het type mens waar je je mee associeert.’
Ook voor festivalorganisatoren zelf is het volgens Schelvis cruciaal om jongeren en studenten aan zich te blijven binden. ‘Voor de duurzaamheid van een festival is het belangrijk dat ze de jongere doelgroep blijven aanspreken, ook al is dat niet de demografie met het meeste geld. Programmeurs proberen dat te doen door opkomende acts te boeken, maar dat lukt niet altijd even goed. Zo sloeg Pinkpop vorig jaar een behoorlijke flater, omdat het ze niet lukte de nieuwe generatie aan te spreken.’
Toch constateert hij dat de meeste grote festivals, ook nu de prijzen steeds verder stijgen, erin blijven slagen de jongere generaties te lokken. ‘Studenten moeten scherpe keuzes maken, en andere dingen laten liggen om nog naar Lowlands te kunnen. Toch raken dat soort festivals standaard uitverkocht. Het is vergelijkbaar met op vakantie gaan. Wat er ook gebeurt, dat festivalbezoek zal er komen. Het moment van de eerste aankondigingen en de kaartverkoop, nu iedereen een dertiende maand of wat vakantiegeld gestort krijgt, is ook handig gekozen. De zomervakanties zijn vaak nog niet geboekt, dus komt het festivalticket als eerste op je pad. Als dan de hele vriendengroep gaat, sla jij natuurlijk niet over.’
Over de toekomst van studenten en jongeren op festivals is Schelvis hoopvol gestemd. ‘Ik denk niet dat de tickets uiteindelijk zó duur worden dat het echt onbetaalbaar wordt. In Nederland worden de prijzen voor live muziek echt heel erg gedrukt. Een concert in Paradiso of de Melkweg is aanzienlijk goedkoper dan in Londen, Brussel of Parijs. Juist omwille van die jongeren. Ook festivaldirecteuren spreken zich hierover uit. Prijzen zoals op Coachella gaan we hier daarom echt niet krijgen.’