Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bonnie van Vugt
actueel

UvA’ers pleiten (weer) voor nieuw oorlogsmonument

Toon Meijerink ,
3 mei 2024 - 08:31

Tot op heden is er geen waardig monument voor UvA-slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, vinden een groep studenten en alumni. Daarom dienden zij opnieuw een voorstel in bij de UvA. ‘Er is geen update van het monument geweest sinds 1950.’

Vooralsnog is er geen geschikt monument voor UvA’ers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord, stelt een groep UvA’ers. Sinds 2022 probeert een groep studenten en onderzoekers de universiteit ertoe te bewegen een uitgebreidere herdenking te plaatsen, bijvoorbeeld in de vorm van een namenlijst of struikelstenen. Tot op heden is dat er nog niet.

 

Daarom stuurde de groep deze week naar de communicatieafdeling van de UvA een nieuw, uitgewerkt voorstel voor het oprichten van een vernieuwd oorlogsmonument. Twee jaar geleden vroeg het studenteninitiatief al om een update van het herinneringsplaquette dat nu in de Oudemanhuispoort hangt. In de aula hangt naast het belangrijkste en vrijwel enige oorlogsmonument op de UvA uit 1950 sinds 2022 ook een door de studenten gemaakte poster met een namenlijst. Een papieren poster is volgens het voorstel echter niet krachtig genoeg als monument.

Foto: Romain Beker
Plaquette uit 1950 op de Oudemanhuispoort

Het oorspronkelijke plaquette herinnert volgens het voorstel namelijk ‘louter zij die hebben gevochten in de oorlog of op een andere manier voor Nederland in de strijd zijn gevallen’. Navid Nail (28, inmiddels alumnus Art & Culture), die namens de groep UvA’ers die het voorstel indiende spreekt, stelt dat het bijna 75-jarige plaquette verouderd is. Een aanvullend monument voor de vele Holocaustslachtoffers en ‘andere slachtoffers van het nationaalsocialisme’ zou naast de bestaande plaquette op zijn plek zijn.

 

Namenmonument

Sinds 2022 is het de groep nog niet gelukt de UvA ‘tot actie te roeren’. Met het deze week verschenen voorstel hopen zij dat ze het initiatief wel te kunnen overdragen aan de universiteit. Verder onderzoek naar de volledige namen, plek van overlijden of aanvullende slachtoffers is daarbij nodig. ‘We kunnen het onderzoek als vrijwilligers niet allemaal zelf uitvoeren’, stelt de Duitse Nail. Zo ondervonden de studentonderzoekers dat enkele van de personen van de lijst die zij in 2022 ophingen eigenlijk gesneuveld waren in dienst van het Duitse leger.

 

De groep stelt twee mogelijke manieren van herinnering voor. Ten eerste, hopen zij op een monument met namen van de gevallenen, zoals dat ook in 2021 aan de Weesperstraat is opgericht voor Joodse slachtoffers. ‘Het herinneren van namen is steeds populairder in de herinneringscultuur’, verklaart Nail. ‘Je ziet zoiets nu vaak bij terroristische aanslagen, dat namen van de slachtoffers worden opgenoemd of demonstraties zoals het George Floyd-protest, dat de naam krijgt van een slachtoffer.’

‘Zolang er maar íets komt.’

Al in 1998 verscheen in het boek Een kwetsbaar centrum van de geest van UvA-hoogleraar Péjé Knegtmans een namenlijst van slachtoffers onder UvA-studenten en -medewerkers. Nail vindt het een gemis dat die lijst met namen nooit voor een monument is gebruikt en ‘nu wegslijt in de bibliotheek’.

 

Struikelstenen

Het tweede voorstel van de initiatiefnemers is om solpersteine (struikelstenen) neer te leggen bij UvA-gebouwen. Deze bronzen stenen worden met de hand gefabriceerd en kunnen door betrokkenen worden opgevraagd. De stenen dienen vervolgens in de grond voor universiteitsgebouwen waar UvA-slachtoffers studeerden of werkten te worden geplaatst.

 

‘Door de duur van dat proces is het een herinnering waar meerdere generaties aan deel zullen nemen’, legt het rapport uit. Niet alleen zal plaatsing tijd kosten, maar de geldelijke kosten kunnen volgens Nail oplopen tot ‘boven de 34.000 euro’. Maar, stelt de onderzoeker, ‘het collegegeld is net verhoogd. We moeten ons afvragen: wat zouden we kunnen verwachten van de universiteit voor die investering?’

Rol universiteit

Juist nu de universiteit te maken heeft met een ingewikkelde positie ten opzichte van de recente protesten in het heden, vindt Nail dat ‘een universiteit een duidelijke positie zou kunnen innemen binnen gruwelijkheden van het verleden.’ Nail hoopt daarbij dat een ‘goed onderzocht monument’ een stap kan zijn om de universiteit meer te laten zijn dan een ‘educatie-aanbieder’. De groep merkt daarbij op dat de UvA met platforms als ‘Decolonial Dialogues’ al wel gewillig is om na te denken over haar verleden.

 

De UvA vindt het voorstel een ‘goed idee’ en gaat de komende tijd onderzoeken hoe dit het beste vormgegeven kan worden. Mede wegens de vakantieperiode aan de UvA is dat niet meer gelukt voor de dodenherdenking zaterdagavond.

 

De groep initiatiefnemers hoopt simpelweg dat de universiteit een taakgroep opricht om zich bezig te houden met een nieuw monument, stelt Nail. ‘Waar het monument komt, hoe groot, hoe veel geld eraan gespendeerd dient te worden, dat laat ik graag aan de universiteit over. Zolang er maar íets komt.’

 

Foto: Daniël Rommens
De enige naam van een UvA-slachtoffer, geologiestudent Ary Prins, op een monument in Gebouw G