3. De positivisten
Als je ‘s ochtends achter je computer gaat zitten start je meteen SPSS op om je laatste enquêteresultaten in te laden. Je vindt dat we de wereld het beste kunnen begrijpen als we ervan uitgaan dat ‘ie normaal verdeeld is. Hoewel je het prettig vindt dat een quotum een helder en kwantificeerbaar concept is, vrees je dat de commissie erop uit is om statistische softwarepakketten als Stata universiteitsbreed te vervangen door een abonnement op postkoloniale en feministische boekenseries. Want je kent de kritiek op mainstream wetenschapsbeoefening natuurlijk wel, maar dat betekent niet dat je ook zin hebt om het te lezen. Dat houdt je alleen maar van je spreadsheet.
4. De Sywerts
In tegenstelling tot heel wetenschappelijk Nederland, vond jij dat Sywert het wel goed deed bij DWDD. Als je het niet eens bent met de getallen uit een onderzoek dat je niet aanstaat, dan verzin je er zelf wel een paar. Zo’n cum laude gepromoveerde mevrouw Slootman mag er dan een halfjaar mee bezig geweest zijn, dat betekent niet dat zij het beter weet dan jij. Want na een goed kwartier googelen tover jij cijfers tevoorschijn die perfect bij je mening passen. Elke tabel zet je naar je hand en daar schaam je je niet voor.
5. De classici
Je vindt het onbegrijpelijk dat de commissie zo voorbijgaat aan de Platonische rechtvaardigheidsleer. Je bent een studiebol en je tijd buiten de college-uren vul je met het bestuderen van Plato, Aristoteles en Kant. Op de wc heb je een pocketversie van Leviathan liggen. Het eeuwenoude spanningsveld tussen polis en oikos laat voor jou zien dat diversiteitsbeleid onzin is. Je komt niet graag buiten, maar op je zolderkamer ben je volgens de universele principes van de logica tot vier algemeen geldige wetten gekomen waaruit blijkt dat diversiteit op de universiteit een non-issue is.