Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Joost Knaap
actueel

'Als je behoefte hebt aan stilte, ga dan naar de wc!'

Joost Knaap,
13 november 2015 - 13:31
Deel op

Moet de UvA een stilteruimte openen? Deze vraag is de afgelopen tijd weer erg actueel. In september werd een ruimte gekraakt en vervolgens door de UvA gesloten, nadat een eerdere stilteruimte ook al gesloten was. Afgelopen dinsdag werd opnieuw een ruimte bezet en ingericht als stilteruimte. Naar aanleiding van alle commotie organiseerde Amsterdam United, een actiegroep voor diversiteit aan de UvA, gisteren ‘het grote stilteruimtedebat’. 

 

Hoewel in het verleden het wel of niet openen van een stilteruimte de gemoederen hoog heeft doen oplopen is het niet druk in de zaal waar het debat gehouden wordt. Zo'n twintig studenten en medewerkers, van wie het merendeel voorstander blijkt te zijn, is op het debat afgekomen. ‘We hebben geprobeerd tegenstanders hier te krijgen, maar die wilden niet komen,’ vertelt organisator Khadija Al Mourabit.


Halalkantine 

Student politicologie Yernaz Ramautarsing lijkt de enige tegenstander in de zaal te zijn, of in ieder geval de enige die van zich laat horen. Ramautarsing vindt dat de scheiding tussen kerk en staat gerespecteerd moet worden. ‘Het zijn altijd de religieuzen die anderen hun wil opleggen. Atheïsten vragen niet om een ruimte. We zijn een publieke universiteit, de universiteit is van ons allemaal en daar horen religieuze uitingen niet tussen.’ Als de universiteit een stilteruimte opent begeeft zij zich op een hellend vlak, volgens Ramautarsing. ‘Waar stop je? Komt er straks ook een halalkantine? Of moeten er ook voetbalkijkruimtes komen, voor de voetbalfans? Je woont niet op de universiteit. Als je behoefte hebt aan stilte kun je naar de wc gaan, of naar buiten.’

 

Weerstand

Docent antropologie Oskar Verkaaik is een van de weinige aanwezige UvA-medewerkers. Hij gaat tegen Ramautarsing in. 'Om in te gaan op het voetbal-argument: er zijn bijvoorbeeld al allemaal voetbalpools rondom WK’s en EK’s. Tijdens werktijd.’ Hoewel Verkaaik voorstander is, ziet hij ook problemen: ‘Het is een illusie dat iedereen er blij mee zal zijn, een stilteruimte roept weerstand op. Dat is nu eenmaal zo. Sommige mensen zullen zich daardoor minder thuis voelen op de universiteit, terwijl ander mensen zich juist meer thuis zullen gaan voelen. Daar moet een balans in gevonden worden.’ Verkaaik verwacht dat er meer weerstand zal zijn voordat de stilteruimte er is dan erna. ‘Dat zie je bijvoorbeeld ook bij moskeeën. In het begin zijn buurtbewoners bang voor de daling van huizenprijzen, de parkeergelegenheid en geluidsoverlast, maar zodra de moskee er eenmaal staat vinden ze het zo erg niet meer.’


Gebedsruimte
‘Laten we het ook maar meteen gewoon gebedsruimte noemen, in plaats van het eufemistische “stilteruimte”’, vindt Verkaaik. Toch ziet hij ook mogelijkheden voor een niet-religieuze invulling. ‘Een stilteruimte kan een plaats zijn waar mensen hun emoties kwijtkunnen. Een tijd geleden kregen ik en mijn collega’s te horen dat een collega ongeneeslijk ziek is. Dat was een uur voor de afdelingsvergadering, die uiteindelijk wel is doorgegaan, maar waar iedereen bezig was met andere dingen dan de agendapunten. Ik ben op een gegeven moment de zaal uitgelopen, omdat ik behoefte had aan rust. Voor zulke momenten heeft een stilteruimte ook een functie.’

 

Angst voor moslims 

Studentenpastor Riekje van Osnabrugge analyseert dat veel van de weerstand tegen de stilteruimte voortkomt uit de angst dat de ruimte toch vooral een gebedsruimte zal worden, die zal worden gebruikt door een specifieke groep: moslims. ‘Moslims moeten vanwege hun geloof nu eenmaal vaak bidden. Ik denk dat de weerstand tegen een stilteruimte voorkomt uit een angst voor moslims.’ Van Osnabrugge vindt dat voorkomen moet worden dat een groep een stilte of gebedsruimte gaat claimen. ‘Je moet zorgen dat de ruimte voor iedereen toegankelijk is en blijft. Dat mensen naar binnen lopen en met elkaar in gesprek gaan, met elkaar in verbinding komen.’

 

Aankomende dinsdag 17 november neemt het College van Bestuur een besluit over het al dan niet openen van een stilteruimte.