Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
De voormalige VOC-zaal in het Bushuis/Oost-Indisch huis, inmiddels bekend als de Kartini-zaal.
Foto: UvA
actueel

Koloniaal verleden UvA | Vooronderzoek schetst betrokkenheid bij slavernij

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
7 november 2025 - 18:00

De UvA was betrokken bij kolonialisme en slavernij in haar onderzoek en onderwijs. Dat blijkt uit het vooronderzoek naar het koloniale en slavernijverleden van de UvA, uitgevoerd door het NIOD. Vandaag werd het rapport overhandigd aan het College van Bestuur.

Over de ‘volle breedte van de universiteitsgeschiedenis’ is er aanleiding voor vervolgonderzoek naar het koloniale en slavernijverleden van de UvA. Dat concludeert Lauren Lauret, historicus en hoofdonderzoeker van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies, dat in opdracht van de UvA zelf zes maanden lang onderzoek deed naar het koloniale verleden van de UvA.

 

Het vooronderzoek benoemt zes onderwerpen waar vervolgonderzoek naar gedaan moet worden. Het gaat dan om de financiële en institutionele banden van de UvA; de bijzondere collecties zoals het Allard Pierson Museum, Museum Vrolik en het (voormalige) Zoölogisch Museum; de gebouwen; de gemeenschap; en het zelfbeeld van de UvA. Het is dus nog te vroeg voor conclusies. Toch schetst het rapport een eerste beeld van de banden van de UvA met kolonialisme en slavernij.

 

Koloniaal onderwijs

In onderwijs en onderzoek was de UvA betrokken bij kolonialisme en slavernij. Het Athenaeum Illustre, de voorloper van de UvA opgericht in 1632, speelde een belangrijke rol in het onderwijs aan de kinderen van de Amsterdamse elite. En vanaf 1877, het jaar dat het Atheneum een gemeentelijke universiteit werd, had de UvA de expliciete ambitie om de koloniën op te nemen in haar onderzoek en onderwijs. Lauret: ‘De universiteiten van Delft en Leiden hadden al een taak in het koloniale onderwijs en Amsterdam wilde dat ook.’

Lauren Lauret
Foto: Universiteit Leiden
Lauren Lauret

Ook waren er hoogleraren aan de UvA die betrokken waren bij de koloniën. Lauret: ‘Maar of daar ook over gesproken werd in de collegebanken weten we nog niet. Dat zijn vragen die in het vervolgonderzoek uitgezocht moeten worden.’

 

‘Wat mij opviel – en wat verder uitgezocht moet worden – is hoe de UvA de koloniën heeft gebruikt om het profiel van de universiteit te versterken,’ vertelt Lauret. Zoals de universiteiten zich vandaag de dag op verschillende manieren profileren was dat vroeger ook al het geval. ‘Aan de UvA was er de afstudeerrichting koloniale economie, daarmee onderscheidde de universiteit zich bijvoorbeeld van de handelsschool in Tilburg.’


Mythe van Barlaeus

Als oudste Amsterdamse universiteit, gesitueerd in de hoofdstad die het financieel centrum was van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), zou je verwachten dat de banden van de UvA met het koloniale verleden voor het oprapen liggen. Toch ontdekte Lauret in het onderzoek dat het vaak toch net even anders bleek te zitten.

 

‘Dat begint al met het verhaal over de eerste geleerde, Casper Barlaeus, die in 1632 het Atheneum Illustre oprichtte. Het verhaal dat het Atheneum een schooltje was om geleerde koopmannen af te leveren is een eigen leven gaan leiden. Barleus kon zijn broodheren heel goed naar de mond praten, maar de school was juist niet bedoeld om geleerde handelsmannen af te leveren. Het had een heel klassiek curriculum en was bedoeld om de Bijbel beter te leren begrijpen en dat soort zaken.’

 

Oost-Indisch Huis

Ook UvA-gebouwen hadden banden met koloniale activiteiten, zoals het Oost-Indisch Huis, dat als bestuurs- en administratiekantoor diende van de VOC. Toch verkreeg de UvA haar gebouwen niet via koloniale connecties: de gemeente wees de gebouwen toe aan de universiteit, blijkt uit het vooronderzoek. Vervolgonderzoek zou zich moeten richten op de vraag hoe decoraties in de gebouwen verband hielden met de koloniën.

‘Wat mij opviel – en wat verder uitgezocht moet worden – is hoe de UvA de koloniën heeft gebruikt om het profiel van de UvA te versterken’

De kritiek over de praktijken in de koloniën klonk ook regelmatig kritiek aan de UvA. Lauret: ‘Tijdens de benoeming van de eredoctoraten in 1932 werden bijvoorbeeld kritische pamfletten uitgedeeld die schande spraken van de benoeming van koloniale oliebaronnen in Nederlands-Indië, Henri Deterding en Hendrikus Colijn als eredoctor.’ Om conclusies te kunnen trekken moet volgens Lauret moet dus eerst uitgezocht worden welke rol de universiteit nu precies heeft gespeeld.

 

Volgens Machiel Keestra, initiatiefnemer van het onderzoek en Centrale Diversity Officer van de UvA, is de band van de slavernijgeschiedenis hem ‘in zekere zin meegevallen’. De directe banden tussen de UvA en het Athenaeum Illustre en de plantages en slavernij bleken ‘minder omvangrijk’ dan hij eerder had gevreesd en verwacht. ‘In vergelijking met sommige (buitenlandse) universiteiten is onze instelling niet specifiek opgericht voor kolonialisme en slavernij noch met specifieke fondsen afkomstig uit kolonialisme en slavernij betaald.’

 

Wat het belang van het onderzoek niet wegneemt, voegt Keestra toe. ‘Het Athenaeum is nauw verweven met de praktijken en gelden van kolonialisme en slavernij. En de moderne wetenschap heeft zich gelijktijdig ontwikkeld met kolonialisme en imperialisme: hedendaagse onderzoeksonderwerpen, methodes en interpretaties zijn daaruit voortgekomen. Ik zie daarom dan ook een grote opdracht voor al onze faculteiten om via deze spiegel van koloniale en slavernijgeschiedenis naar hun huidige praktijken en organisatie te kijken.’

 

Hoofdonderzoek

Nu het vooronderzoek is afgerond start het hoofdonderzoek. Daar wil de UvA een werkgroep voor samenstellen via een open call, waar onderzoekers en studenten zich kunnen melden. Die werkgroep gaat het onderzoeksprogramma uitvoeren en bijeenkomsten organiseren om de UvA-gemeenschap en de gemeenschap van nazaten van tot slaaf gemaakten in Amsterdam erbij te betrekken.

 

Het onderzoek moet namelijk nadrukkelijk in samenspraak met de hele gemeenschap van de UvA worden uitgevoerd, luidt het advies uit het vooronderzoek. ‘Het opdiepen van de geschiedenis heeft alleen zin als er kennis van wordt genomen door de mensen die het betreft,’ aldus Lauret.

 

Uiteindelijk is het doel om het koloniale en slavernijverleden van de UvA te vergelijken met andere Nederlandse universiteiten, die ook onderzoek doen naar het eigen slavernijverleden. Maar zover is het nog niet. Het hoofdonderzoek naar het koloniale verleden van de UvA zal naar verwachting enkele jaren gaan duren.

Podcast De Illustere Universiteit - Artikel
website loading