Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Hans-Joachim Augst
wetenschap

Door klimaatverandering overwintert de kleine zwaan dichterbij huis

Sija van den Beukel,
24 oktober 2023 - 16:46

Bij een milde herfst vliegen kleine zwanen minder ver naar het zuiden. Dat toonden onderzoekers van de UvA en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) aan door individuele zwanen meerdere jaren te volgen. ‘Klimaatverandering maakt het voor soorten als de kleine zwaan mogelijk om de trekroute in te korten.’

Kleine zwanen (Cygnus bewickii) lijken net mooi-weer-kampeerders. Op hun weg naar het zuiden strijken ze neer waar de temperatuur goed is. Door klimaatverandering overwinteren de vogels steeds noordelijker en dus dichterbij huis. Vijf vragen over de vogeltrek aan UvA-promovendus en eerste auteur van het onderzoek naar kleine zwanen, Hans Linssen.

 

Onder biologen is het al langer bekend dat trekvogels hun vluchtroutes aanpassen door klimaatverandering. Waarom is het nu pas bewezen?

‘Tot nu toe werden die studies altijd uitgevoerd op populatie- of groepsniveau: we zien dat het wintergebied van een soort in zijn geheel opschuift. Maar dan weet je nog niet of dat komt doordat individuele vogels binnen hun leven hun gedrag veranderen of doordat een jongere generatie vogels opeens besluit om noordelijker te overwinteren dan hun ouders.’

Hans Linssen

‘Traditioneel wordt vaak gedacht dat zwanen en ganzen honkvast zijn en elk jaar op dezelfde plek overwinteren. Om die reden wordt de verschuiving van het overwinteringsgebied soms verklaard als een generationele verandering: jonge dieren zoeken een andere overwinteringsplek dan hun ouders en blijven daar vervolgens hun hele leven zitten. Wij wilden onderzoeken of ook individuele vogels hun bestemming kunnen veranderen en in hoeverre dat inderdaad gedreven wordt door temperatuur en klimaatverandering.’

 

‘Daarvoor hebben we 55 kleine zwanen meerdere jaren gevolgd met gps-zenders. Daaruit bleek dat een kleine zwaan gedurende zijn leven juist heel flexibel is en de overwinteringsplek elk jaar weer laat afhangen van de temperatuur. Die flexibiliteit blijkt een belangrijke drijfveer voor de verschuiving van het wintergebied van de kleine zwaan.’

 

En de keuzes van jonge zwanen verschillen dan niet per se van die van hun ouders?

‘Dat kunnen we nu nog niet zo goed zeggen: we denken dat er naast de individuele verschuiving in overwinteringsgebied ook nog eens sprongen tussen de generaties zijn. Dat is wat mij betreft de spannendste vraag die er nu nog ligt. In hoeverre apen jonge zwanen hun ouders na, en in hoeverre gaan ze hun eigen weg? Daar gaan we nu in een vervolgstudie naar kijken, met meer zenderdata van complete zwanenfamilies, ouders en jongen. Daar hopen we over een jaar of twee iets over te kunnen zeggen.’

‘Dertig jaar geleden zaten er zo’n twintigduizend kleine zwanen in Nederland, nu zijn het er nog een krappe vierduizend’

Verdwijnt de kleine zwaan uit Nederland?

‘Daar lijkt het wel op. Vroeger waren Nederland en Zuid-Engeland het epicentrum van het overwinteringsgebied van de kleine zwaan, door klimaatverandering is dat al verschoven naar Noord-Duitsland. In Nederland zaten er midden jaren 90 in de winter zo’n twintigduizend kleine zwanen, nu zijn het er nog een krappe vierduizend. Dat zal vermoedelijk verder afnemen. We zien nu dat de eerste kleine zwanen in Estland blijven overwinteren. Tegelijkertijd komen andere soorten juist wel in Nederland overwinteren. Zo zijn de kleine en grote zilverreiger, van oorsprong meer zuidelijke soorten, juist vaker in Nederland te vinden met ons steeds warmere weer.’

 

Is het erg als overwinteringsgebieden - van trekvogels in het algemeen en de kleine zwaan in het bijzonder - opschuiven?

‘Klimaatverandering maakt het voor soorten als de kleine zwaan mogelijk om de trekroute in te korten. Maar niet alle vogels hebben de luxe om minder ver te vliegen wanneer de temperaturen oplopen. Zo moeten veel steltlopers elke winter terugkeren naar de Waddenzee, omdat ze afhankelijk zijn van de schelpdieren en wormen die daar in de bodem zitten.’

 

‘Voor de kleine zwaan zelf is het niet direct erg. In de winter leeft de kleine zwaan voornamelijk van boerenland met oogstresten zoals mais, suikerbieten en aardappels, of gras. Dat voedsel is te vinden in een groot deel van Noordwest-Europa. Al blijven we de kleine zwaan natuurlijk graag zien in Nederland en zijn er Natura-2000-doelen om de Nederlandse winteraantallen te stabiliseren en ook op lange termijn in stand te houden, aan de hand van de kwaliteit van het leefgebied hier.’

 

‘Tegelijkertijd lijkt ook het broedgebied van de kleine zwaan, aan de kust van de Barentszzee in Europees Rusland, naar het noorden op te schuiven. Daar stuiten ze misschien wel op een probleem, want ze zitten al tegen de kust aan en kunnen dus niet veel verder. Sommige kleine zwanen wijken uit naar de noordelijke eilandengroep Nova Zembla om te broeden, maar wie weet of daar alle vogels terecht kunnen. Die plek zal populairder worden wanneer steeds meer trekvogels zich gedwongen voelen om noordelijker te gaan.’

 

Waarom willen vogels eigenlijk zo noordelijk broeden?

‘Dat komt eigenlijk neer op de vraag waarom vogels migreren, een van de grote vragen van de migratie-ecologie. De belangrijkste reden is waarschijnlijk om competitie uit de weg te gaan en ziektes te vermijden. In het arctische gebieden zitten minder dieren en zijn er minder ziektes en parasieten omdat het er kouder is.’