Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Milou Trouwborst
wetenschap

Promovendus maakt prentenboekjes om te praten over donorouders

Sija van den Beukel,
10 mei 2022 - 11:28

Hoe vertel je kinderen over hun donorvader of -moeder? De prentenboekjes ‘Een bijzonder gewoon gezin’ van UvA-promovendus Anne Schrijvers (Amsterdam UMC) en haar collega Marja Visser proberen dat gemakkelijk te maken.

Het idee voor de prentenboekjes ontstond in de spreekkamer van Schrijvers en Visser, waar ze stellen en alleenstaande vrouwen spreken die overwegen om zwanger te worden met hulp van een donorouder. Vaak willen wensouders weten hoe zij met hun kinderen over de donor kunnen praten. Schrijvers: ‘Zeg je dan donorpapa, of de donor? Of die aardige meneer? Dat vinden mensen vaak lastig.’

Anne Schrijvers

Tijdens de counselingsgespreken krijgen wensouders advies over hoe ze hun kind over de donorvader kunnen vertellen, maar als er eenmaal een kind is hebben sommige ouders alsnog behoefte aan een script over hoe ze er thuis over kunnen praten. ‘Dus er moest iets komen dat mensen thuis uit de kast kunnen pakken,’ vertelt Schrijvers. ‘Zodat ze op een laagdrempelige manier hun kind kunnen vertellen dat er een donor is. Zonder dat ze moeten nadenken welke woorden je dan kiest.’

 

Dat prentenboek besloten Schrijvers en Visser zelf te maken. De tekst is deels gebaseerd op het promotieonderzoek van Schrijvers, dat onderzocht welke steun gezinnen die zwanger worden van een donor nodig hebben, en hoe je hen zo goed mogelijk kunt begeleiden. Schrijvers nam interviews af met heteroseksuele stellen, lesbische stellen en alleenstaande vrouwen en concludeerde dat ze allemaal behoefte hebben aan steun van zowel de counselor in het ziekenhuis, van andere ouders die hetzelfde traject doorlopen, als van familie en vrienden. Ook werd duidelijk welke onderwerpen zij belangrijk vonden, zoals met je kind praten over de donor.

Loyaal

Het resultaat is een kort, lief boekje waarin een gezin en een kind zijn afgebeeld, en ook de donorouder. Schrijvers: ‘We vonden het heel belangrijk om iedereen af te beelden zoals hij is, dus de donorpapa is gewoon een meneer en geen zaadje.’ Het verhaal vertelt in grote lijnen dat ‘papa en mama veel van je houden’, en dat ‘de aardige donorpapa er ook bij hoort’.

 

Dat laatste vinden de auteurs belangrijk: ‘Kinderen zijn loyaal naar hun ouders én naar de donor. Het is belangrijk dat dat allemaal mag bestaan. Daarom wilden we een boekje maken waarmee ouders hun liefde kunnen uitspreken naar het kind, én het kind kunnen vertellen dat ze de donor dankbaar zijn. Door dat te benadrukken geef je je kind als het ware toestemming om nieuwsgierig te zijn naar de donor. Anders vraagt een kind zich af hoe zijn ouders zich erover gaan voelen als hij of zij straks meer over die donor wil weten?’

‘Hoe je het ook wendt of keert, de donor hoort erbij’

Praktisch

De auteurs maakten prentenboekjes voor vader-moeder gezinnen, twee-moedergezinnen en solomoedergezinnen. Ze merkten dat wanneer ouders hun kinderen willen vertellen over de donor, ze dit al gauw praktisch maken. ‘Ze vertellen over een zaadje van de donor en een eitje van mama en dat ze in het ziekenhuis waren. Terwijl het voor heel jonge kinderen wel belangrijk is dat je open bent, maar het nog niet zo belangrijk is hoe het precies zit.’ Daarom maakte ze voor elk gezin twee boekjes, één voor kinderen van 0 tot 3 jaar en één voor iets oudere kinderen waarin het verhaal over de zaadjes en het eitje wordt uitgelegd.

Milou Trouwborst | Eerste pagina uit prentenboek 'een bijzonder gewoon gezin'

Draagmoederschap

De auteurs werken al aan een volgend boekje over eiceldonatie. Daarna willen ze eventueel nog een boekje over draagmoederschap maken. Die gezinnen vallen niet binnen het proefschrift van Schrijvers, maar wel binnen het onderzoek dat UvA-hoogleraar Henny Bos nu toegewezen heeft gekregen, met wie Schrijvers samenwerkt. Schrijvers: ‘We doen stukje voor stukje, in onze eigen tijd en met eigen middelen. We maken er geen winst mee, maar hebben deze boekjes echt gemaakt omdat we hopen hiermee het vertelproces over de donor makkelijker te maken.’

 

Er komen nu wekelijks komen bestellingen binnen. Van de 1.200 gedrukte boekjes zijn er sinds december 2021 meer dan vijfhonderd verkocht. Die worden voor het grootste deel verkocht aan alleenstaande vrouwen, de verkoop aan vader-moedergezinnen blijft nog wat achter. Schrijvers vermoedt dat het komt omdat heterostellen zich niet zo snel aansluiten bij netwerkgroepen, waar alleenstaande vrouwen en lesbische koppels wel actief in zijn. Daar brachten ze de boekjes onder de aandacht. Ook zijn de boekjes verspreid onder counselors in fertiliteitsklinieken, die het in de spreekkamer kunnen laten zien en staan ze op de website van het Landelijk Informatiepunt Donorconceptie.

 

De auteurs kregen al veel leuke reacties: ‘Een foto van een moeder met haar zoontje in de slaapkamer die het boekje aandachtig bekijkt, daar doe je het natuurlijk voor.’ Slechts één exemplaar kregen ze retour. ‘De lezer kon zich niet vinden in het gebruik van het woord donorpapa. Voor de niet-genetische ouder kan het als een bedreiging voelen om de donor “donorpapa” te noemen. Wij hebben er juist wel voor gekozen – alhoewel we er in de colofon wel bij vermelden dat je ook een ander woord kunt gebruiken – want hoe je het ook wendt of keert, de donor hoort erbij.’

 

Anne Schrijvers hoopt op 11 mei 2022 te promoveren op haar proefschrift ‘Family building through donor sperm treatment. The relevance of formal and informal support’. De promotie begint om 14.00 en vindt plaats in de Aula.

Lees meer over