Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Yuris Alhumaydy/Unsplash
wetenschap

Euthanasie in de psychiatrie: een dubbel taboe

Mella Fuchs,
23 november 2021 - 11:32

Euthanasie is sowieso een controversieel onderwerp, maar bij mensen met psychische aandoeningen lijkt het een complete no-go area. Wie psychische aandoeningen heeft en dood wil, loopt tegen dichte deuren en oren op, concludeert ethica Rosalie Pronk in haar proefschrift.

Rosalie, je onderzoek heet Een dialoog over de dood. Waarom is die dialoog belangrijk?

‘De titel is tweeledig. Aan de ene kant refereert het aan wat ik heb gedaan. Ik ben een dialoog aangegaan met psychiaters en huisartsen, maar ook met patiënten die psychische aandoeningen hebben en hun naasten. Voor zover ik weet ben ik de eerste in Nederland die interviews gedaan heeft met mensen met psychische aandoeningen die een euthanasiewens hebben. Anderzijds refereert de titel ook aan dat wat ik wíl dat er gaat plaatsvinden. Ik wil dat er dialogen worden gevoerd tussen mensen met psychische aandoeningen en hun artsen over de mogelijkheid van euthanasie.’

Rosalie Pronk

Waarom?

‘Ten eerste omdat zo’n dialoog een belangrijke erkenning is van de binnenwereld van de patiënt. Artsen zijn vaak niet bereid over de dood te praten. Stel je eens voor dat je constant bezig bent in je hoofd met denken aan je eigen dood, en daar niet mee terecht kan bij je psychiater, therapeut of arts. Er wordt dan zo’n groot deel van je innerlijk leven genegeerd, dat je geen aansluiting meer vindt en uiteindelijk zal afhaken. Tegelijkertijd is zo’n dialoog van belang om een verzoek tot euthanasie te bespreken, want je kunt alleen invulling geven aan de zorgvuldigheidscriteria als je het gesprek aangaat met de patiënt.’

Wat voor patiënten heb je gesproken?

‘Mensen tussen de 29 tot 60. De meesten hadden een stemmingsstoornis, dus bipolair of heftige depressies, gecombineerd met andere psychische aandoeningen. Allemaal hadden ze een wens tot hulp bij zelfdoding. De categorie waarin het vaakst om euthanasie wordt gevraagd is de categorie vrouwen tussen de 50 en 60 met stemmingsstoornissen.’

 

Waarom juist deze groep?

‘Ik heb hier geen onderzoek naar gedaan, maar uit cijfers blijkt dat mannen vaker zelfmoord plegen dan vrouwen. We weten dat mannen over het algemeen iets impulsiever zijn dan vrouwen en suïcidaliteit gebeurt vaker in een impuls, terwijl euthanasie een lang proces is. Bovendien zijn mannen meer geneigd zichzelf neer te schieten, terwijl vrouwen vaker voor ‘zachtere’ methoden kiezen, zoals pillen. Maar het laatste woord is hier nog niet over gezegd. De leeftijdscategorie 50-60 is trouwens niet zo gek, want als je jong bent is er vaak nog hoop, terwijl die hoop na jaren en jaren behandeling vervlogen kan zijn.’

 

Hoe was het om met hen te praten?

‘Soms was het heel heftig. Een vrouw met wie ik een interview zou hebben zei onze afspraak af. Toen ik haar daarover belde zei ze: ik heb al mijn medicijnen opgespaard en ik ga mezelf vanavond doodmaken. Gelukkig had ik met mijn promotoren en de psychiaters die meeweken aan het onderzoek besproken wat ik zou doen in zo’n situatie. Ik bleef rustig, vroeg of ik haar behandelaar moest bellen en zei dat ze 112 of 113 moest bellen als ze het niet redde. Daarnaast bood ik perspectief. Ik zei: volgende week hebben we gewoon weer een afspraak en ik hoop dat je er bent. Ik wist niet wat ik die week aan zou treffen, maar ze leefde nog. De mensen die ik heb gesproken waren heel blij dat iemand eindelijk naar ze wilde luisteren. Ik kreeg zelfs cadeautjes en heel veel berichten om me te bedanken. Voor mij werd uit die gesprekken goed duidelijk wat het leven zo zwaar maakt voor hen.’

‘Er ligt een taboe op dood willen gaan, een taboe op psychische aandoeningen, en er ligt al helemaal een taboe op dood willen gaan naar aanleiding van een psychische aandoening’

Waarom konden zij eerder nauwelijks over hun euthanasiewens praten?

‘Er ligt een taboe op dood willen gaan, een taboe op psychische aandoeningen, en er ligt al helemaal een taboe op dood willen gaan naar aanleiding van een psychische aandoening. Artsen vinden verder dat de criteria van de wet moeilijk te interpreteren zijn, en dat de gezondheidszorg in Nederland aftakelt door bezuinigingen. Dat kan van invloed zijn op iemands doodswens. Tegelijkertijd kan het gebeuren dat een arts het als een persoonlijke nederlaag ziet als een patiënt na jarenlange therapie aangeeft een doodswens te hebben. Vanuit dat gevoel kan een arts door willen gaan met behandelen, ook als dat voor een patiënt misschien niet het beste is. Bovendien worden artsen in de literatuur ontmoedigd om in gesprek te gaan over euthanasie, omdat je door het gesprek aan te gaan de hoop op perspectief zou ontnemen bij de patiënt.’

 

Merkte jij dat zelf ook tijdens je onderzoek?

‘Nee. Uit mijn onderzoek blijkt juist het tegenovergestelde: de patiënten die ik sprak ervoeren de gesprekken die ze hadden met het Expertisecentrum Euthanasie als gesprekken die ruimte en rust meebrachten. Alleen al erover praten kan ervoor zorgen dat iemand niet meer wil sterven, door erover te praten kan je de doodswens juist verlichten. Niet alle euthanasiewensen zijn daadwerkelijk euthanasiewensen. Voor sommige mensen is het een manier om het systeem in beweging te krijgen, hulpverleners op de kast te jagen, te kijken wat er veranderd kan worden. Ik sprak met een vrouw die anorexia had gehad en zij vertelde me dat ze diep in haar hart misschien niet dood wilde, maar gewoon wilde praten met mensen.’

‘Artsen vragen zich af, als iemands behandeling in de geestelijke gezondheidszorg niet optimaal is geweest, kun je dan wel zeggen dat het lijden uitzichtloos is?’

Een groot probleem dat steeds in je onderzoek naar voren komt, is de situatie van de geestelijke gezondheidszorg.

‘Ik sprak een patiënt die vertelde dat hij al 75 verschillende psychiaters had gehad. Dat is niet hoe je het wil hebben. Er zijn enorme wachtlijsten en mensen moeten heel lang wachten tot ze de juiste behandeling krijgen. Artsen vragen zich af, als iemands behandeling in de geestelijke gezondheidszorg niet optimaal is geweest, kun je dan wel zeggen dat het lijden uitzichtloos is? Dat wordt versterkt door het feit dat behandeling in de psychiatrie vaak gaat over de relatie tussen patiënt en arts. Als je behandeling bij arts A niet werkt, betekent dat niet dat dezelfde behandeling bij arts B ook niet werkt. In theorie heb je dus eindeloos behandelmogelijkheden. Wanneer is het lijden dan ooit uitzichtloos? Wat ook speelt is dat de psychiatrie op dit moment vanuit een curatief kader werkt: het draait om ziekte en beter worden. Maar wat nu als iemand niet te genezen is?’

 

Wat dan?

‘Alternatieven zijn herstelgerichte en palliatieve zorg. Daarbij richt je je niet op genezing, maar op hoe je mét je psychische aandoening kwaliteit van leven kunt ervaren en een zinvol bestaan kunt hebben. Juist voor die zorg komen de patiënten die ik heb gesproken vaak in aanmerking, want het is niet aannemelijk dat zij genezen, omdat hun psychische aandoening zo complex en ernstig is, maar dat betekent niet dat ze geen zinvol bestaan kunnen opbouwen. Ik denk dat het voor deze groep veel beter zou zijn je te richten op herstel in plaats van genezing. Herstel heeft niet zozeer als einddoel de afwezigheid van ziekte, zoals een botbreuk bijvoorbeeld compleet kan genezen. Door herstel leer je leven mét je psychische aandoening(en).’  

 

Wat stel jij voor?

‘Een tweesporenbeleid is denk ik goed: aan de ene kant moet de euthanasiewens van een psychiatrisch patiënt heel serieus worden genomen, maar tegelijkertijd moeten we ook kijken of er toch nog perspectieven voor iemand zijn. Herstelacademies, die al op een aantal plekken in Nederland te vinden zijn, zijn daar een goed voorbeeld van. Daar kan je verschillende cursussen doen en heb je herstelwerkgroepen. In stemmenhoordersgroepen komen mensen die stemmen horen bijvoorbeeld samen. Zij hoeven niet per se beter te worden, want die stemmen zijn vaak belangrijk voor ze geworden, maar ze willen wel kunnen functioneren. Die verschuiving van de focus vind ik hoopvoller dan alleen nadenken over euthanasie.’

 

Promotie Rosalie Pronk, A Dialogue on Death: On Mental Illness and Physician-assisted Dying, 10 december, aanvang 14.00 uur.

 

Denk jij aan zelfmoord? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 113 of 0800-113 (gratis) of de chat.