Niet alleen het onderwijs van de UvA heeft te lijden onder de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus, ook het UvA-onderzoek. Medewerkers moeten nu voornamelijk thuiswerken, maar voor sommige onderzoeken heeft dat een grote impact. ‘We moeten een aantal systemen, bijvoorbeeld koelwater- en stroomvoorzieningen overeind houden, anders hebben we een groot probleem.’
Voor veel wetenschappers is het geen groot probleem om thuis te werken. Zij kunnen data-analyse of literatuuronderzoek doen. Maar een aantal processen in de labs moeten absoluut doorgaan, zoals insecten- en algenkweken van het Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (Ibed). ‘Die moeten we in stand houden,’ zegt instituutsmanager Monique van Wordragen. ‘Net zoals langlopende meetreeksen, bijvoorbeeld de monsters die we wekelijks nemen op het Markermeer.’
Het Swammerdam Institute for Life Sciences (Sils) heeft ook levende samples in het lab. ‘Cellijnen, bacteriën, insecten of planten kunnen we niet zomaar zonder zorg laten zitten,’ vertelt Anoeska van de Moosdijk, managementassistent van Sils. ‘Sommige samples kunnen we wel tijdelijk invriezen, bijvoorbeeld cellijnen. Over een tijdje kunnen ze dan weer uit de vriezer gehaald worden, waarna ze na een korte herstelperiode weer inzetbaar zijn voor experimenten. Het is heel belangrijk dat we levende lijnen voor onderzoek behouden. Anders kan het namelijk maanden duren om bepaalde genetisch gemodificeerde lijnen opnieuw te maken. Dit kan tot enorme vertraging van het onderzoek leiden en dat willen we waar mogelijk voorkomen.’
Onderhoud apparaten labs is belangrijk
In andere onderzoeksinstituten, waaronder het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences (Hims) en het Institute of Physics, kunnen onderzoekers sommige apparaten niet zomaar uitzetten of moeten ze die regelmatig onderhouden. ‘Iemand moet één keer per week terugkomen om bijvoorbeeld helium bij te vullen,’ laat hoogleraar katalyse Bas de Bruin van het Hims weten.
Het Insitute of Physics heeft ook genoeg experimenten waarbij wetenschappers om de zoveel tijd dingen moeten bijvullen, zoals vloeibaar stikstof dat op een gegeven moment verdampt. ‘Daarnaast moeten we koelwater- en stroomvoorzieningen overeind houden,’ zegt instituutsmanager Joost van Mameren. ‘Als dat niet gebeurt, hebben we een groot probleem. Wanneer er sprake is van een technisch mankement – waar we automatisch een melding van krijgen – moeten we ook gewoon tijdelijk toegang tot het gebouw hebben, vanwege de veiligheid.’
Klinisch onderzoek staat stil
Het Amsterdam Institute for Humanities Research, het Psychology Research Institute, de onderzoeksafdelingen van het Amsterdam UMC en het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (Acta) werken normaal met proefpersonen. In een algemene infomail schrijft het bestuur van psychologie dat het waarschijnlijk erg lastig gaat worden om nog onderzoeksdeelnemers te vinden die naar het lab willen komen. Het bestuur raadt aan om zelf met alternatieve onderzoeksplannen te komen.
Het klinisch onderzoek van het Amsterdam UMC en Acta is tijdelijk stopgezet. ‘De patiëntveiligheid en spoedzorg staat nog wel bovenaan,’ vertelt directeur Acta-onderzoek Bruno Loos. ‘Nu hebben we geen patiënten met spoed, maar anders hadden we die nog wel behandeld. Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan hechtingen die nog verwijderd moeten worden. Verder hebben we gelukkig geen lopend onderzoek op dit moment. We gaan nu harder trekken aan bachelor- en masterscripties, zodat we daarmee voorlopen en studenten hierna gewoon weer klinisch onderzoek kunnen doen.’
Strengere maatregelen
Verder zijn de laboratoria zich alvast aan het voorbereiden op strengere maatregelen. De UvA meldt namelijk al op haar webpagina over het coronavirus dat ‘de maatregelen die nu genomen zijn mogelijk verlengd kunnen worden tot na 6 april’. Hiervoor heeft het Ibed een planning klaarliggen, laat Van Wordragen weten. ‘Die planning is erop gericht dat zo weinig mogelijk mensen het gebouw betreden. Dit is ook doorgegeven aan het directieteam van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde & Informatica, dat ons verzekerd heeft dat er rekening mee wordt gehouden.’
Het Sils rondt op het moment zo veel mogelijk experimenten af en probeert als het even kan geen nieuwe experimenten te starten.
Achterlopen op concurrentie
Al met al gaat het stilleggen van het UvA-onderzoek een enorme impact hebben. Langlopend onderzoek moet misschien wel opnieuw, omdat het door vertraging is mislukt. Promovendi hebben minder tijd voor hun onderzoek. Bachelor- en masterstudenten lopen vertraging op doordat ze hun stage niet kunnen vervolgen.
‘Misschien gaan we zelfs wel achterlopen op concurrentie in het buitenland waar het onderzoek mogelijk wel doorloopt,’ merkt De Bruin van het Hims op. ‘Maar goed, de gezondheid van onze mensen en het voorkomen van problemen in de samenleving ten gevolge van het coronavirus staat natuurlijk boven alles. Daar geven we nu de volledige prioriteit aan.’