Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Andre Neel (Unsplash)
opinie

‘Ik ben door het online onderwijs in een robot veranderd’

Marianne Heinis,
19 oktober 2020 - 13:48

Technisch gezien ging de overstap naar online onderwijs best soepel, maar er is te weinig aandacht voor de menselijke kant, vindt student Marianne Heinis. ‘Ik voel me steeds meer een robot: het maakt niet uit wie ik ben en hoe het gaat, als ik maar antwoord geef op de vraag.’

Afgelopen week zag ik op de wc op Roeterseiland een oproep van de studentenraad om de lobby voor online hoorcolleges te ondersteunen. Deze wens uit de pre-corona tijd is inmiddels vervuld, maar de balans is doorgeslagen: al het onderwijs is online. Studenten vragen nu om fysiek onderwijs. De omslag naar online onderwijs ging, mede door tomeloze inzet van docenten, best soepel. Technisch werkte alles naar behoren: online collegeclips, podcasts (leuk!) en online werkgroepen via Zoom. Deze situatie is voorlopig permanent. De hardware is goed geregeld, laten we het nu hebben over de ‘software’, de menselijke kant.

‘Inmiddels, vijf online vakken verder, vraagt niemand meer naar onze gesteldheid’

Robot

In het begin vroeg een betrokken docent wekelijks hoe het met ons ging. We gaven dit aan met onze duimen; omlaag, omhoog of er tussenin. Inmiddels, vijf online vakken verder, vraagt niemand meer naar onze gesteldheid. Ik voel me steeds meer een robot: het maakt niet uit wie ik ben en hoe het gaat, als ik maar antwoord geef op de vraag. Ik voel me geanonimiseerd. Ruimte voor discussie en vragen is ook zeldzaam, omdat hiervoor een veilige sfeer nodig is. En die is er vaak niet, vooral niet tijdens werkgroepen van een massastudie als rechten, waar bijna niemand elkaar kent. Als de docent een vraag stelt aan de hele groep, ontstaat er een ongemakkelijke stilte. Niemand durft antwoord te geven. Het studeren is hierdoor oppervlakkiger geworden. Het welzijn van studenten (en docenten) verdient aandacht. We zijn robots geworden en geen studenten meer. 

‘Het is fijn om even een paar minuten uit de mallemolen te stappen waar het alleen om functionaliteit en rendement draait’

Best practices

Ik stel voor dat we best practices gaan uitwisselen. Nu online hoorcolleges zijn als televisiekijken, zijn werkgroepen de enige momenten van interactie. Die moeten we beter benutten. Wat werkt wel en zouden meer docenten kunnen doen? Om het spits af te bijten wil ik vast wat ideeën opwerpen. Af en toe vragen hoe het gaat, is een goed begin. De volgende stap is om actief ruimte te bieden voor vragen en discussie. Je kunt ook vragen welke onderwerpen studenten als lastig ervaren, om het gesprek te openen. 

 

Een ander idee: stimuleer het contact van studenten onderling. Verdeel bijvoorbeeld studenten over kleine groepjes in break-out sessies voordat de pauze begint. Geef ze mee dat ze elkaar kunnen leren kennen en tot de pauze voorbij is nog niet naar de opdracht moeten kijken. Hierdoor leer je elkaar een beetje kennen, dit komt de sfeer en daarmee de samenwerking ten goede. Je spreekt elkaar makkelijker aan en stelt sneller vragen, als je geen complete vreemde van elkaar bent, is mijn ervaring. 

 

Lichaamstaal

Een nog niet uitgewerkt idee: lichaamstaal is datgene wat we nu zo missen. Laten we een nieuwe lichaamstaal verzinnen die in beeld te vatten is. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waar het geluid van een spreker wegvalt. De toehoorder kan gemakkelijk zijn hand achter z’n oor doen om aan te geven dat het niet verstaanbaar is. Gebaren voor ‘ik begrijp het’ en ‘ik begrijp het niet’ zouden handig zijn, voor zowel docent als student. 

 

Nog een laatste idee: vraag wekelijks of twee studenten een onderwerp of ervaring mee willen nemen. Een kleine persoonlijke noot, eventueel gerelateerd aan de stof. Het zou mooi zijn als de docent een voorzet doet, om duidelijk te maken dat het enige doel is elkaar beter te leren kennen. Het is fijn om even een paar minuten uit de mallemolen te stappen waar het alleen om functionaliteit en rendement draait. 

 

Experimenteren

Deze ideeën zijn nog niet getest en er zijn vast nog docenten en studenten die rondlopen met goede ervaringen en/of ideeën en deze kunnen delen. Laten we gaan experimenteren. Het gaat nu al best goed, maar met het oog op studentenwelzijn en sociale veiligheid, is er nog verbetering mogelijk. Laten we samenwerken. We kunnen beginnen met een gedeeld online document. Ik heb de antwoorden niet, maar wil graag dat we het gesprek starten. Opdat we de mens achter het scherm niet uit het oog verliezen. Alleen samen krijgen we online colleges eronder. 

 

Marianne Heinis is student rechtsgeleerdheid en Arabische taal & cultuur aan de UvA.