Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle (Folia-archief)
opinie

‘Schoolse aanpak in tijden van corona maakt onderwijs verstikkend’

Sabine Scharwachter,
6 april 2020 - 09:10

Screenshots maken van videocalls en opdrachten verplichten die dan ook nog eens binnen 24 uur ingeleverd moeten worden; student politicologie en geschiedenis Sabine Scharwachter ziet met stijgende verbazing hoe in deze coronacrisis krampachtig wordt vastgehouden aan schoolse maatregelen. ‘Samen komen we de crisis door, maar verlos ons alsjeblieft van de kwellende verschoolsing waarmee het academisch onderwijs bezoedeld is geraakt.’

Er is niets dat mijn natuurlijke nieuwsgierigheid en leergierigheid zo stevig de kop in heeft gedrukt als studeren aan de universiteit. De berg huiswerk en de verplichte contacturen waarmee studenten tegenwoordig worden opgezadeld, hebben het ooit zo glorieuze instituut voor wetenschappelijk onderwijs gedegradeerd tot een veredelde middelbare school. Nu het Covid-19-virus het onderwijs dwingt tot online voortzetting, blijkt maar weer eens hoe contraproductief de verschoolsing werkelijk is. In quarantainetijd is het zelfs buitengewoon verstikkend.

‘De strenge cursuseisen voelen alsof we structureel in ons gezicht worden gespuugd’

Die verschoolsing bestaat uiteraard niet toevallig, maar heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld omwille van een enkel onmiskenbaar doel: zoveel mogelijk studenten zo snel mogelijk ‘met zachte hand’ naar de eindstreep begeleiden. Een universiteit werkt het meest efficiënt door haar input te reduceren tot nummertjes en haar output tot kwantitatieve statistiek. Maatwerk is daarbij uiteraard funest. De metafoor van de universiteit als fabriek blijkt nog altijd accuraat.

 

Uitsluiting
Waar ooit nog van de student enige zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid werd verwacht, moeten universiteiten op een gegeven moment gemerkt hebben dat ook studenten die niet aan die verwachtingen kunnen voldoen, toch met een bul uitgezwaaid kunnen worden. Daarvoor dienen de aan te leren academische kennis en vaardigheden simpelweg door de strot te worden geduwd. Sindsdien omvatten de eindtermen van een vak niet langer alleen de prestaties waaruit moet blijken dat de student de leerdoelen van het vak voldoende beheerst, maar ook de mate van ‘actieve participatie’ – louter fysieke aanwezigheid is niet meer voldoende om een verplicht werkcollege succesvol te doorstaan. De bijdragen aan die werkgroepbijeenkomsten worden voortaan becijferd, en het verzaken om de wekelijkse huiswerkopdracht in te leveren kan leiden tot uitsluiting van het vak.

 

Al deze eisen zijn verworden tot niets meer dan een verkapt bureaucratisch controleapparaat. Het dwangmatige karakter daarvan is bijna sadistisch in het licht van de (financiële) gevolgen die eventuele studievertraging kan betekenen sinds de komst van het leenstelsel. Immers, nu er zo veel potentiële valkuilen in een vak zijn ingebed, wordt de druk om te falen sterk verveelvoudigd. Na alle geluiden over de te hoge werklast voor studenten én docenten, voelen dergelijke strenge cursuseisen alsof we structureel in ons gezicht worden gespuugd.

‘Wat eerst een enigszins degelijk ambtelijk controleapparaat was, is nu verworden tot een digitaal dwangarbeidskamp waarin de cipier je continu in de nek hijgt’

De plotselinge omzwaai naar online onderwijs vraagt begrijpelijkerwijs om een enorm aanpassingsvermogen van docenten en studenten. Laat ik daarbij voorop stellen dat het ontzettend wordt gewaardeerd dat docenten alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat wij door de crisis straks studievertraging oplopen. Echter heb ik met stijgende verbazing gekeken naar de krampachtige manier waarop er wordt vastgehouden aan de oorspronkelijke eisen van een vak. De afgelopen week ben ik doodgegooid met e-mails over ‘online aanwezigheidsplicht’, ‘interactieve groepsdiscussies’ en ‘time slots’. Alles wijst erop dat het koste wat het kost veiligstellen van die oorspronkelijke eisen het uitgangspunt vormde bij de totstandkoming van het online crisisonderwijs.

 

Controleapparaat
Aanpassingsvermogen is echter weinig bewonderingswaardig wanneer enkel is geprobeerd om de oorspronkelijke lessen in een nieuwe vorm te persen, zoals een peuter dat doet wanneer het een vierkant blokje persistent tegen het ronde gat in de blokkendoos duwt. Het reguliere onderwijs is onmogelijk letterlijk een op een naar online onderwijs te vertalen, al is het maar omdat online studeren wezenlijk anders is dan wat we gewend zijn. Jezelf naar een werkcollege slepen en die twee uur uitzitten is van een volstrekt andere aard dan het wekelijks verplicht inleveren van groepsopdrachten, die nota bene op afstand van elkaar moeten worden voldaan.

 

Wat eerst een enigszins degelijk ambtelijk controleapparaat was, is nu verworden tot een digitaal dwangarbeidskamp waarin de cipier je continu in de nek hijgt (‘Maak een screenshot van je videocall en lever die in!’). De verscheidende vervangende opdrachten kosten, zoals één van mijn werkgroepdocenten opmerkte, weinig extra tijd in concrete minuten, maar zorgen wel voor extra ‘mentale last’ – en die kan niemand er nu bij gebruiken.

‘Docenten kunnen onmogelijk verwachten dat studenten hun studie op eenzelfde tempo en niveau voortzetten’

We bevinden ons momenteel immers in een uiterst ongewone crisis, die voor veel mensen behoorlijk wat extra stress en zorgen met zich mee kan brengen. Dat kan gaan om angsten over de ziekte of de langetermijngevolgen van de crisis, maar ook om de frictie die in quarantaine zitten met familie of huisgenoten kan opleveren, net als de nadelen voor de mentale gezondheid die quarantaine met zich mee kan brengen.

 

Ook wanneer al deze oorzaken voor een student niet aan de orde zijn, dan nog kan het bijna continu in eenzelfde ruimte zitten, het gebrek aan structuur en het wegvallen van activiteiten waar normaliter energie uit wordt gehaald, verstrekkende gevolgen hebben voor de concentratie en de productiviteit. Docenten kunnen dus onmogelijk verwachten dat studenten hun studie op eenzelfde tempo en niveau voort kunnen zetten.

 

Videogesprekken
Die online voortzetting van het onderwijs laat zien dat deze zogenoemde cursusvereisten zelfs nuttelozer blijken te zijn dan normaal. Verplichte oefenopdrachten dagen niet uit om de stof in te duiken, maar leren studenten om hun antwoorden snel doch geloofwaardig te formuleren, zodat zij niet benadeeld worden op hun aanwezigheidsplicht. Het nabespreken of het gezamenlijk beantwoorden van de vragen in groepjes hebben, ook vóórdat we noodgedwongen waren aangewezen op videogesprekken, nog nooit geleid tot prikkeling van het intellect.

 

De time slots van 24 uur waarbinnen de groepsopdrachten moeten worden voltooid, vormen een onevenredige beperking op de vrijheid waarmee een student naar eigen inzicht en behoeftes studiewerkzaamheden kan inplannen. De opstapeling van eisen en verplichtingen zijn kortom verstikkend, maar worden bijna ondraaglijk in een tijd waarin de coronamaatregelen van de overheid onze vrijheid – geheel terecht overigens – sterk beperkt.

‘Dat er nu ter vervanging van nabesprekingen gezamenlijke huiswerkopdrachtjes dienen te worden ingeleverd, is helemaal je reinste tijdverspilling’

Laat er geen misverstand over bestaan: interactieve werkcolleges en samenwerken voor groepsopdrachten zijn niet per definitie een lijdensweg. Bij grotere projecten kan de extra denk- en uitvoeringskracht van een groepje juist welkom zijn. Voor sommige vakken geldt dat discussievaardigheid een leerdoel op zich is, of dat de onderlinge uitwisseling tot interessante nieuwe inzichten kan leiden.

 

Voor de gevallen waarin slechts het huiswerk in groepjes nabesproken dient te worden, zoals bij mijn eerstejaars vakken bij politicologie, is er geen enkele rationale om er een verplichting aan te hangen en daarmee ongemotiveerde studenten de klas in te halen. Het leidt er bovendien toe dat studenten die geen baat hebben bij het tot in de eeuwigheid nabespreken van de antwoorden alleen worden ingezet ten behoeve van studenten die daar wel van profiteren. Dat er nu ter vervanging van deze ‘interactieve’ nabesprekingen gezamenlijke huiswerkopdrachtjes dienen te worden ingeleverd, is dus al helemaal je reinste tijdverspilling.

‘Wie studenten vertrouwt, kan meer intrinsieke motivatie en vrijwillige deelname verwachten’

Vrijwillige basis
Docenten dienen in deze crisistijd de uitzonderlijke situatie waarin we ons bevinden veel explicieter in acht te nemen en rekening te houden met de bijzondere aard van digitale middelen. De verschoolsing staat dat alleen maar in de weg. Door uit te gaan van een vrijwillige basis hoeven docenten hun tijd en energie niet meer te verspillen aan de studenten die daar helemaal geen behoefte aan hebben. Terwijl de ontwikkeling van een uitgebreid aanbod aan leermethodes en hulpmiddelen alleen maar wordt aangemoedigd, zou niemand verplicht moeten worden om er gebruik van te maken.

 

Uitgangspunt is dat er weer vertrouwen in moet komen dat studenten zelf kunnen inschatten welke aangereikte kansen zij aangrijpen om hun persoonlijke leerproces te versterken. Wie studenten vertrouwt, kan meer intrinsieke motivatie en vrijwillige deelname verwachten. En wie studenten vrijmaakt van time slots, creëert meer rust en ruimte waarop studenten leerstof tot zich kunnen nemen. Samen komen we de crisis door, maar verlos ons alsjeblieft van de kwellende verschoolsing waarmee het academisch onderwijs bezoedeld is geraakt.

 

Sabine Scharwachter (23) studeert politicologie en geschiedenis aan de UvA en is voorzitter van Dwars Amsterdam.