Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans (UvA)
opinie

‘College van Bestuur moet afstand nemen van plagiaatrapport’

Jaap Maat,
23 januari 2020 - 14:02

Het College van Bestuur heeft een ernstige fout gemaakt door de conclusies van het rapport over het plagiaat door oud-rector Dymph van den Boom over te nemen, schrijft UvA-docent Jaap Maat (wijsbegeerte). ‘Het verzaakt hiermee de plicht om wetenschappelijke integriteit te bewaken en ondergraaft de eigen geloofwaardigheid.’

Het College van Bestuur zet alle medewerkers van de UvA die zich gebonden weten aan integriteitsnormen in de kou en laat examencommissies in de steek. Bij de UvA kun je kennelijk teksten overnemen zonder bronvermelding en als je citeert hoef je niet duidelijk te maken dat je niet zelf aan het woord bent. Althans – het is wel slordig om te doen, en niet helemaal netjes, maar plagiaat is het niet. Deze bizarre uitkomst vormt namelijk de kern van het rapport van de externe commissie Tol en Loth. Dit rapport betekende al een dieptepunt in deze pijnlijke affaire totdat het College van Bestuur (CvB) de conclusies overnam, waarmee de bodem hopelijk wel bereikt is.

Selectie uit de lijst van NRC
  • 13 regels overgenomen zonder bronvermelding (2007);
  • 26 regels overgenomen zonder bronvermelding (2007);
  • 12 regels letterlijk overgenomen zonder aanhalingstekens (2008);
  • 31 regels letterlijk overgenomen zonder dat duidelijk wordt gemaakt dat er wordt geciteerd (2009);
  • 18 regels letterlijke tekst zonder bronvermelding (2012);
  • 7 regels overgenomen zonder bronvermelding (2013);
  • 15 regels, 11 regels, 14 regels letterlijk geciteerd zonder dat duidelijk wordt gemaakt dat dit citaten zijn (2013).

 

Selectie door Jaap Maat. 

De publicatie in NRC van 4 juni 2019 was schokkend wegens de ernst en de omvang van het plagiaat waarvan melding werd gemaakt. Bovendien was het geen lichtzinnige beschuldiging, maar het resultaat van grondig onderzoek door Frank van Kolfschooten, die zijn verhaal uitgebreid documenteerde. Het plagiaat bleek te zijn aangetroffen, behalve in het proefschrift, in negen van de elf toespraken die van den Boom hield bij de diesviering, van 2007 tot 2017. De oorspronkelijke, niet of slecht vermelde bronnen stonden erbij, en het aantal regels dat daaruit was overgenomen.

 

Een half jaar later luidde het oordeel van de externe commissie, bestaande uit de juristen Tol en Loth: geen plagiaat, wel slordig. Hoe kan dat? Hadden ze na grondig onderzoek aangetoond dat Van Kolfschooten ernaast zat? Waren er geen teksten overgenomen zonder bronvermelding, was er niets gekopieerd zonder dat dit de toehoorder of de lezer duidelijk kon zijn? Nou nee, dat niet. De bevindingen die in NRC waren gepubliceerd worden op geen enkel punt weerlegd. Hoe heeft de commissie dan tot die conclusie ‘geen plagiaat’ kunnen komen? Dat is uiteraard niet duidelijk, maar als je goed kijkt zie je wel hoe de poging tot goedpraten in elkaar steekt.

 

Eerste stap: schemerig doen over de feiten. Hol en Loth merken op dat de commissie zelf pagina’s in bronnen heeft moeten opzoeken en dat dat een zoekpuzzel opleverde “waaraan zij onevenredig veel tijd heeft besteed en die zij niet volledig heeft kunnen leggen”. Onevenredig waaraan? Toch niet aan de ernst van de zaak. Bovendien: welke puzzelstukjes ontbreken er dan? En waarom is niet aan Van Kolfschooten om hulp gevraagd?

‘Welke puzzelstukjes ontbreken er? En waarom is niet aan Van Kolfschooten om hulp gevraagd?’

Tweede stap: criteria voor plagiaat vervagen. Hoewel Hol en Loth een serie regelingen en codes noemen die het ‘normatief kader’ zouden hebben gevormd, negeren zij de heldere omschrijvingen van plagiaat die in die regelingen te vinden zijn, en zetten ze er een enkel, vaag criterium voor in de plaats: ‘pronken met andermans veren’ (pagina 6). En dat, zo beweren ze zonder enige onderbouwing, is niet wat Van den Boom gedaan heeft. Handig – dit criterium kan iedereen naar eigen inzicht interpreteren. Als zij de regelingen van hun normatief kader daadwerkelijk hadden gebruikt was deze uitvlucht onmogelijk geweest.

 

Een voorbeeld: De fraude- en plagiaatregeling studenten UvA, waarvan het CvB nu heeft gezegd dat deze onverkort van kracht blijft, definieert plagiaat als volgt (artikel 1, definitie 5): “Onder plagiaat wordt voorts in ieder geval verstaan: het gebruikmaken dan wel overnemen van andermans teksten, gegevens of ideeën zonder volledige en correcte bronvermelding”. En dat is precies wat Van den Boom wel gedaan heeft.

‘Het overnemen van de onhoudbare conclusies van Tol en Loth is gelukkig nog maar een voorlopig besluit’

Derde stap: feiten bagatelliseren door gebruik te maken van verdoezelende uitdrukkingen. Zo stellen Hol en Loth vast, onder ‘bevindingen’: “Betrokkene heeft op verschillende plaatsen gebruik gemaakt van andermans werk en daarbij bewoordingen en formuleringen letterlijk overgenomen. Betrokkene heeft daarbij een enkele keer de bron niet vermeld” (pagina 6).

 

Wat zijn ‘verschillende plaatsen’? Hoeveel dat er zijn en welke dat zijn wordt in het midden gelaten. Zie het NRC-artikel voor een onthutsend overzicht. En: ‘een enkele keer’. Wordt hiermee bedoeld: ‘één keer’, of misschien ‘verschillende keren’? In NRC is na te lezen dat het laatste het geval is. Het overnemen van tekst zonder bronvermelding wordt in de genoemde regeling zelfs als ‘ernstige vorm van plagiaat’ gedefinieerd (artikel 1 lid 4). En dat heeft van den Boom bij herhaling gedaan, en niet een enkele keer.

 

Vierde en laatste stap: klagen over de pers. In een slotopmerking kenschetsen Hol en Loth de gang van zaken als ‘trial by media’ en dat vinden zij betreurenswaardig. Wie het NRC-artikel naast het rapport van Hol en Loth zet, het één feitelijk, kwantitatief, controleerbaar, het ander vaag, subjectief, willekeurig, kan slechts concluderen dat de publicatie van een vakbekwame journalist te verkiezen is boven een mislukte poging tot vergoelijking van onjuist gedrag door twee juristen die zich zouden moeten schamen.

Het CvB heeft een verkeerde keuze gemaakt. Het is helaas zo dat de oud-rector veelvuldig plagiaat heeft gepleegd. Het CvB zal dit feit, hoe pijnlijk het ook is, moeten erkennen. Het overnemen van de onhoudbare conclusies van Tol en Loth is gelukkig nog maar een voorlopig besluit. Het is dus nog niet te laat om de keuze ongedaan te maken, en te voorkomen dat de zorg voor wetenschappelijke integriteit tot een lachertje wordt gereduceerd.

 

Jaap Maat is UvA-docent wijsbegeerte. 

Lees meer over