Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans (UvA)
opinie

Op z’n Duits | 2019: het jaar dat academische integriteit stierf

Linda Duits,
20 december 2019 - 07:33

Geen enkel stukje tekst wordt zo veelvuldig geplagieerd als de plagiaatregels. Ze staan in iedere cursushandleiding en worden van docent op docent gekopieerd. Tussen opleidingen en instellingen bestaat variëteit in straf, maar over de definitie is men het eens. Daarom is het zo wonderlijk dat een integriteitscommissie oordeelde dat voormalig rector Dymph van den Boom weliswaar hele bladzijden heeft overgeschreven, maar dat dit niet gezien kan worden als plagiaat.  

Het was ook voor de gebeurtenissen van deze week al het universitair schandaal van het jaar. Eerst de beschuldiging in NRC, waar de journalist bleef volhouden dat hij op eigen houtje had ontdekt dat er in de diesredes van Van den Boom overlap zat met speeches van andere mensen. Hij was zogenaamd daardoor gaan graven en had vervolgens ontdekt dat ook haar proefschrift plagiaat bevatte.

 

Die aanklacht bleek niet het begin van het schandaal, maar een stap er middenin. Erasmus Magazine en Folia reconstrueerden hoe onvrede over Van den Boom als interim-decaan aan de Erasmus Universiteit Rotterdam ervoor zorgde dat medewerkers van de EUR haar onderuit wilden halen. Vervolgens besloot het CvB aldaar om die medewerkers eens echt te laten voelen wat angstcultuur is, en zette het een recherchebureau in om mails te doorzoeken, waaronder die van een vertrouwenspersoon.

‘Van den Boom wist dus dat ze fout was in de jaren 80, maar bleef onder alle aantijgingen de vermoorde onschuld spelen’

Nu, vlak voor het kalenderjaar ten einde loopt, komt er nóg een spannende twist in dit drama dat het heerlijk zou doen als true crime-docu op Netflix. De integriteitscommissie die de UvA had ingesteld om te beoordelen of Van den Boom daadwerkelijk plagiaat pleegde, is met een volslagen onnavolgbaar oordeel gekomen. Ja, ze schreef passages over. Ja, dat waren lange stukken van soms wel een pagina lang. En ja, ze gebruikte geen aanhalingstekens en paginanummers zoals je wel moet doen als het gaat om andermans werk, omdat anders niemand weet dat het niet jouw ideeën zijn.

 

Iedere student weet dan dat het mis zit. Iedere student kent immers de definitie van plagiaat. In mijn vijftien jaar als docent heb ik menig overtreder betrapt. Ik ken de smoesjes, van janken over studiedruk tot het aloude ‘ik wist niet dat het niet mocht’. Van den Boom werd echter vrijgesproken omdat de commissieleden, beide jurist, besloten een nieuwe definitie van plagiaat te verzinnen. ‘Simpel gezegd: van plagiaat is sprake als men pronkt met andermans veren’, schrijven ze in hun eindrapport (p. 4).

 

En dan is diefstal ineens geen diefstal meer. Dan maakt het uit welk jaartal het was, en dat de publicatieregels voor je vakgebied toen meer ‘een technische handleiding’ waren, en dat je een boek schreef in plaats van een stapeltje artikelen en dan is inspringen bij citaten ook zo wat. Het doet er dan zelfs niet meer toe dat ‘de betrokkene’ al eerder geconfronteerd was met ‘de geconstateerde tekortkomingen’ toen zij ‘een artikel voor een internationaal tijdschrift, gebaseerd op haar dissertatieonderzoek, na publicatie heeft moeten corrigeren vanwege incorrecte bronvermelding’ (p. 5).

 

Van den Boom wist dus dat ze fout was in de jaren 80, maar bleef onder alle aantijgingen de vermoorde onschuld spelen. Ook na het bespottelijke vonnis van de integriteitscommissie is dat haar strategie. In een compleet kritiekloos interview met de Volkskrant mocht de arme telg ‘uit een Brabantse kappersfamilie’ uithuilen over de aanslag op haar karakter. Het was allemaal de schuld van anderen: van de commissieleden die haar niet betrapt hadden tot Bureau Communicatie dat zogenaamd haar speeches schreef (‘aantoonbaar onjuist’ reageerde de UvA op het laatste).

‘Wat te doen als iemand die zich als bestuurder inzette voor wetenschappelijke integriteit zelf van geschonden blazoen blijkt?’

De vraag die voor ons ligt is: hoe nu verder? Wat te doen als iemand die zich als bestuurder inzette voor wetenschappelijke integriteit zelf van geschonden blazoen blijkt? Wat te doen als een voormalig rector aangeeft dat haar bekroonde proefschrift niets meer was dan een soort wildwest avontuur waar je ‘niet met de normen van nu naar kunt kijken’? Moet al het onderzoek uit die periode dan afgeschreven worden, zoals hoogleraar Casper Albers zich op Twitter afvraagt?

Maar bovenal: wat betekent dit precedent? Wat moeten we doen met alle studenten die passages overschrijven? Die zeggen ‘ja, tekortkomingen en slordigheden, maar in mijn paper blink ik nergens uit, dus hoe kan je dan zeggen dat ik pronk met andermans veren?’

 

Tijdens haar rectoraat heb ik meermaals geroepen om het aftreden van Van den Boom. Dat is nu niet meer aan de orde. De bal ligt evenwel bij het huidige CvB van de UvA. Zij willen eerst met hun voorganger spreken voordat ze verder reageren (en zijn trouwens not amused dat Dymph ervoor koos eerst met de Volkskrant te praten). Dat geeft alle UvA-collega’s, vooral zij die zitting hebben in examencommissies, de plicht en de tijd om hun bestuurders op te roepen dit vonnis niet te accepteren. Zo niet, dan gaat 2019 de boeken in als het jaar dat wetenschappelijk integriteit stierf.

 

Linda Duits is een weggelopen wetenschapper, gespecialiseerd in populaire cultuur; in het bijzonder op het gebied van gender en seksualiteit.