Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Josh Felise (Unsplash)
opinie

‘Geen UvA-lessen in geluk, alsjeblieft’

Wolter de Boer,
29 januari 2019 - 11:46

In plaats van colleges geluk te gaan geven kan de UvA beter de oorzaken van ongeluk bij studenten wegnemen, vindt psychologiestudent Wolter de Boer. ‘Als we maatschappelijke en sociologische problemen alleen maar te lijf proberen te gaan met het uiten van onze dankbaarheid en het blijven formuleren van positieve gedachtes, zijn we over een tijdje nog verder van huis.’

Geluk is overal, straks ook op de UvA blijkbaar, waar FMG-decaan Agneta Fischer er wel heil in ziet om een collegereeks over geluk op te zetten voor studenten. Zo’n collegereeks zou geïnitieerd worden naar het prototypische model van een vak op Yale, waar een professor psychologie de colleges organiseerde omdat ze daar zag dat steeds meer studenten zich ongelukkig voelen, en dat tijdens ‘wat de beste tijd van hun leven zou moeten zijn’.

 

Folia vroeg zich in de titel van het artikel af of gelukscolleges ‘de oplossing [zijn] voor mentale problemen van studenten’. Of colleges geluk een goed antwoord zouden zijn op de psychische problemen die er heersen onder studenten valt nog te bezien: de afwezigheid van mentale problemen betekent nog niet dat iemand gelukkig is, en vice versa, maar aan dat punt ga ik nu even voorbij. Er zijn een aantal andere aannames die ten grondslag liggen aan het idee dat het psychisch welzijn van studenten zou verbeteren als zij aan zo’n collegereeks deelnemen die niet helemaal lekker zitten.

‘Gelukkig zijn is een allerindividueelste ervaring die moeilijk in woorden te vatten is’

Gelukkig zijn is een allerindividueelste ervaring die moeilijk in woorden te vatten is. De een ervaart het als zij te midden van haar vrienden de ochtend tegemoet danst in haar favoriete nachtclub, een ander als hij zich vastbijt in een ingewikkelde tekst en weer een ander als zij verwikkeld is in een goede, diepgravende conversatie. Zulke momenten van geluk kennen de meesten van ons wel, en voor veel mensen geldt dat ze die met enige regelmaat beleven. Maar waar bestaat die ervaring eigenlijk uit?

‘Door negatieve emoties weinig aandacht te geven loop je het risico dat ze niet langer erkend worden als een belangrijk onderdeel van het aardse bestaan’

Positieve psychologie

Rond de eeuwwisseling is de psychologische wetenschap begonnen met het ontwikkelen van een antwoord op die vraag. Cursussen in geluk, zoals die aan verschillende Amerikaanse universiteiten gegeven zijn (en ook al eens aan onze eigen UvA) bouwen vaak voort op de ideeën van de positieve psychologie, die rond de eeuwwisseling opkwam. De twee bedenkers ervan, Seligman en Csikszentmihalyi (die laatste is bekend geworden vanwege het begrip flow) waren het beu dat de psychologie zich alleen maar richtte op de verstoorde geest, en dat ze als wetenschappelijke discipline geen oog had voor hoe ze ‘gezonde’ mensen kon helpen beter in het leven te staan en, inderdaad, gelukkiger te worden. 

 

De wetenschappers die aan de wieg stonden van de positieve psychologie onderzochten gelukkige mensen en kwamen tot de conclusie dat blijheid, optimisme en positief denken eigenschappen zijn die ervoor zorgen dat een mensenleven écht tot bloei komt. De nieuwe wetenschap zou zich (onder andere) moeten richten op het helpen ontwikkelen van die persoonskenmerken bij individuen. Onderwerpen als lijden of tekortkomen pasten slecht in het rijtje eigenschappen die de positieve psychologen voor ogen hadden. Door dit soort onderwerpen, die toch inherent verbonden zijn met ieder mensenleven, weinig aandacht te geven loop je ook het risico dat ze niet langer erkend worden als een belangrijk onderdeel van het aardse bestaan. Verschillende critici hebben geuit dat dat het grootste probleem van de positieve psychologie is: ze zou niet erkennen dat narigheid ook hoort bij de menselijke conditie. Een gedeelte van de positieve psychologen heeft zich deze kritiek aangetrokken en is ermee aan de slag gegaan in wat de tweede golf van de positieve psychologie genoemd wordt, waarin erkend wordt dat ook vervelende gevoelens en emoties bij het leven horen.

‘We denken niet langer dat de maatschappij maakbaar is, maar wel dat het individu maakbaar is’

Het maakbare individu

Hoewel het een nobele insteek is van de positieve psychologie om ook de meer vervelende kanten van het leven te integreren in haar theorie, blijft de aandacht nog altijd onbewogen op het individu liggen. Eerst was jij het die een beter leven bij elkaar kon boksen, en hoewel jij het nu ook bent die de vervelende kanten van het leven moet omarmen, blijft een andere vraag onbeantwoord. Want: hoe gaat het met ons, in plaats van met jou alleen?

 

De positieve psychologie is ook een bliksemafleider voor problemen die zich op maatschappelijk niveau voordoen. Fischer zegt het een interessant idee te vinden om gelukscolleges zoals ze die op Yale hebben ook op de UvA te organiseren. Ze zegt: ‘Je wil eigenlijk dat mensen beter leren omgaan met spanningen, want de elementen waardoor mensen meer stress ervaren, zitten nu eenmaal verweven in de huidige samenleving. Je kan zorgen dat je daar geen weerloos slachtoffer van bent.’ Dat is een interessant punt, en lijkt een typische uitwas van deze tijd, waarin we niet langer denken dat de maatschappij maakbaar is, maar wel het individu. Dat zorgt voor een enorm hoge druk op het individu: als het haar niet lukt om met meditatie de studiestress eronder te krijgen, met positieve gedachten haar onzekerheden te bedwingen of met het herhaaldelijk opschrijven van waar ze dankbaar voor is zich blij te voelen, zal ze allereerst te rade gaan bij die persoon die al de hele tijd wordt aangesproken op het niet-gelukkig zijn: zijzelf.

‘De UvA zou beter de hand in eigen boezem kunnen steken, en na kunnen gaan hoe ze haar steentje bij zou kunnen dragen aan een beter leefklimaat voor studenten’

Fischer stelt dat de elementen in de maatschappij waardoor mensen spanning en stress ervaren ‘daar nu eenmaal zijn’, een nogal deterministische opvatting, alsof het zaken betreft waar we ons aan moeten onderwerpen. Dat de maatschappij niet onveranderlijk is blijkt alleen al aan een aantal veranderingen die de generatie studenten anno nu hard treffen. Door het terugdraaien van de studiefinanciering moeten studies zo efficiënt mogelijk gepland worden. Bovendien moet de baan die de studie hopelijk oplevert de investering die een opleiding geworden is wel terugbetalen, terwijl de economische groei het afgelopen decennia een stuk minder sterk was dan daarvoor. Daar komt de toenemende vergrijzing die ervoor zorgt dat de studenten anno nu langer door zullen moeten werken dan de voorgaande generaties nog bij.

 

Reële problemen

Ook hebben jongeren nauwelijks uitzicht op een betaalbare woning en het pedagogisch klimaat dat dicteert dat jongeren de beste versie van zichzelf moeten worden zorgt voor een grote dosis prestatiedruk (zoals auteur Malcolm Harris overtuigend aantoonde in zijn boek Kids these days). En dan blijven allerhande crises op macroniveau, zoals die van het klimaat en de vluchtelingenopvang, nog onbesproken. Dat zijn allemaal reële veranderingen, die reële spanningen opleveren. Als we dit soort maatschappelijke en sociologische problemen alleen maar te lijf proberen te gaan met het uiten van onze dankbaarheid, regelmatig mediteren en het blijven formuleren van positieve gedachtes, zijn we over een tijdje nog verder van huis. 

 

De UvA zou beter de hand in eigen boezem kunnen steken, en na kunnen gaan hoe ze haar steentje bij zou kunnen dragen aan een beter leefklimaat voor studenten en de rest van de maatschappij. Dat vraagstuk is nogal ingewikkeld. Een sociologisch georiënteerde cursus over geluk zou een eerste stap kunnen zijn in het verwerven van meer inzicht en het komen tot oplossingen voor dit lastige onderwerp (en zo’n soort initiatief is er gelukkig ook al geweest aan de UvA). In zo’n soort cursus zouden studenten en docenten na kunnen gaan wat geluk betekent. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor elkaar, en voor de hele maatschappij, en zich daarbij af kunnen vragen of een nieuwe individuele aanpak inderdaad tot meer geluk voor de massa gaat leiden. Om de titel van het stuk van afgelopen vrijdag in Folia dan maar te beantwoorden: nee, gelukscolleges zijn waarschijnlijk niet de oplossing voor mentale problemen van studenten, maar eerder een symptoom van het achterliggende probleem.

 

Wolter de Boer is bachelorstudent klinische psychologie en hoofdredacteur van studieblad Spiegeloog.