Deze week verscheen in Trouw een interview met Anne de Graaf, het eerste grote interview met de eerste diversity officer van de UvA. Daarin wordt zo’n incorrect beeld geschetst van de Commissie Diversiteit die leidde tot haar baan, dat je je afvraagt of het opzettelijk is. Is Anne de Graaf ontzettend dom of ontzettend slim?
‘De UvA wordt geen “safe space”’, is de kop van het artikel. Safe space is een begrip afkomstig uit de Amerikaanse LHBTQ-gemeenschap voor ruimtes aan de universiteit waar geweld en haatzaaien niet getolereerd wordt. Inmiddels wordt de term vooral denigrerend gebruikt, met name online aan de – laten we zeggen – rechterkant van het trollenspectrum. De toon is dus direct gezet.
Volgens journalist Gerrit-Jan Kleinjan beval de Commissie Diversiteit ‘quota, harde afspraken en streefcijfers’ aan. Dat is feitelijk onjuist: in het eindrapport is van alle drie geen sprake. Quota worden alleen genoemdZie het volledige rapport of de Nederlandstalige samenvatting. als iets dat wenselijk is om te onderzoeken en als aanbeveling mochten doelen niet behaald worden. [zie volledig rapport, Nederlandstalige samenvatting].
‘Wat opvalt is de rustige toon van De Graaf. Een verschil met de felle woorden in het rapport van Wekker’ schrijft Kleinjan desalniettemin. Dat contrast wordt steeds gemaakt: De Graaf wil ‘geen overhaaste stappen’ en legt uit dat ze negatieve ervaringen heeft met quota. Ze ziet niets in streefcijfers maar plaatst zichzelf een stapje hoger: ‘missen we bepaalde studenten’?
Bijzonder opmerkelijk en kwalijk is dat De Graaf intersectionaliteitIntersectionaliteit is het idee dat ieders positie in de samenleving het resultaat is van een wisselwerking tussen verschillende assen van identiteit zoals gender, etniciteit, klasse, seksualiteit, leeftijd, religie en aanwezigheid van handicaps. bijkans als haar eigen uitvinding claimt, terwijl het nota bene Gloria Wekker was die dit concept (in 1989 gemunt door de Amerikaanse Kimberlé Crenshaw) naar Nederland bracht. Kleinjan noteert:
‘Waar Gloria Wekker in haar aanbevelingen vooral hamerde op huidskleur en man/vrouw-verdeling, kijkt De Graaf een stuk breder. “Diversiteit is veel meer dan alleen kijken naar etnische verschillen of de kloof tussen mannen en vrouwen. Denk ook aan mensen met een functiebeperking, homoseksuelen en transgenders, verschillende geloven of sociaal-economische achtergronden die een rol spelen.”’
Ook in de rest van het interview contrasteert De Graaf zich met Wekker, terwijl ze zich tegelijkertijd haar werk toe-eigent. Een van de vier aanbevelingen die de Commissie wél maakte was het ontwikkelen van ‘een gedeelde taal of begrippenkader waarmee we op een weloverwogen manier over diversiteit kunnen praten’ (samenvatting p. 4). De Graaf doet doodleuk alsof ze dit zelf verzint en zegt in het interview: ‘Aan de Nederlandse taal moet nog de nuance toegevoegd worden die je nodig hebt om te praten over ras … Ik wil graag taal ontwikkelen zodat we een veel genuanceerder gesprek kunnen hebben’.
De Commissie Diversiteit zag een lange weg voor ons:
‘De Commissie is zich ervan bewust dat de benodigde veranderingen, niet van de ene op de andere dag verwezenlijkt kunnen worden. Hiervoor is tijd nodig, maar, in de woorden van de dichteres Adrienne Rich: “wild geduld” zal ons ver brengen’ (p. 8).
Drie keer raden waarmee het interview in Trouw eindigt.
Kwaadwillend zou je De Graaf van plagiaat kunnen beschuldigen. Aan de universiteit horen we immers zorgvuldig met bronnen om te gaan. Er zou ook iets anders aan de hand kunnen zijn. De positionering van De Graaf als tegengesteld aan Wekker zou wel eens een snode poging tot verzoening kunnen zijn.
Tijdens het Maagdenhuisprotest heerste er grote verdeeldheid aan de UvA, wat leidde tot hevig oplopende emoties, zeker aan afdelingen met zowel voor- als tegenstanders van het toenmalige CvB en haar beleid. Ook bij de presentatie van het rapport van de Commissie Diversiteit, ruim een jaar later,waren die spanningen zichtbaar. De Graaf staat als diversity officer voor een lastige taak gelijkheid te bevorderen in dit klimaat. Afstand nemen van Wekker terwijl ze onderwijl letterlijk haar agenda uitvoert, is misschien dus wel een bijzonder effectieve, gewiekste en uitgekiende strategie.
Linda Duits (1976) is een ‘weggelopen wetenschapper’ en gespecialiseerd in populaire cultuur, vooral op het gebied van gender, seksualiteit en jongeren.