Oude mensen hebben altijd wat te zeuren, zelfs als er niets te zeuren valt. Een week of wat geleden klaagde een columnist van NRC over de vermaledijde millennials die met hun luie, verwende snoetjes urenlang in de rij staan voor de Melkweg.
Echt onuitstaanbaar ja. Ze zouden eens een voorbeeld moeten nemen aan hem, zestiger en kenner van het grootstedelijk nachtleven.
‘Als ik werkelijk ben doorgezakt, staan ze midden in de nacht opnieuw ergens te wachten, voor een of andere afterparty. Uit nieuwsgierigheid ben ik daar eens naar binnen gegaan. Iedereen te moe of goon te stoned om een woord uit te brengen, zeg maar.’
Dat woord goon kende ik niet. Het blijkt al in 1999 beschreven in een proefschrift als een vorm van segmentreductie – het inslikken van een paar letters van ‘gewoon’ – maar wat kan dat Auke Kok deren! De jeugd van tegenwoordig is niks zonder zelfverzonnen slang dat je belachelijk kan maken.
Ook in de wetenschap vinden we mensen als Auke Kok. Ze willen aantonen dat de wereld van de jongere niet alleen slecht en lelijk is, maar ook steeds slechter en lelijker wordt. Media zijn daarvoor de perfect zondebok. Al voordat Elvis zijn pelvis schudde was er sprake van een ‘danskwestie’ waar de politiek vreesde dat opzwepende muziek de seksuele drift van de kids zou doen aanvuren. ‘Seksualisering’ is het woord dat daarvoor in ons millennium in zwang raakte.
Geseksualiseerde media, zoals videoclips vol meisjes in bikini, zouden een effect hebben – vooral op meisjes. Er worden allerlei experimentele studies uitgevoerd die causale verbanden vinden tussen blootstelling aan geseksualiseerde media-inhoud en ‘seksueel permissieve opvattingen’ (zeg maar losjes denken over seks). Veruit het merendeel van deze onderzoeken wordt gedaan met bachelorstudenten psychologie in een laboratoriumsituatie. We weten dus heel veel van kortstondige media-effecten op studenten – maar dat zegt weinig over jongeren in de wereld buiten het lab.
Iedereen die daar om zich heen kijkt, ziet dat de seksualiseringsthese niet klopt. Diezelfde millennials die opgroeiden met 50 Cent en de Pussycat Dolls staan nu netjes in de rij te wachten voor de club. Schuren doen ze er nog maar zelden. Losgeslagen seksueel gedrag komt niet massaal voor. Een recent gepubliceerde meta-analyse geeft deze observanten gelijk. Van media gebruiken ga je niet sneller beginnen aan seks en ga je je ook niet seksueel gevaarlijker gedragen. Voor geseksualiseerde media-inhoud was het gevonden verband triviaal (r = 0.082).
Het artikel bevat desalniettemin schokkende resultaten. Zo is er de grote hoeveelheid studies die niet mee kon worden gewogen. De auteurs wilden alleen empirische onderzoeken opnemen, met jongeren onder de achttien, waarbij het daadwerkelijk om seksueel gedrag ging. Van de 668 gevonden studies werden er maar 22 betrokken bij de meta-analyse.
Daarnaast stelden de auteurs vast dat onderzoeken met een evenwichtige bespreking van bestaande literatuur kleinere effecten vonden dan onderzoeken met referentiebias, dat wil zeggen: onderzoeken die vooral studies citeerden met gevonden effecten. Daarom suggereren de auteurs “that researcher expectancy effects can influence effect sizes in this research field” (p. 354). Als je denkt dat er iets te zeuren moet zijn, zorg je dat je wat te zeuren vindt. Lang leve de wetenschap die zulke vooringenomenheid ontmaskert.