Acht artikelen van voormalig UvA-hoogleraar sociale psychologie Jens Förster bevatten sterk bewijs voor een geringe waarheidsgetrouwheid. Dat blijkt uit onderzoek dat drie onafhankelijke statistici op verzoek van de UvA hebben verricht naar de 24 empirische studies die Förster in zijn UvA-periode heeft uitgevoerd. De statistici vonden daarnaast drie artikelen met niet-sluitend bewijs voor een geringe waarheidsgetrouwheid. Bij vier artikelen vonden ze hiervoor geen bewijs, en de overige negen artikelen konden ze met de gebruikte methoden niet nauwkeurig genoeg bestuderen.
In april vorig jaar werd een artikel van Förster
teruggetrokken, nadat het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) concludeerde dat onderzoeksgegevens waren gemanipuleerd. Volgens de klokkenluider die dit artikel onder de aandacht had gebracht, waren er nog twee artikelen waarin Förster had gefraudeerd. Ook UvA-hoogleraren psychologie Denny Borsboom, Han van der Maas en Eric-Jan Wagenmakers drongen destijds aan op
vervolgonderzoek.
'Te mooi om waar te zijn'
Uit dat vervolgonderzoek blijkt nu dat veel resultaten van experimenten die Förster in zijn artikelen beschrijft een uitzonderlijk lineair verband laten zien. Die verbanden zijn volgens de statistici vaak ‘te mooi om waar te zijn’, omdat de uitkomsten van dergelijke experimenten normaal gesproken een onvermijdelijke toevallige afwijking vertonen.
De acht publicaties met sterk bewijs voor een geringe waarheidsgetrouwheid schreef Förster tussen 2009 en 2012. Eén daarvan is het vorig jaar teruggetrokken artikel; twee andere werden destijds eveneens door de klokkenluider aangevoerd. Van drie artikelen was Förster de enige auteur, vier schreef hij als eerste auteur en één als medeauteur. De andere auteurs van deze artikelen waren tijdens het onderzoek niet werkzaam bij de UvA, met uitzondering van psycholoog Markus Denzler, die ook medeauteur was van het teruggetrokken artikel. Förster
meldde destijds dat Denzler niets te maken had gehad met de dataverwerking.
Jens Förster
De tijdschriften waarin de acht artikelen zijn gepubliceerd, zullen worden verzocht de artikelen terug te trekken. Aan de tijdschriften waarin de drie artikelen met niet-sluitend bewijs staan, zal worden gevraagd terugtrekking in overweging te nemen. Daarnaast zal de UvA nader onderzoek laten verrichten naar de proefschriften waar Förster in zijn UvA-periode als promotor bij betrokken was. ‘Het gaat in dat onderzoek niet om de promovendi, maar om het werk van Förster,’ licht UvA-woordvoerder Yasha Lange toe. ‘Er zal waarschijnlijk bekeken worden of de resultaten daar diezelfde uitzonderlijke lineaire verbanden bevatten.’
Het hele rapport is hieronder terug te lezen.