Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Tekening van Bob Hanf, voorstellend een violist tijdens een huisconcert bij de Joodse Alexander Schmuller.
Foto: Bob Hanf Stichting
wetenschap

Muziek | Promovendus haalt vervolgde componisten uit vergetelheid

Matthias van der Vlist Matthias van der Vlist,
24 oktober 2025 - 12:00

Decennialang lag de muziek van Joods-Nederlandse componisten te verstoffen op zolders, in schuurtjes en in vergeten sinaasappelkistjes. Muziekhistoricus en UvA-promovendus Carine Alders onderzocht waarom deze muziek zo lang vergeten werd. ‘Het is een misverstand dat goede muziek vanzelf komt bovendrijven.’

Een halve eeuw lang was de muziek van de componist Daniël Belinfante slechts één keer publiekelijk te horen. De Joods-Nederlandse componist, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gedeporteerd en vermoord, verdween na de oorlog vrijwel volledig uit het muzikale geheugen van Nederland. Zijn naam — net als dat van vele andere vervolgde componisten — raakte in vergetelheid en die stilte hield decennialang stand.

Carine Alders
Foto: Jerome de Lint
Carine Alders

Muziekhistoricus Carine Alders wil deze vergeten stemmen weer hoorbaar maken en promoveert binnenkort op het verdwijnen van deze componisten uit de Nederlandse muzikale canon. ‘De nazi’s wilden niet alleen mensen vermoorden, maar ook hun namen en hun werk uitwissen,’ zegt ze. ‘Door hun muziek opnieuw te laten horen, kunnen we een deel van dat plan verijdelen. Dat is een daad van rechtvaardigheid.’


Alders was tien jaar zakelijk leider van de Leo Smit Stichting. Deze stichting brengt muziek die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd verboden weer terug op het podium. Ze legde haar werkzaamheden neer om zich volledig te richten op haar onderzoek naar de componisten die ze weer hoorbaar wil maken. Ze ontdekte dat de vergeten muziek niet ‘toevallig’ vergeten was maar als gevolg van vervolging én de manier waarop muziekgeschiedenis werd geschreven.

 

Onderdrukking
Tijdens de Duitse bezetting werden Joodse musici systematisch uit het openbare leven verwijderd. Muziek van Joodse componisten mocht niet meer openbaar worden uitgevoerd worden en er mocht ook niet meer over geschreven worden in de krant. Daardoor raakten Nederlands-Joodse componisten in de vergetelheid, zegt Alders.

 

Daarnaast is er ook een netwerk nodig om muziek een podium te geven, ontdekte Alders in haar onderzoek. In het geval van Belinfante ontbrak dat na de oorlog. ‘Muziek is een kunstvorm die alleen kan bestaan binnen een netwerk; je hebt uitvoerders nodig, programmeurs van concertzalen, recensenten, mensen die jouw muziek laten klinken. Componisten zijn afhankelijk van dat netwerk om een plaats in de muziekgeschiedenis te veroveren. Als dat netwerk wordt vernietigd, verdwijnt ook de muziek.’ Belinfante en veel leden van zijn netwerk zijn omgebracht in de oorlog, waardoor zijn muziek ook verdween, zegt Alders.

Daniël Belinfante achter de vleugel.
Foto: Haags Gemeentearchief, Collecties Nederlands Muziek Instituut
Daniël Belinfante achter de vleugel.
‘Muziek is een kunstvorm die alleen kan bestaan binnen een netwerk. Als dat wordt vernietigd, verdwijnt ook de muziek’

Bevrijd, maar niet gehoord
Toen de bevrijding kwam, vulden de concertzalen zich weer met muziek, maar niet met de werken van de vervolgden. ‘Tijdens het eerste galaconcert na de oorlog, bedoeld om het concertleven weer te openen, was alleen muziek van componisten te horen die bij het verzet zaten of op zijn minst niet meegewerkt hadden met de bezetter. Maar ja, als je opgepakt werd en naar een concentratiekamp ging of je zat ondergedoken, had je weinig mogelijkheden om verzet te plegen. Dan voldeed je niet aan de criteria om gevierd te worden als verzetsheld.’


Bovendien was het zo dat na de oorlog Nederland zichzelf vooral zag als een land van verzetsstrijders. Het ging vooral over helden die van binnenuit meewerkten aan de overwinning. Alders: ‘Het verhaal van de vermoorde Joodse componisten paste daar niet helemaal in want daardoor zou je kunnen denken dat het verzet toch niet zo succesvol zou zijn geweest.’ Hierdoor werd zelfs na de bevrijding nog niet de muziek van vervolgde componisten gehoord. ‘Tegen de tijd dat er meer plek kwam voor de oorlogservaring van Joodse Nederlanders was hun muziek vergeten.’

 

Vuilnisbak
Sommige verloren werken kwamen pas vele decennia later boven water, en vaak per toeval. ‘Veel componisten verstopten hun bladmuziek net voordat hun huis werd geplunderd bij hun arrestatie.’ Bladmuziek van de Joodse componist Samuel Schuijer werd door schoolkinderen in een vuilnisbak gevonden. ‘Iemand is waarschijnlijk in zijn oude huis gaan verbouwen en heeft het verstopte werk bij het vuil gezet. Die schoolkinderen vonden het zonde dat er zulk mooi papier in de vuilnisbak lag en namen het mee naar huis. Hun ouders besloten pas een paar jaar later de muziek naar het archief te brengen.’ De zoon van de Joodse componist Hans Lachman bewaarde het werk van zijn vader in een sinaasappelkistje in een tuinschuurtje, en dacht dat het werk onbelangrijk zou zijn omdat niemand zijn vader meer kende als componist.


‘Als je nu naar die vergeten muziek luistert moet je gewoon concluderen dat dat hele goede muziek is,’ zegt Alders. ‘We hebben de neiging te geloven dat goede muziek vanzelf komt bovendrijven. Maar dat is een misverstand. Niet alles wat vergeten wordt, is niet goed. Muziekgeschiedenis is afhankelijk van mensen die daarover schrijven, en of het dus überhaupt wordt uitgevoerd.’

‘Het is altijd een beetje bitterzoet. Je bent blij dat de muziek eindelijk klinkt, maar je denkt ook: wat als ze niet waren vermoord?’

Vandaag de dag krijgt het vergeten repertoire vaker weer een stem. Op 29 november mede-organiseert de Leo Smit Stichting het festival Forbidden Music Regained in het Conservatorium van Amsterdam, waar studenten werken uitvoeren van componisten die tijdens de oorlog het zwijgen werd opgelegd. Alders: ‘Het is altijd een beetje bitterzoet. Je bent blij dat de muziek eindelijk klinkt, maar je denkt ook: wat als ze niet waren vermoord? Toch overheerst het gevoel van herstel; het is niet gelukt om hen uit de geschiedenis te wissen.’


Carine Alders promoveert op 29 oktober op het proefschrift Caught in a web of silence. Composers in Dutch music history 1920-1955 and the impact of World War II. Locatie: Aula. Aanvang: 14.00 uur. Toegang vrij.

Podcast De Illustere Universiteit - Artikel
website loading