Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Simon(e) van Saarloos: ‘Wat mag er wel en niet aanwezig zijn in een instituut waar nieuwsgierigheid de drijfveer is?’
Foto: Nel Robin
wetenschap

Simon(e) van Saarloos onderzocht als kunstenaar diversiteit in de bètawetenschap

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
30 september 2025 - 15:52

Hoe is het gesteld met de diversiteit in de bètawetenschappen? Filosoof en UvA-alumnus Simon(e) van Saarloos was maandenlang als kunstenaar te gast in een natuurkundig laboratorium en ziet ruimte voor verbetering. ‘Het geloof in de eigen overtuigingen zou best bevraagd mogen worden.’

Terwijl er inmiddels nét iets meer vrouwen werken aan de Universiteit van Amsterdam, is in de bètawetenschappen nog altijd 60 procent man. Filosoof Simon(e) van Saarloos ging in gesprek met medewerkers van het Van ‘t Hoff Institute for Molecular Sciences (HIMS) over diversiteit. Woensdag geeft hen een lezing in het kader van de diversiteitsdag van het HIMS.

 

Voor die lezing put Van Saarloos uit de ervaringen die hen opdeed toen hen drie maanden lang het dagelijks leven van bètawetenschappers bestudeerde in het prestigieuze Kavli Insitute for Nanoscience aan de TU Delft. Tussen de microscopen en kwantumkoelkasten hield hen zich als eerste artist-in-residence van het instituut bezig met de vraag: wat mag er aanwezig zijn en vooral ook: wat niet?

 

Hoe was het om als filosoof in de wereld van de bètawetenschap te duiken?

‘Lastig en tegelijkertijd ook niet. Het is eigenlijk niet vreemd om als filosoof bij de bèta betrokken te zijn: heel lang waren bèta- en alfawetenschappen ook niet gescheiden. Maar in het Kavli-instituut ervoer ik wel dat mijn aanwezigheid lastig was.’

CV Simon(e) van Saarloos

Simon(e) van Saarloos (1990) is schrijver, filosoof, kunstenaar en curator. Van Saarloos werd geboren in de Verenigde Staten, groeide op in Nederland en studeerde filosofie en literatuurwetenschappen aan de UvA. Hen schreef voor verschillende Nederlandse kranten en schreef verschillende boeken waaronder Against Ageism - A Queer Manifesto in 2023.

 

Op moment van schrijven promoveert Van Saarloos in de retorica aan de University of California, Berkeley. Hen is geïnteresseerd in de samenhang tussen de zwarte feministische filosofie en de quantummechanica en promoveert op de retorische (on)mogelijkheid van bestaan zonder verdediging.

 

Simon(e) van Saarloos schrijft diens naam meestal tussen haakjes en wordt graag aangespreken met hen of die.

‘De bètawetenschap lijkt in mijn optiek een bepaalde superioriteit boven de geesteswetenschappen te hebben. Waar de geesteswetenschap eigenlijk geneigd is zichzelf als slachtoffer te zien – er wordt altijd geld weggenomen, er is minder verbinding met de industrie – is er in de bètawetenschap veel minder existentiële twijfel aanwezig of datgene wat je doet ertoe doet. Zelfs als je je echt met het kleinste van het kleinste minieme schakeltje bezighoudt – is het verhaal dat je wel degelijk belangrijk werk doet in een groter geheel.’

 

‘In de bètawetenschap wordt een kunstenaar vaak uitgenodigd als vertaler. De wetenschapper legt dan uit hoe een ingewikkeld proces werkt, bijvoorbeeld DNA-replicatie, en de kunstenaar vertaalt de ingewikkelde wetenschap dan in een mindmap of schilderij naar een breder publiek. Als ik muzikant was geweest, had ik een geluidsopgame gemaakt van mycelium en had ik daar muziek van gemaakt.’

 

‘Dat was niet de rol die ik wilde innemen. Ik wilde onderzoeken hoe de afwezigheid van dingen aanwezig was in het instituut. How does absence touch us, zou ik in het Engels zeggen. Maar verder had ik niet een concreet doel – heel vreemd in een instituut waar alles doelgericht is – en wilde ik juist kijken wat er zou ontstaan als ik me zou openstellen voor wat er tot me kwam.’

 

En, wat is er tot je gekomen?

‘Ja, eh... heel veel wel en heel veel niet.’

 

‘De wetenschap – zoals ik die als mens ken – bestaat uit een nieuwsgierigheid naar dingen die we nog niet weten. Die vraag onderzoeken wetenschappers vanuit wat ze al wel weten. Als we vanuit de feministische kritiek denken: als de materie die ons al bekend is behoorlijk hiërarchisch is en uitgaat van een bepaald idee van wat een mens is en wat materie is, dan reproduceren we dat wat er al is. Zelfs op het moment dat we ons bezig willen houden met wat nog nieuw en onbekend is.’

Foto: Annaleen Louwes

‘Een ding dat ik ontdekte was de invloed van roddel in het instituut. Via de roddel ontdekte ik welke informatie werd gezien als belangrijk en welke informatie als onbelangrijk werd gezien. “Mijn experiment heeft dit of dat opgeleverd” was bijvoorbeeld belangrijke informatie, maar alles dat daaromheen gebeurde: wat je ’s ochtends voor ontbijt had, of je ruzie had met die collega, of hele fijne seks had gehad, is niet belangrijk. Ik ben de roddel gaan documenteren en heb er uiteindelijk een tentoonstelling van gemaakt in de kolfkamer.’

 

Waar werd zoal over geroddeld?

‘Bijvoorbeeld over de lichamelijke klachten die sommige wetenschappers kregen in het gebouw. Die klachten werden afgedaan als onbelangrijk: het zou vooral om vrouwen gaan in hun menopauze, ja precies. Een medewerker hield jarenlang haar klachten bij en slaagde er uiteindelijk in haar gelijk te krijgen: het bleek om een hoge mate van low frequency noise te gaan. Dat kan bij een bepaald percentage mensen leiden tot hoofdpijn en lichtgevoeligheid. Nu was er een meting, en moest het wel waar zijn. Dat was voor mij interessant om te volgen: wat mag er wel en niet aanwezig zijn in een instituut waar nieuwsgierigheid de drijfveer is?’

 

Je sprak ook met medewerkers van het HIMS over hun ervaringen met diversiteit.

‘Klopt, maar daar kan ik niets over zeggen.’

‘Ik bepleit een andere vorm van diversiteit dan op basis van getallen. De fundamenten van hoe wetenschap bedreven wordt verandert namelijk niet zozeer door de spelers die erin komen’

Wat kun je wel zeggen over hoe het gesteld is met diversiteit in de bètawetenschap?

‘Statistisch gezien kun je natuurlijk stellen dat vrouwen van kleur of trans personen minder toegang hebben tot de bètawetenschap dan witte mannen. Maar ik bepleit een andere vorm van diversiteit. De fundamenten van hoe wetenschap bedreven wordt, of hoe een instituut in elkaar zit, verandert namelijk niet zozeer door de spelers die erin komen.’

 

‘De architectuur van een gebouw zegt ook wat over diversiteit. De roddelexpositie heb ik uiteindelijk opgehangen in een ruimte die me het minst zichtbaar leek: de kolfruimte. Ik had aan iedereen toestemming gevraagd om de ruimte voor de expositie te gebruiken, met de boodschap dat het kolven altijd voorrang zou krijgen en ontving geen bezwaar. Maar al na een dag kwamen er klachten binnen. Iemand schreef: ik wil niet dat er ook maar iemand weet dat ik moet kolven. Ik ben hier als wetenschapper, niet als moeder.’

 

‘Persoonlijk vind ik dat zo’n anekdote beter signaleert voor wie er wel en geen ruimte is dan getallen. Er was dus iemand die moeder en wetenschapper was, maar zich bedreigd voelde om met haar moederschap “uit de kast te komen” omdat het niet thuishoorde in de wetenschap.’

 

Hoe zou dat anders kunnen volgens jou?

‘Ik ben er niet om voor te stellen hoe het dan wel moet – ik problematiseer alleen. Omdat ik denk dat er altijd een reproductie van het bestaande zit in voorstellen hoe de dingen zouden moeten.’

 

Laat ik het anders vragen, wat hoop je dat deze lezing oplevert?

‘Ik zou zeggen, mijn grootste ambitie is vrij klein. Heel concreet, door de lezing te geven hoop ik dat er een aantal mensen in die zaal zullen zijn die een bepaalde manier van herkenning zullen ervaren. En dan niet van: o hee, dat is ook een trans persoon. Overigens ben ik wit, middenklasse en door mijn transitie word ik meestal gelezen als man. Dus ik ben zelf natuurlijk zo weinig divers als maar kan.’

 

‘Ik bedoel herkenning in de manier van denken, een speelsheid in bevragen en je niet echt thuis voelen in wat wel en niet aanwezig is in de bètawetenschap. En dan bedoel ik niet alleen concreet: mag er wel of geen Palestijnse vlag hangen. Maar eerder – ik ga niet ‘s ochtends in m’n laboratorium vertellen dat ik hele leuke seks heb gehad met een one night stand die ik waarschijnlijk nooit meer zie. Want dat past niet binnen het instituut.’

 

‘Het is trouwens niet zo dat ik hoop dat mijn lezing ervoor zorgt dat iedereen straks alle seksuele escapades gaat delen op het werk, zo doelmatig ben ik niet, haha. Maar ik hoop dat er mensen zijn die herkenning ervaren in wat er wel en niet welkom is. En dat er ruimte ontstaat voor dat wat belangeloos lijkt in de wetenschap.’

 

Denk je dat daar in de toekomst meer ruimte voor kan zijn?

‘Lastig. Het is op dit moment heel lastig om zelfkritisch te zijn binnen de wetenschap. De VS hebben te maken met fascisme, Nederland met extreemrechts: die allemaal willen bezuinigen – ook op bètawetenschap. Vanwege die druk wordt het geloof in hoe wetenschap al jaren en decennia wordt bedreven sterker. Dus nee, ik verwacht dat het geloof in de eigen overtuigingen zich eerder zal versterken – terwijl die best bevraagd zouden mogen worden.’

 

Op woensdag 1 oktober om 15.00 uur zal Simon(e) van Saarloos spreken in Matrix One op het Science Park. Aanmelden kan hier.

Podcast De Illustere Universiteit - Artikel
website loading