Met Valentijnsdag in aantocht piekt de verkoop van rozen. Deze romantische traditie heeft ook een keerzijde: naast de kostbare productie genereert de rozenkweek ook een aanzienlijke berg snijafval, die vooralsnog doelloos ligt weg te rotten bij Keniaanse kwekerijen. UvA-promovendus Evy de Nijs ontwikkelde een manier om het rozenafval om te zetten in compost voor nieuwe rozen.
Toen de promotor van Evy de Nijs in Ethiopië was en aanzienlijke bergen rottend rozenafval zag liggen op een rozenkwekerij vroeg hij zich af: ‘Moeten we daar dan niets mee?’ De Nijs onderzocht voor haar promotieonderzoek hoe je deze afvalbergen kunt omzetten in vruchtbare compost. Toepasselijk genoeg verdedigt de Nijs haar proefschrift op Valentijnsdag.
Acht jaar lang problemen
‘Het idee van organische bemesting zoemde in de rozenkwekersgemeenschap in Kenia al een beetje rond. Als er iemand was die dat uitzocht, wilden ze het wel proberen,’ zegt De Nijs. Daarom hadden De Nijs en haar onderzoeksteam kwekers gemaild in Kenia met een aanbod: ‘Jullie hebben een probleem dat door ons opgelost kan worden, mits je mee wilt doen met ons onderzoek.’ Zo meldde zich een kweker die wel benieuwd was naar hoe de onderzoekers rozenafval konden verwerken tot duurzame compost.
De kwekers in Kenia waren lange tijd terughoudend om iets te doen met het rozenafval. Ten eerste konden deze groeiende afvalbergen lange tijd genegeerd worden vanwege de grote beschikbare ruimte. Ten tweede, gelden specifiek voor rozenafval extra zorgen: de houtige stelen maken het composteringsproces moeilijk, en de zuren in de bloemen zijn schadelijk voor nieuwe aanplant als ze niet volledig afbreken. Ten derde durfden rozenkwekers de risico’s niet aan aangezien rozenstruiken elke acht jaar vervangen worden. ‘Als je iets toevoegt aan de bodem dat niet goed is voor je gewas, kun je acht jaar lang problemen krijgen op je teelt. Als je planten doodgaan kost dat ontzettend veel geld.’
Tweeduizend kilo groenafval
De Nijs gebruikt rijpe compost als ‘kickstarter’ voor het composteringsproces van rozenafval. Het onderzoeksteam testte verschillende combinaties van materialen die al op de kwekerij aanwezig waren. ‘Het belangrijkste is dat het proces goed gemonitord wordt,’ legt De Nijs uit. ‘Als je zorgt voor de juiste hoeveelheid zuurstof en water, krijg je een betrouwbaar eindproduct.’
Er waren al onderzoeken bekend over hoe je rozenafval kan verwerken tot compost. Zo kun je bijvoorbeeld de stengels eerst in kleine stukjes hakken en 20 procent mest toevoegen. De Nijs: ‘Ik deed onderzoek bij een kweker met veertig hectare grond en die had elke dag tweeduizend kilo groenafval. Elke dag tweeduizend kilo groenafval fijnhakken en vierhonderd kilo mest toevoegen is onrealistisch, zeker terwijl mest in Kenia al een waardevol product is. Dat maakt het economisch gezien niet haalbaar.’
Maar is het wel duurzaam om rozen in Kenia te groeien om vervolgens te importeren naar Nederland? De Nijs reageert: ‘In de afgelopen twee à drie decennia verhuisden bijna alle Nederlandse rozenkwekers naar Kenia vanwege lage kosten, een beter klimaat voor rozenteelt en lagere arbeidskosten, ondanks de afstand tot Europa. Als je kijkt naar de CO2-voetafdruk, is in Kenia produceren en naar Nederland importeren duurzamer dan rozen in Nederland kweken. Zolang er vraag is vanuit het westen vind ik het belangrijk dat we die productie zo duurzaam mogelijk maken.’
Telefonisch advies
De resultaten van het nieuwe rozenafval-compost zijn veelbelovend. Deze compost toevoegen aan de teelt zorgt ervoor dat voedingsstoffen langer werden vastgehouden in de bodem dan bij het gebruik van kunstmest. Ook kunnen de wortels van de planten beter door de luchtige bodem groeien. Bij één kweker leidde dit tot een opbrengstverhoging van 4 procent, wat neerkomt op ongeveer 22.000 euro extra inkomsten per hectare voor het eerste anderhalf jaar van het gewas.
Deze positieve resultaten hebben de interesse gewekt van andere kwekers in de regio. Één van de deelnemende kwekers heeft zelfs geïnvesteerd in een compost-omzetter, wat het proces efficiënter maakt. De Nijs is hier blij mee: ‘Wetenschap is natuurlijk heel abstract, maar het leuke van dit project is dat kwekers het daadwerkelijk gebruiken. Kwekers hebben mijn proefschrift niet gelezen maar ze bellen mij regelmatig met de vraag: wat raad jij aan?’
Rare obsessie
Daarnaast is door het onderzoek doen op rozenkwekerijen de kijk van De Nijs op de roos veranderd. ‘Ik snap nu beter waarom rozen duur zijn. Als ik een bosje rozen met een kortingssticker zie liggen in de supermarkt vind ik dat moeilijk om te zien. Ik weet nu door hoeveel handen die gaat voordat ze op de markt komen.’
De Kenianen zelf vinden onze obsessie met rozen maar raar. De Nijs kreeg wel eens de vraag: is het echt waar dat jullie die bloemen op tafel zetten? ‘Voor hen zijn bloemen gewoon werk,’ zegt de aardwetenschapper. ‘Voor ons is het een extreem luxeproduct.’
Evy de Nijs promoveert op vrijdag 14 februari om 11.00 uur op haar proefschrift Closing the cycle of resources: Exploring the potential of composting in Kenyan rose cultivation. De verdediging vindt plaats in de Lutherse kerk.