Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Gras Grun via Unsplash
wetenschap

UvA-promovendus: tolerantie niet de drijfveer voor Nederlands drugsbeleid

Sija van den Beukel,
22 april 2024 - 09:47

Het Nederlandse drugsbeleid komt niet voort uit een tolerante ideologie, maar juist uit maatregelen om de drugsoverlast te bestrijden. Dat laat UvA-historicus Arjan Nuijten zien in zijn proefschrift naar het drugsbeleid in Amsterdam, Arnhem en Heerlen. ‘Methadonverstrekking werd pas ingesteld toen de heroïnegebruikers ’s avonds in de tuin van de huisartsen lagen.’

Voor de eeuwwisseling was ‘Nederland gidsland’ op drugsbeleid. Hoe kwam dat?
‘In de jaren 90 stond Nederland bekend om zijn tolerante drugsbeleid: er waren al verschillende harm reduction-maatregelen omtrent drugsgebruik actief. Denk aan methadonverstrekking, waarbij heroïnegebruikers een vervangend opiaat krijgen, veilige ruimtes om drugs te gebruiken, het mogelijk maken van ruilen van spuiten, en de aanwezigheid van tippelzones voor verslaafde vrouwen en coffeeshops. Al die maatregelen waren effectief om de overlast terug te dringen in de steden. In de jaren 90 “verkoopt” Nederland dat beleid onder het mom van de “tolerante” aanpak aan het buitenland, in de hoop dat andere landen het voorbeeld volgen en de kritiek op het “softe” drugsbeleid afneemt.’

 

Hoe zorgen coffeeshops voor het reguleren van drugs?
‘Coffeeshops mogen de softdrug cannabis verkopen onder de voorwaarde dat er geen andere drugs worden verkocht. Het idee is dat een cannabisgebruiker op die manier niet in aanraking komt met andere soorten drugs zoals harddrugs en het illegale karakter verdwijnt. Dat idee ontstaat al eind jaren 60 wanneer de cannabisgebruik oogluikend wordt toegestaan door de gemeenteraad. Bij jeugdcentra zoals Paradiso in Amsterdam worden huisdealers actief. Langzaam ontstaat het idee dat cannabis niet het probleem is en dat de huisdealer de functie kan vervullen om andere middelen buiten de deur te houden. Er zijn verhalen dat de huisdealers van Paradiso de andere dealers letterlijk de deur uit schopten.’

 

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Arjan Nuijten

‘Zo blijkt de huisdealer bijzonder handig is om de markt te reguleren. Tijdens de discussies over de Opiumwetherziening in 1976 wordt de huisdealer zelfs opgenomen in de regelgeving: de burgemeester, het OM en de politie mogen toestaan dat een dealer “hennepproducten” verkoopt in jeugdcentra. Vanaf 1980 worden die richtlijnen ook openbaar gemaakt en starten allerlei handige jongens een winkeltje met hennepproducten die ze dan zogenaamd via de huisdealer verkopen: het begin van de coffeeshops.’

 

Dat klinkt best tolerant.
‘De maatregelen op zichzelf zijn tolerant, maar ze zijn niet vanuit tolerantie ontstaan maar juist vanuit overlast. Neem het heroïnegebruik dat opkomt in de jaren 70 in veel grote Nederlandse steden. De eerste reactie is om overlast door heroïnegebruik te bestrijden door de politie in de vorm van oppakken en verjagen. Pas wanneer het heroïnegebruik begin jaren 80 grootschaliger en problematischer wordt en gebruikers steeds vaker op straat en in het criminele circuit belanden worden er de eerdergenoemde harm reduction maatregelen ingesteld. Artsen, bonden van heroïnegebruikers en andere hulpverleners pleitten al veel langer voor die maatregelen maar werden pas gehoord toen de overlast te groot werd. Zo werd de methadonverstrekking pas voor het eerst in Arnhem ingesteld in 1977 nadat de heroïnegebruikers ’s avonds in de tuin van de huisartsen lagen. De doorslag voor de maatregelen is dus niet vanuit tolerantie maar om de overlast terug te dringen. Ze komen er ook niet zonder slag of stoot: de buurtbewoners protesteren daar heftig tegen. De harde toon over drugsbeleid is dus ook niet helemaal nieuw.’

 

Is er sinds de eeuwisseling nog iets veranderd aan het drugsbeleid op nationaal niveau?
‘Weinig. De Nederlandse drugsbeleid heeft sinds 1995 nagenoeg stilgestaan. In dat jaar werd de coffeeshop voor het eerst wel op nationaal niveau erkent maar bleef de aanvoer van de cannabis illegaal. Dat is een gekke tussenweg die voor gemeenten veel onduidelijkheid oplevert. Ik denk uiteindelijk dat je consistent moet zijn en de hele cannabisverkoop moet legaliseren. De gemeente heeft nu alleen de mogelijkheid om de coffeeshop te weigeren, maar niet om ze legaal te maken. Daar worden wel stappen in gezet met het wietexperiment (experiment gesloten coffeeshopketen) dat gereguleerde productie, distributie en verkoop van cannabis mogelijk wil maken, maar de nationale overheid hakt nog geen knopen door.’

 

Tegelijkertijd laat je proefschrift zien hoe het drugsbeleid per stad verschilt. Zou het zin hebben om één nationale richtlijn te maken?
‘Ik denk wel dat het goed zou zijn om de gemeenten de mogelijkheid te geven de hele cannabisverkoop legaal te maken. Dat is iets waar veel gemeentes naar uitkijken, nu heeft de gemeente alleen de mogelijkheid om een coffeeshops te weigeren.’

‘De gemeente Amsterdam wil drugs reguleren niet vanuit tolerantie, maar vanwege de steeds problematischere drugshandel, vooral van cocaïne’

Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema roept juist op tot de legalisering van alle drugs, zowel soft- als harddrugs. In het kader van dit proefschrift, is het typisch dat ze dit doet vanuit de gemeente?
‘Ja, eigenlijk wel. Je ziet dat de gemeente Amsterdam steeds meer problemen heeft met de steeds groter wordende drugshandel, vooral cocaïne, en dan gaat fantaseren over regulatie. Wederom niet vanuit tolerantie naar de cocaïnegebruikers, maar om de angel uit de problematiek van de cocaïnehandel te halen door een deel ervan zelf te gaan organiseren. De gemeente Amsterdam gooit daar zelf het balletje voor op, dat is niet gaan rollen door nationaal beleid. De toon van nationale politiek is de afgelopen twee decennia juist steeds harder geworden tegen drugsgebruik.’

 

Is daarmee Nederland haar positie van gidsland kwijtgeraakt? Andere landen zijn inmiddels verder in het reguleren van drugs.
‘We zijn die positie nog niet per se kwijt, maar het imago wel. De afgelopen twintig jaar hebben kabinetten het drugsbeleid minder verkocht. Maar als je kijkt naar het aantal drugsgebruikersruimtes, of het aantal plekken waar methadon wordt verstrekt, dan is het in Nederland nog steeds een stuk beter geregeld dan in bijvoorbeeld Frankrijk. Dus de tolerante maatregelen zijn er nog wel. Het gevaar zit hem erin dat de ministers zo fel tegen drugshandel zijn, dat het harm reduction beleid ook zal worden afgebroken. Drugsgebruik staat niet stil, er komen voortdurend nieuwe soorten drugs op de markt. De vraag is of als je drugsgebruikersruimten sluit, je dan wel klaar bent voor de nieuwe drugscrisissen die ons nog te wachten staan.’

 

Is legalisering van álle drugs een goed idee?
‘Dat hangt er helemaal vanaf hoe je dat inricht. Er is geen panacee, per middel zul je een andere manier moeten vinden om ermee om te gaan. Drugsgebruik en drugsbeleid staat nooit helemaal stil, je zult moeten blijven schaven. Dat besef lijkt wel eens te ontbreken. Bovenal moeten we oppassen dat we de maatregelen die we vandaag de dag hebben niet afschaffen, onder het mom van een strenger drugsbeleid.’

 

Arjan Nuijten promoveert op dinsdag 23 april om 13.00 uur op zijn proefschrift: Regulating Paradise. The Local Origins of Harm Reduction in the Netherlands. De verdediging vindt plaats in Agnietenkapel en is vrij toegankelijk.