Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle
wetenschap

Promovendi melden het vaakst schending van wetenschappelijke integriteit

Sija van den Beukel,
8 maart 2024 - 09:35

Hoe is het gesteld met de academische integriteit op de UvA? Een discussiemiddag in het Allard Pierson leert dat met name studenten en promovendi in de knel komen te zitten door schending van die integriteit.

Promovendi melden zich het vaakst bij vertrouwenspersonen die over wetenschappelijke integriteit gaan aan de UvA, ziet Joos Droogleever Fortuijn, die zelf ook zo’n vertrouwenspersoon is op de Roeterseilandcampus. 

 

De meldingen van promovendi gaan vaak over auteurschap: promovendi blijken niet als auteur op artikelen te staan waar ze aan hebben gewerkt, of er verschijnen coauteurs op een artikel van hun hand die niet meewerkte aan het onderzoek. Ook komt het voor dat promovendi na revisierondes hun eigen onderzoek niet meer in een wetenschappelijk artikel herkennen.

 

Daarnaast ondervinden promovendi problemen met begeleiding, waarbij ofwel sprake is van grensoverschrijdend gedrag – al dan niet van seksuele aard – of van verwaarlozing: begeleiders die eigenlijk geen tijd hebben om promovendi te begeleiden en nooit iets lezen of zich afspraken niet herinneren.

 

In 2023 kregen de vijf vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit aan de UvA zestig meldingen binnen. De zaken gingen vaak over het toe-eigenen van intellectueel eigendom zoals data of ideeën, vormen van plagiaat, problematische promotiebegeleiding en auteurschap. Joos Droogleever Fortuijn: ‘Harde schending van wetenschappelijke integriteit zoals data verzinnen of data vervalsen, is echt een uitzondering.’

Waar sprake is van sociale onveiligheid, komt vaak ook de wetenschappelijke integriteit in het geding

Daarin zag ze twee patronen. Machtsongelijkheid: zelden ging het over kwesties tussen mensen van gelijk niveau, maar bijna altijd over kwesties tussen studenten en docenten, promovendi en begeleiders, jonge wetenschappers en hun leidinggevenden. Ook was een schending van de wetenschappelijke integriteit vaak geen geïsoleerd probleem maar bleek het ingebed in een veel complexer arbeidsconflict over contractverleningen, betaling of grensoverschrijdend gedrag. Waar sprake is van sociale onveiligheid, komt vaak ook de wetenschappelijke integriteit in het geding.

 

Slechts drie officiële klachten

Het blijft op het moment lastig voor vertrouwenspersonen om concreet op te treden tegen schending van de wetenschappelijke integriteit, is een van de conclusies van een gespreksmiddag over wetenschappelijke integriteit met bijdragen van onder anderen rector magnificus Peter-Paul Verbeek in het Allard Pierson. In het afgelopen jaar zijn er slechts drie officiële klachten binnengekomen bij de Commissie wetenschappelijke integriteit. Hoe komt dat? Hebben vertrouwenspersonen wel genoeg gereedschappen in hun kist om de melders te helpen?

 

Droogleever Fortuijn: ‘Ten eerste bepalen vertrouwenspersonen niet óf er sprake is van een schending van de wetenschappelijke integriteit. Onze rol is een luisterend oor bieden en men onderschat soms de waarde daarvan. Concreet stappen ondernemen blijft moeilijk omdat het zelden volstrekt evident is welke misstap er precies is begaan. Daarnaast willen melders zelf niet altijd een officiële klacht indienen via de Commissie om de verstandhouding niet nog verder te verslechteren, of omdat ze opzien tegen de lange procedure van hoor en wederhoor. Soms willen ze eerst promoveren en zien ze daarna wel verder.’

Misbruik van studentenwerk

UvA-bachelor- en masterstudenten komen er soms één à twee jaar na hun afstuderen opeens achter dat hun werk is gebruikt in een wetenschappelijk artikel, zonder enige vorm van bronvermelding, dankwoord, laat staan co-auteurschap. Meldingen daarvan duiken steeds vaker op bij vertrouwenspersonen aan de UvA. Joos Droogleever Fortuijn: ‘Waarschijnlijk zien we slechts een topje van de ijsberg, hoeveel studenten houden na hun afstuderen de wetenschappelijke literatuur bij en komen daadwerkelijke naar een vertrouwenspersoon?’

Dat laatste hoort ook Fenneke Blom, vertrouwenspersoon voor promovendi bij Amsterdam UMC maar al te vaak. ‘Promovendi zitten in een hele kwetsbare positie waardoor ze het indienen van een klacht niet aandurven of uitstellen. Wanneer promovendi eenmaal gepromoveerd zijn dienen ze vaak geen klacht meer in, maar kiezen ze ervoor om de wetenschap te verlaten of bij een ander instituut te gaan werken. Ook komt het voor dat ze voortijdig stoppen met hun promotie.’

 

Promovendibegeleiders op cursus

Een algemene cursus voor promovendi over het beleid rondom wetenschappelijke integriteit zou ook kunnen helpen, stelt Wenwen Guan, voorzitter van de Centrale Promovendiraad voor in een videoboodschap die middag. Op die manier weten promovendi beter wat hun rechten zijn en hoe ze hulp kunnen vinden binnen de universiteit.

 

‘Dan zou er ook een cursus moeten komen voor promovendibegeleiders,’ reageert een deelnemer in de zaal op die boodschap. ‘Dat zou koren zijn op de molen van Erkennen en Waarderen,’ maakt rector Peter-Paul Verbeek de brug naar het landelijke programma dat erop gericht is om onderzoekers niet alleen te beoordelen op onderzoeksresultaten. ‘Als we toe zouden werken naar persoonlijke loopbaanprofielen, waarom zou je dan niet al die loopbaanprofielen voorzien van onderwijs? Niet alleen voor docenten maar voor alle wetenschappers. En niet tot een eindniveau, maar met enige regelmaat, zoals een dokter zijn bijscholingspunten haalt. Dat is waanzinnig belangrijk voor academische integriteit omdat de ontwikkelingen heel snel gaan.’