Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Reproductive Health Supplies Coalition (via Unsplash)
wetenschap

Huisartsen worstelen met vragen over natuurlijke anticonceptie

Jip Koene,
1 februari 2024 - 16:11

Steeds meer vrouwen kiezen voor hormoonvrije anticonceptiemethodes, zoals voor het zingen de kerk uit gaan of een methode die rekening houdt met de vruchtbare dagen. Apps spelen op deze behoefte in. Maar duidelijke en betrouwbare informatie vanuit zorgverleners blijft achter. ‘Het helpt niet dat huisartsen deze vorm van anticonceptie nog niet erkennen.’

Word je binnenkort ongesteld? “Sla alvast wat chocolade in huis” luidt een pushbericht op je telefoon. Heeft je ovulatie plaatsgevonden? Dan krijg je digitale confetti over je beeldscherm. Met visueel aantrekkelijke animaties, icoontjes en meldingen weten app-ontwikkelaars je menstruatiecyclus op een speelse manier inzichtelijke te maken. De apps worden niet alleen gebruikt door vrouwen die zwanger willen worden maar ook in toenemende mate door vrouwen die dat juist niet willen. Huisartsen zouden daar beter op in moeten spelen, concludeert medisch antropoloog Ellen Algera in haar onderzoek.

Ellen Algera

Steeds vaker willen vrouwen geen gebruik meer maken van anticonceptie met hormonen en kiezen ze voor meer natuurlijke methoden als een methode die rekening houdt de vruchtbare dagen of vervroegd terugtrekken. Dat komt onder andere door angst voor de bijwerkingen, blijkt uit net verschenen onderzoek van kenniscentrum Rutgers. ‘Naast bijwerkingen zoals hoofdpijn, pijn in de borsten, stemmingswisselingen of misselijkheid spelen ook meer existentiële vragen een rol,’ zegt Algera. ‘Sommige vrouwen beschrijven hun ervaringen met hormonale anticonceptie als “ik zit niet lekker in mijn vel”, of “er hangt een soort sluier over mijn hoofd”.

 

‘Deze vrouwen voelen zich gesterkt door het inzichtelijk maken van hun menstruatiecyclus met behulp van apps,’ legt Algera uit. Door het invoeren van menstruatiedata, veranderingen in afscheiding, temperatuurfluctuaties of een combinatie daarvan wordt bepaald wanneer ze het minst risico lopen op een zwangerschap. ‘Alleen ontbreekt het vaak nog aan goede begeleiding,’ volgens Algera.

Het continu meten van je temperatuur of het controleren van je afscheiding vergt inzet, kennis en vaardigheden. ‘Dat maakt deze methodes vatbaar voor menselijke fouten en deze fouten vergroten de kans op zwangerschap’ zegt Algera. ‘Dat wilt niet zeggen dat dit soort zaken onbesproken moeten worden gelaten in de spreekkamer.’

Door die richtlijn is het standpunt van de huisarts vaak “niet betrouwbaar, niet doen, tenzij je openstaat voor zwangerschap”

Huisartsen zouden daarin een cruciale rol kunnen spelen, vindt Algera. ‘Zij ondersteunen immers de reproductieve gezondheid van mensen door informatie te geven over wat er allemaal mogelijk is om zwangerschap te voorkomen.  Dan zou het logisch zijn dat ze over methodes gebaseerd op vruchtbare dagen advies kunnen geven. Ik zag in mijn onderzoek dat zorgverleners deze vorm van anticonceptie nog niet erkennen, terwijl steeds meer mensen het gebruiken om een zwangerschap te voorkomen. Het gebrek aan informatie en onderzoek over de verschillende methodes en de betrouwbaarheid van apps helpt ook niet mee.’

 

In de Standaard Anticonceptie van de Nederlands Huisartsen Genootschap, de richtlijn voor huisartsen, staat dat bijna een kwart van de vrouwen die gebruik maken van methodes gebaseerd op vruchtbare dagen risico loopt zwanger te raken. ‘Door die richtlijn is het standpunt van de huisarts vaak “niet betrouwbaar, niet doen, tenzij je openstaat voor zwangerschap”,’ zegt Algera. ‘Toch schiet de huidige richtlijn tekort. De gegevens die gebruikt zijn, gooien de verschillende methodes op een hoop, terwijl deze methodes allemaal hun eigen betrouwbaarheid en gebruiksvoorwaarden hebben. Die informatie is niet direct beschikbaar voor huisartsen. Maar die informatie is wel nodig als je goed wilt aansluiten bij de individuele wensen van de patiënt.’
 
Toch kunnen huisartsen niet meer om hormoonvrije anticonceptie heen, volgens Algera. ‘Veel mensen hebben het gevoel niet bij de huisarts terecht te kunnen informeren zij zichzelf via internet of sociale media’, ziet Algera. ‘Die informatie is niet altijd gebaseerd op goed wetenschappelijk onderzoek. En dat kan ertoe leiden dat dat mensen geen goed geïnformeerde keuzes maken en zomaar een app downloaden. Maar is die app die online aangeprezen wordt wel goed onderzocht, en beschermt die voldoende tegen zwangerschap? Of is er een andere app of methode die beter werkt en beter bij de behoeftes past? We kunnen ons niet blijven verschuilen achter het feit dat er meer en beter onderzoek moet komen naar de methodes en daarom geen ondersteuning bieden over deze methodes. Laten we tot die tijd varen op informatie die wel beschikbaar is.’