Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Marc Kolle
wetenschap

Iedereen op de UvA een basisbeheersing van het Nederlands, kan dat wel?

Sija van den Beukel,
22 januari 2024 - 09:59

Rector Peter-Paul Verbeek hield tijdens de dies natalis een pleidooi voor een universiteit waar studenten en medewerkers zowel het Nederlands als het Engels machtig moeten zijn. Hoe haalbaar is dat? ‘Als álle internationale studenten Nederlands moeten leren, dan kan het taleninstituut van de UvA dat niet aan.’

Hoe Nederlands moeten universiteiten precies worden? Die vraag hangt nog altijd als het zwaard van Damocles boven de UvA, sinds het wetsvoorstel Internationalisering in balans voor de zomer op tafel kwam te liggen en die vanaf 1 september 2024 van kracht zou moeten gaan. ‘We staan mogelijkerwijs aan de vooravond van een grote verandering,’ zei rector magnificus Peter-Paul Verbeek daarover, op de dies natalis begin januari, die in het teken stond van taal.

 

Het wetsvoorstel, dat in het leven werd geroepen om de universiteiten van sturingsinstrumenten te voorzien om de exponentiële instroom van internationale studenten te kunnen beperken zet – naast de gevraagde numerus fixus voor Engelstalige opleidingen – ook in op het behoud van het Nederlands als de onderwijs- en wetenschapstaal. De wet wil het aantal Engelstalige bacheloropleidingen sterk terugdringen en alle Engelstalige opleidingen aan een toets onderwerpen of de Engelstaligheid wel doelmatig is.

 

Niet verplicht

Wat dat precies betekent – en of alle opleidingen dan terug moeten naar het Nederlands – daar is nog veel onduidelijkheid over. Wel noemt Peter-Paul Verbeek in zijn speech op de dies dat een basisbeheersing van het Nederlands voor alle medewerkers en studenten wenselijk zou zijn: ‘We zijn pas echt inclusief als we van mensen die naar Nederland komen een basisbeheersing van het Nederlands vragen.’

 

Volgens het huidige, officiële UvA-beleid hoeven alleen medewerkers met uitzicht op een vast contract ‘binnen redelijke termijn’ te starten met het leren van Nederlands. Nederlands leren is een van de beoordelingscriteria in de jaarlijkse functioneringsgesprekken, al wordt daar in de praktijk niet strikt op gehandhaafd. Soms doen medewerkers een cursus en laten het daarbij, blijkt uit een rondgang op de verschillende faculteiten. Internationale studenten en medewerkers met een tijdelijk contract worden hooguit ‘gestimuleerd’ en ‘aangemoedigd’ om de Nederlandse taal te leren.

Radboud Winkels

De UvA werkt al samen met andere Nederlandse universiteiten aan afspraken om Nederlandse taalvaardigheid van medewerkers en studenten te bevorderen. ‘De verwachting is dat de UvA het opdoen of verbeteren van Nederlandse taalvaardigheid nog meer gaat stimuleren dan nu het geval is,’ schrijft een woordvoerder van de UvA in antwoord op vragen van Folia.

 

Grote hap

Taal speelt op elke faculteit een andere rol. Terwijl op sommige faculteiten, zoals Geneeskunde en Tandheelkunde, de vernederlandsing van het onderwijs weinig problemen op zal leveren – die opleidingen zijn immers al bijna volledig in het Nederlands om op het Nederlandse werkveld voorbereid te zijn – is dat op internationaal georiënteerde opleidingen zoals het Amsterdam University College (AUC) en het Politics, Psychology, Law and Economics (PPLE) juist omgekeerd.

 

‘Op PPLE wordt de Engelse cultuur juist aangemoedigd,’ vertelt PPLE-decaan Radboud Winkels. ‘We vragen studenten en staf alles in het Engels te communiceren, al lukt dat niet altijd.’ Toch pleit Winkels er wel voor dat de vaste staf beschikt over een basiskennis van het Nederlands. ‘Basiskennis van het Nederlands zou voor iedereen handig zijn. Maar voor veel masterstudenten, promovendi of postdocs, die voor één of twee jaar naar Nederland komen, is het leren van het Nederlands een vrij grote hap uit iemands werk- of studietijd.’

Foto: Ella
Ella Bailey

Hoge kosten

Bovendien wordt de taalcursus voor studenten – in tegenstelling tot de medewerkers van de UvA – vaak nog niet vergoed. ‘Als je Nederlands wil volgen aan de UvA kom je al snel uit bij het Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT). Daar kost een winter- of zomercursus, ook met studentenkorting, ruim vierhonderd euro,’ weet Ierse UvA-student Ella Bailey (25). Bij UvA Talen is dat niet goedkoper, daar kosten cursussen Nederlands op verschillende niveaus tussen de vijfhonderd en achthonderd euro.

 

Bailey had de taalcursus Nederlands graag als onderdeel van haar bachelor European Studies gevolgd. Ze had zich op tijd aangemeld, maar omdat ze eerder in haar studie al een Franse taalcursus had gedaan, kregen studenten die eerder gezakt waren voor taalcursussen voorrang bij het INTT, vertelt ze aan Folia. ‘Tot twee keer toe heb ik dus geen Nederlandse les kunnen volgen in mijn studietijd. Mijn ouders konden extra taalcursussen bij het INTT buiten het curriculum om voor mij betalen, maar voor veel studenten geldt dat niet.’ Het INTT herkent de situatie van Bailey niet, is de schriftelijke reactie. Alhoewel de cursusruimte bij het INTT soms beperkt is, hebben alleen de studenten die zich te laat aanmelden daar last van.

‘Tot nu toe volgden dertien internationale psychologiestudenten een gratis taalcursus Nederlands van de UvA’

Gratis taalcursus

De bachelor psychologie ziet sinds afgelopen jaar internationale studenten in de kosten van een taalcursus tegemoet. In navolging van datzelfde beleid bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) mogen internationale studenten psychologie een Nederlandse taalcursus kiezen. Wanneer de student de cursus behaalt vergoedt de UvA de cursus tot een bedrag van vijfhonderd euro.

 

De restitutieregeling is een van de stappen die de bacheloropleiding psychologie heeft ondernomen om de balans in internationalisering te herstellen, vertelt Ingmar Visser, bestuurslid en hoofd van de bachelor psychologie. ‘De bredere doelstelling van de cursus is om studenten meer te betrekken bij de Nederlandse samenleving.’

 

Toch loopt de regeling bij psychologie nog geen storm. Tot nu toe maakten dertien internationale psychologiestudenten er gebruik van. De aarzeling van internationale studenten is begrijpelijk, gezien de lichtste cursus al een tijdsinvestering vraagt van twaalf uur per week, zes weken lang. Wel hoopt de opleiding dat de opkomst komend semester aantrekt. Bij de FEB is de regeling al zes jaar in gebruik – om tegemoet te komen aan de wensen van internationale studenten om een betere aansluiting te vinden in de Nederlandse samenleving en op de arbeidsmarkt – en melden jaarlijks tussen de 50 en 80 internationale studenten zich aan waarvan ongeveer 80 procent ook slaagt voor de cursus. De Faculteit de Geesteswetenschappen (FGw) vergoedt zomertaalcursussen in juli en augustus voor inkomende bachelor- en masterstudenten.

 

Bovendien bieden FGw en FEB studenten de mogelijkheid om Nederlands binnen het studiecurriculum te volgen. Die optie is erg populair maar de plaatsen zijn beperkt. Dit collegejaar waren er 260 plekken bij de FEB, volgend jaar zijn dat er 310, om tegemoet te komen aan de vraag.

Foto: Kirsten van Santen
Sible Andringa

Investering

Maar om Nederlands te kunnen spreken is één cursus vaak niet genoeg. ‘Het leren van het Nederlands vergt een behoorlijke investering,’ weet Sible Andringa, hoogleraar didactiek van de tweedetaalverwerving. ‘Helemaal om onderwijs te kunnen geven, dat vereist het een-na-hoogste taalvaardigheidsniveau C1, dat bereik je niet zomaar even.’ Het B2-niveau, waarop mensen eenvoudig Nederlands goed kunnen begrijpen, vereist gemiddeld zo’n achthonderd uur aan studietijd, al kunnen hoogopgeleiden dat vermoedelijk wat sneller.

 

Student Ella Bailey volgde vijf cursussen Nederlands naast haar studie, waar ze in totaal rond de 1700 euro voor uitgaf bij het INTT en spreekt nu Nederlands op B2 niveau, het niveau dat vereist is om in Nederland aan het werk te gaan.

 

Wanneer er eisen op tafel komen te liggen om álle internationale studenten Nederlands te leren – wat de internationaliseringswet van Dijkgraaf wel beoogt – kan de enorme toeloop van studenten bij het INTT tot problemen gaat leiden, vermoedt hoogleraar Andringa en wetenschappelijk directeur van het INTT. ‘We hebben nu al een tekort aan taaldocenten, zeker voor Nederlands als tweede taal. Alhoewel we de belangstelling voor Nederlands toejuichen, kijken we ook met enige bezorgdheid naar het wetsvoorstel, want de consequenties zijn potentieel gigantisch. Die signalen hebben we ook al afgegeven.’