Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Amie Johnson (Unsplash)
wetenschap

Zo haal je de eindstreep van Dry January

Sija van den Beukel,
5 januari 2024 - 13:30

Ook studenten nemen mondjesmaat deel aan Dry January, de januarimaand zonder alcohol. Waarom halen sommigen de eindstreep met gemak en lukt het anderen niet? ‘Om toch iets in je hand te hebben neem ik zelf alcoholvrij bier mee naar verenigingsactiviteiten.’

Al vier jaar doet politicologiestudent Hans Visser (25) aan Dry January, de uit Engeland overgewaaide actie om in de maand januari geen alcohol te drinken. In het eerste jaar kreeg hij wel vijftig keer op een avond de vraag waarom hij geen bier dronk, inmiddels hoort hij de vraag nauwelijks nog. ‘Ik heb het idee dat Dry January steeds meer een ding wordt.’

 

Toch is een maand zonder alcohol niet voor iedereen weggelegd. Van de deelnemers die zich inschrijven voor de IkPas-campagne, de Nederlandse variant van Dry January, houdt gemiddeld 70 tot 80 procent een maand zonder alcohol vol. Wat zorgt ervoor dat het de ene het niet lukt om een maand droog te blijven en de ander zijn hand er niet voor omdraait?

Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
Reinout Wiers

Er zijn een aantal voorspellers, weet Reinout Wiers, hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie en gespecialiseerd in verslaving, waaronder alcohol. ‘Ten eerste de hoeveelheid: hoe meer je drinkt, hoe moeilijker het wordt om te stoppen. Daarnaast is het mannelijke geslacht een belangrijke voorspeller. Die twee hangen samen, mannen drinken gemiddeld meer.’

 

Beloningssignaal leidt af

Maar er zijn meer factoren die meespelen. Wiers voerde meerdere onderzoeken uit onder deelnemers van Dry January en ontdekte dat gevoeligheid voor beloningssignalen – alles dat de hersenen een shot dopamine kan opleveren, zoals sporten, eten, seks en alcohol drinken – een belangrijke voorspeller is of iemand de eindstreep haalt. Hoe meer iemand wordt afgeleid door beloningssignalen, hoe kleiner de kans dat de eindstreep wordt gehaald.

‘Mannen staan qua verslavingsgevoeligheid 1-0 achter’

Om dit te testen, vroegen Wiers en collega’s de deelnemers van Dry January mee te doen aan een computertaakje. Daarin moeten deelnemers zo snel mogelijk een afwijking in een patroon detecteren, waarbij ze zich niet moeten laten afleiden door een felgekleurde stip die af en toe opduikt. Negeerde de deelnemer de stip succesvol, dan stond daar een beloning tegenover. Wiers: ‘Op het moment dat je doorhebt dat de gekleurde stip een extra beloning oplevert, gaat je aandacht er juist naartoe in plaats van naar de oplossing van de puzzel.’

 

Wat bleek: mensen die het gevoeligst waren voor beloningssignalen haalden de eindstreep van Dry January niet. Bovendien blijkt uit ander onderzoek dat mannen in het algemeen gevoeliger zijn voor beloningssignalen. Dat kan een van de redenen zijn waarom mannen qua verslavingsgevoeligheid 1-0 achterstaan.

‘Zeker studenten lukt het vaak hun doel te bereiken’

Dat alles lijkt niet in het voordeel te werken van student Hans Visser. Niet alleen is hij een man, ook is hij doorgaans geen zuinige drinker: twee à drie avonden nuttigt hij bij activiteiten van het Amsterdamsch Studenten Corps aardig wat alcohol, in december kan dat bijna elke dag zijn. Toch heeft Visser, naar eigen zeggen, geen moeite om het drinken in januari te staken.

 

De meeste mensen kunnen Dry January succesvol uitzitten, beaamt ook Wiers. ‘Zeker studenten lukt het vaak hun doel te bereiken. Belangrijk is om een sterk doel voor ogen te hebben en goede strategieën. Een strategie kan zijn om intenties te creëren in een als-dan-structuur, zoals: als ik met vrienden in de kroeg sta, dan bestel ik Spa.’

 

Zelf alcoholvrij bier mee

Een doel en strategie heeft Visser allebei. ‘Ik sport veel en serieus en omdat dat er in december vaak minder van komt, wil ik met Dry January een goede start maken.’ Drinkgelegenheden mijdt hij daarbij niet. ‘Ik probeer juist zoveel mogelijk bij alle activiteiten van de vereniging aanwezig te zijn, die vind ik an sich leuk. Maar wat ik wel doe is zelf alcoholvrij bier meenemen. Het is toch het gevoel van iets in je hand hebben om ook te drinken.’

Nog weinig deelname van universiteiten aan Dry January

Naast ouderen behoren ook studenten tot de risicogroep die de kans lopen te veel te gaan drinken. Toch zijn studenten ver in de minderheid onder de deelnemers van Dry January-campagne van IkPas. Sommige universiteiten nemen deel aan die campagne, maar de UvA, na de geflopte deelname in 2022 waar slechts 23 studenten zich aanmeldden, inmiddels niet meer. De plannen die IkPas heeft om een Dry January-battle tussen verschillende universiteiten te houden komen dan ook nog niet van de grond.

Een groepje vrienden die ook niet drinken is voor Visser geen extra motivatie. ‘Soms doen dispuutsgenootjes mee, maar ik doe het net zo lief alleen. Wel helpt het mij om het tegen mensen te zeggen dat ik meedoe aan Dry January. Dan gaat het leven en kun je ook niet meer terug.’

 

Minderen na je studie

Soms gaat Visser wel eens door zonder alcohol in februari, maar dat duurt vooralsnog niet langer dan twee weken. ‘Als je weer eens ergens bent waar alcohol wordt gedronken val je er vanzelf weer in.’ Wel let hij erop dat hij niet te veel dagen achter elkaar drinkt, ‘want dan ga je het echt voelen’. Bovendien blijkt uit onderzoek van de universiteit Tilburg dat deelnemers van Dry January tot zes maanden na de actie zo’n dertig procent minder alcohol drinken.

 

Helemaal stoppen met alcohol vindt Visser niet nodig. ‘Dat lijkt me wat drastisch, dan lijkt het alsof je niet ook gewoon kunt minderen. Ik vind het ook gezellig om met anderen bier te drinken. Ik weet wel zeker dat ik kan minderen, helemaal als ik straks afgestudeerd ben.’

 

Dat beaamt Wiers. ‘Veel studenten die overmatig drinken tijdens hun studietijd, minderen succesvol met alcohol na hun studie. Maar er zijn ook studenten wie dat niet lukt. Daarnaast is alcohol niet zonder gevaar, het is gerelateerd aan zeventien soorten kanker en wanneer een student iets overkomt, heeft overmatig alcoholgebruik bij slachtoffer of dader daar vaak iets mee te maken.’