Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
wetenschap

Na tien jaar neemt UvA hoogleraar Van Gogh-studies afscheid: ‘Zijn ambitie heb ik onderschat’

Jip Koene,
4 december 2023 - 11:58

Van Gogh-hoogleraar Louis van Tilborgh gaf afgelopen vrijdag zijn afscheidscollege in de aula. Als senior onderzoeker bij het Van Gogh Museum onderzocht hij het werk en het leven van Vincent van Gogh (1853-1890) en gaf hij colleges en werkgroepen op de UvA over de schilder aan studenten. ‘Soms word je compleet verrast door de blik van studenten. Ik heb daar ongelooflijk veel plezier aan beleefd.’

Kunt u met een tevreden blik terugkijken op de afgelopen tien jaar?
‘De werkgroepen waren altijd erg leuk om te geven, ook al konden deze achteraf gezien wat gestructureerder. Ik liet de studenten namelijk zelf eerst aangeven waar hun behoeftes lagen, wat ze wilden weten, welke Van Gogh ze wilden behandelen en vooral het “waarom”. Maar de daaropvolgende discussies waren wel de meest interessante.’

Louis van Tilborgh
  • In 2014 nam de kunsthistoricus plaats op de Van Gogh-leerstoel, die destijds werd geïntroduceerd.
  • Zijn onderzoek richtte zich op diverse aspecten, waaronder authenticiteitskwesties en bijdragen aan diverse catalogi van de schilder.
  • Zijn meest recente bijdrage was een artikel over Van Goghs zelfgekozen einde in de catalogus van de tentoonstelling Van Gogh in Auvers-sur-Oise. Die tentoonstelling is nu te zien in het Musée d'Orsay in Parijs.
  • Eerder publiceerde hij over Van Goghs zelfportretten, de invloed van de Japanse kunst op hem, en gaf hij een nieuwe interpretatie van Vincents stoel.

‘Je kunt kunstwerken namelijk op zoveel manieren bestuderen, maar er is doorgaans een werkelijk essentiële vraag en die moet je zien te vinden. Het is dus zaak om je visnet zo groot mogelijk te maken, want als de context groter wordt, dan zie je meer. De laatste tijd heb ik veel aandacht besteed aan de vraag of Van Goghs geestelijke ziekte nu van belang is om zijn werk te begrijpen. Dat was vanwege mijn onderzoek voor die bloedmooie tentoonstelling van Van Gogh in Auvers-sur-Oise. Zijn laatste maanden, en dat leverde aardige discussies op. Het gaat bij die discussies niet zozeer om het juiste antwoord, maar om het bevragen van kunstwerken, “wat is er uitgedrukt?”. Daarin word je soms compleet verrast door de blik van studenten. Ik heb daar ongelooflijk veel plezier aan beleefd.’

 

Hoe zullen uw studenten zich u herinneren?
‘Ik hoop dat zij mij toch wel als bevlogen en enthousiast herinneren, maar voor de rest weet ik het niet.’ Van Tilborgh lacht.
 
‘Kijk, op de universiteit worden er toch wel wat bredere, interpretatieve studies verricht. Terwijl je op het museum je eigenlijk richt op meer feitelijkheden uit bijvoorbeeld teksten, zoals de brieven. Het leuke voor studenten is dat ik iemand ben die wel degelijk heel veel aandacht besteed aan het plaatsen van kunst in de context, de iconologie, maar dat ook vervolgens samenbrengt met specifieke feitelijkheden van Van Gogh zelf.’

‘Hij wilde echt wedijveren met Rembrandt’

Wat heeft u als leerstoelhouder nog geleerd van Van Gogh, uw meester?

‘Een vraag die mij veel bezig heeft gehouden afgelopen jaren is: wat vond hij nou eigenlijk van zichzelf in die laatste maanden?’

 

‘Wat ik niet zo goed heb ingeschat, is de ambitie van Van Gogh. Ogenschijnlijk schatte hij zichzelf niet zo hoog in. Men denkt ook dat hij zich in zijn vroegste jaren tegen de cultus van het het genie beweegt. Maar ik denk eigenlijk dat hij vanaf het begin een ongelooflijk grote ambitie had om een bijdrage te leveren aan de kunst. Hij wilde echt wedijveren met Rembrandt.’

 

‘Dat lees je niet zozeer terug in Van Goghs brieven, daarin ontkent hij zijn genialiteit ten dele. Zo noemt hij zijn werken studies en geen tableaus; hij ziet ze niet als volwaardig schilderijen. Dat vind ik een hele interessante observatie. De daaruit voortkomende vraag werd: hoe keek hij naar zichzelf op het einde? Als je die vraag beantwoordt, kom je erachter dat hij zichzelf zag als een soort “artist-artist”. Dus iemand die vooral bij collega’s een zekere reputatie had, maar zeker niet meer dan dat. Dat liep dus even helemaal anders. En dat vind ik ongelooflijk boeiend.’
 
Komt er een opvolger?
‘Ik vrees dat er geen opvolger komt. Het is natuurlijk ook een beetje het wonderlijke van mijn opdracht dat ik de kunstgeschiedenis beoefen, maar dan verlengd tot Van Gogh. Op het museum loopt er op dit moment geen op Van Gogh gepromoveerde kunsthistoricus rond, maar daar komt vast en zeker verandering in. Maar dat is toekomstmuziek.’
 
Gaat u het missen?
‘Jazeker.’