Het Academisch Medisch Centrum (AMC) gaat foetussen bewaren in een foetus-biobank. Hun weefsel kan zo worden bewaard voor medisch onderzoek. Daarvoor worden ouders vanaf nu actief benaderd. ‘Ik maak geen kennis met de ouders, voor hetzelfde geld is de moeder een vriendin van mij. Dat wil ik niet weten’
In het Museum Vrolik in het AMC zijn de muren donkerbruin. Het licht is er gedempt, en voornamelijk afkomstig uit de rijen vitrinekasten die er staan, met lichaamsdelen en organen op sterk water. Rechts vooraan worden de baby’s bewaard: foetussen en embryo’s in verschillende stadia zweven, opgekruld, in afzonderlijke potten. Sommige missen een ledemaat, andere hebben een extra teen. De oudsten zijn bijna anderhalve eeuw terug bewaard.
‘Zo doen wij het niet,’ benadrukt arts-embryoloog Bernadette de Bakker. Ze zit aan een zware tafel in het museum, de stoel een stukje naar achteren om ruimte te bieden aan haar zwangere buik. Hier, in het AMC, wordt binnenkort de eerste foetale-biobank van Nederland aangelegd, waar weefsel van doodgeboren foetussen wordt bewaard voor medisch onderzoek. ‘Wij vriezen weefsels in, met een beetje vloeistof om het genetisch materiaal te bewaren.’
Bij de meeste zwangerschappen die noodgedwongen worden afgebroken, is een aangeboren afwijking de oorzaak. Die wordt ontdekt bij bijvoorbeeld de twintigwekenecho of de Nipt-test. Vaak gaat het dan om ernstige hartafwijkingen, het edwardssyndroom of het downsyndroom. ‘Daar is wel het een en ander over bekend, maar dat is vaak maar gebaseerd op enkele casussen. Dat kan veel nauwkeuriger.’
Hooguit twee per jaar
Het gebeurde hooguit eens in de twee jaar, vertelt De Bakker, dat ouders spontaan hun foetus aan de wetenschap wilden doneren. Het foetale materiaal is echter hard nodig is voor verder onderzoek naar genetische afwijkingen. ‘Uiteindelijk zou het mooi zijn als onderzoeken die nu zijn gebaseerd op weefsel van enkele foetussen, kan worden gedaan met weefsel van tien, of twintig of zelfs vijftig foetussen. Pas dan kun je bepaalde patronen gaan herkennen.’
Daarom gaat het ziekenhuis de ouders voortaan actief benaderen. ‘Dat gaat dan via een gesprek met de arts of verloskundige. Als de zwangerschap wordt afgebroken vragen zij de ouders altijd wat ze met het kindje willen doen. Als het voor de 24 weken is, kunnen ouders het zelf meenemen om te begraven of te cremeren, of aan het ziekenhuis geven voor anonieme crematie.’
Derde optie: donatie aan de wetenschap
Nieuw is dat ouders bij een zwangerschapsafbreking vóór die 24 weken een derde optie wordt aangeboden: het kindje aan de wetenschap schenken. ’Die optie wordt pas besproken als definitief is besloten de zwangerschap af te breken, en de procedure is bovendien anoniem, zegt De Bakker. ‘Ik maak geen kennis met de ouders. Voor hetzelfde geld is de moeder een vriendin van mij, dat wil ik niet weten.’ Als de foetus is afgestaan wordt al het weefsel opgeslagen, liefst binnen twee uur na de bevalling.
Van het museum wandelt ze - iets langzamer dan normaal, vanwege haar zwangerschap - richting de biobank op de anatomieafdeling, om te laten zien waar foetussen tegenwoordig worden opgeslagen. De Bakker loopt al vanaf 2005 rond in het ziekenhuis, onderweg wijst ze naar studiezalen en de bibliotheek. We passeren het Voetenplein. Boven ons, in de hoge glazen koepels, hangen een paar losgelaten heliumballonnen. Ze bijna leeggelopen, de linten bungelen in de leegte.
Ethische commissie
Omdat het weefsel zo snel moet worden bemachtigd, kunnen alleen foetussen worden gebruikt die onder gecontroleerde omstandigheden zijn geboren in het AMC zelf, of eventueel in toekomstige partnerziekenhuizen, zegt De Bakker. ‘De tijd was rijp voor een biobank,’ vervolgt ze. ‘Door een samenloop van omstandigheden zijn artsen van de afdelingen gynaecologie, radiologie, kindergeneeskunde en mijn eigen afdeling anatomie samengekomen om het op te starten.’
Een heel traject volgde, waarbij ook een nieuwe promovendus moest worden aangesteld. ‘Het moest wel door de medisch-ethische commissie. Zonder toestemming daarvan hadden we niet door gekund. Gelukkig is dat allemaal geregeld door de initiatiefnemer van het project, professor Raoul Hennekam.’
Het project is volledig gefinancierd door het AMC. Omdat twee mensen wel een halve dag bezig zijn met het opslaan van al het materiaal van een foetus, zijn vooral de personeelskosten erg hoog. Maar ook de opslag, de vloeistof waarin de foetussen worden opgeslagen en de aanstelling van een nieuwe promovendus hebben veel geld gekost, rekent De Bakker. ‘Maar als wetenschappers met een goede wetenschappelijke vraagstelling komen, wordt het materiaal gratis aan hen ter beschikking gesteld.’
Min tachtig
Met een pasje opent ze de deur van het lab. Het ziet eruit als een gewone bijkeuken, met in de hoek een vrieskist van maar een maatje groter dan normaal. Het blijkt de bank. Met de mouw van haar trui over haar hand getrokken opent De Bakker de vriezer. ‘Ik wil niet dat mijn hand vastkleeft, het is min tachtig.’
In de kist bevinden zich afzonderlijke kastjes met laatjes, in elk laatje een stukje weefsel. Ze wijst. ‘Hier zit bijvoorbeeld hartweefsel in van een foetus.’ De vriezer begint te piepen, hij staat al te lang open. Net als thuis? ‘Ja, alleen wordt ons afdelingshoofd automatisch gebeld als het in het weekend gebeurt.’
Niet alleen foetussen met aangeboren afwijkingen zijn welkom in het lab. Wanneer een zwangerschap om scoiale redenen wordt afgebroken, kan de foetus worden bestudeerd om meer te weten te komen over de normale groei in de baarmoeder.
3D-atlas
De afgelopen jaren hebben wetenschappers van het AMC en studenten gewerkt aan een ‘3D-atlas van de menselijke embryologie,’ waarin de eerste tien weken van de zwangerschap digitaal in kaart zijn gebracht. Om dat onderzoek voort te zetten, kunnen de wetenschappers nieuwe foetussen hard gebruiken.
Ruim 75 studenten van de opleidingen geneeskunde, biomedische wetenschappen en fysiotherapie hebben meegewerkt aan dat project, vertelt De Bakker. ‘Zelfs studenten game-development van de HvA. We gaan het nu uitbreiden tot 24 weken, en de bedoeling is om hen ook daar weer bij te betrekken.’