Het democratische gehalte van de UvA is volgens Walter Hoogland lang niet zo abominabel als door veel critici wel wordt gedacht. De actievoerende universitaire Lenin, hoogleraar Ewald Engelen, doet er bovendien beter aan zijn zelfingenomen reddersfantasieën te vergeten en te doen waarvoor hij is aangenomen.
Tijdens de dies natalis op 8 januari werd ik door een studente gecondoleerd met de teloorgang van de UvA. Teloorgang? De UvA heeft zich in de afgelopen jaren juist een plek verworven in de top-100 van beste universiteiten ter wereld, op het gebied van zowel onderwijs als onderzoek. Buitenlandse studenten prijzen de kwaliteit van het onderwijs en veel onderzoek staat op wereldniveau. Het is juist alle misbaar van de revolutionaire ‘voorhoede’ van studenten en docenten die deze positie bedreigt, met als meetbare resultaten een vermindering van het aantal aankomende studenten (en daarmee op termijn inkomsten), verlies van onderwijs- en onderzoektijd in ‘democratische’ navelstaarderij en reputatieschade.
Voor studenten is jeugdige overmoed wellicht een excuus voor misplaatste reddersfantasieën, maar dat excuus geldt niet voor docenten, onder wie als meest prominente voorbeeld onze eigen universitaire Lenin: Ewald Engelen. Recent kreeg hij in Het Parool de gelegenheid weer eens ten strijde te trekken tegen zijn broodheer, de universiteit en haar bestuurders. Dat het benoemingsproces van de nieuwe collegevoorzitter geen collectieve happening is, kan rekenen op Engelens ongetemde verontwaardiging, maar mij zou het niet verbazen als hij zelf ambieert de macht te grijpen.
Professorstitel
In de media wappert Engelen gretig met zijn professorstitel, waarschijnlijk om de stokpaardjes die hij berijdt de schijn van een wetenschappelijk keurmerk te geven. Enig zoekwerk leert dat we daar niet te veel waarde aan moeten hechten. Zijn lijst van wetenschappelijke publicaties is schamel. In elk geval aanzienlijk korter dan de lijst van schotschriften die hij ‘populairwetenschappelijke’ artikelen noemt en waarmee hij zijn populistische gedachtegoed de wereld in toetert, daarbij de kenmerkende ijdelheid tentoonspreidend waarmee mensen die op het podium van het protest zijn gehesen denken dat zij de waarheid en niets dan de waarheid verkondigen. Terzijde: zouden de inkomsten van die mediacolumns in de strijdkas worden gestort of gebruikt worden voor het vergroten van het persoonlijk rendement?
Ooit was ik zelf zo’n mandarijn die Engelen de universitaire poort wil wijzen. Mijn meningen zijn daarmee natuurlijk verdacht, maar dit heeft wel het voordeel dat ik weet waarover ik het heb. De nieuwbouw van de FNWI op Science Park was bijvoorbeeld geen ego-strelende megalomanie en was zelfs, naar nu blijkt, niet grootschalig genoeg, want nu reeds te klein. De nieuwbouw heeft geleid tot een sterke toename van het aantal studenten en heeft de snelle ontwikkeling van Science Park als belangrijk ankerpunt voor de kennis- en innovatieambities van de regio Amsterdam op gang gebracht. In de door Engelen geambieerde ‘democratisch’ georganiseerde universiteit zou de bestuurlijke slagvaardigheid hebben ontbroken om die nieuwbouw überhaupt te realiseren.
Clichés
Toch nog maar even wat politiek incorrect weerwoord op de clichés van de revolte. Het democratische gehalte van de universiteit, met haar ondernemingsraden, studentenraden en opleidingscommissies, is lang niet zo abominabel als gesuggereerd en bestuurders luisteren wel degelijk. Maar luisteren is iets anders dan een dictaat accepteren van actiegroeperingen. Een zorg zou eerder moeten zijn dat het besef om van de democratische rechten gebruik te maken slecht is ontwikkeld. Zowel bij de verkiezingen voor de ondernemingsraden als voor de studentenraden is de opkomst vaak bedroevend laag.
Rendementsdenken is de populistische vlag van het universitaire protest en meelopende politici. Maar wat wordt daarmee nu bedoeld? Het kan geen punt van discussie zijn dat de samenleving mag verwachten dat de beschikbaar gestelde publieke middelen goed onderwijs en onderzoek als rendement opleveren. De bedreiging van de kleine letteren is betreurenswaardig, maar wat te doen als er nauwelijks studenten op die studierichtingen afkomen? Als er jaren zijn waarin zelfs geen enkele masterstudent Duits afstudeert? Moeten daarop niet eerder studenten worden aangesproken, die massaal de voorkeur geven aan populaire maar vaak minder academische studies, dan de bestuurders? Op de huidige aandacht voor de vertaling van kennis naar producten en toepassingen met een maatschappelijk en economisch rendement is niets tegen, mits het niet in de weg staat van het vrije en ongebonden onderzoek. Dat is tot dusverre aantoonbaar niet het geval. En Engelen? Die zou er goed aan doen van de barricaden af te stappen, zijn zelfingenomen reddersfantasieën te vergeten en zich te richten op datgene waarvoor hij werd ingehuurd: wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
Walter Hoogland is emeritus hoogleraar experimentele hoge-energiefysica en voormalig decaan van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica.