De UvA voelt te veel als een bedrijf dat gerund wordt door drie managers, schrijven Mic van der Burgt en Freddie Kiel. Volgens hen moet er nu eindelijk werk worden gemaakt van democratische vernieuwing van de UvA. ‘Het is ongewenst dat de UvA-gemeenschap alleen aan politiek mag doen als het bestuur hiermee eens is.’
De decennia-oude eis voor een democratische universiteit blijkt nog altijd onlosmakelijk verbonden met de UvA. In 1969 werd het Maagdenhuis door studenten bezet om meer inspraak in het universiteitsbestuur te eisen. In 2015 werd het gebouw opnieuw bezet, opnieuw met de eis dat de UvA democratiseert. Nu loopt er een nieuwe democratiseringscampagne, begonnen met een sollicitatie van geschiedenisstudent Carlos van Eck voor de positie van voorzitter van het College van Bestuur (CvB).
Er is ook een petitie gestart die onder meer een transparant en democratisch gekozen CvB eist. Wij sluiten ons bij deze beweging aan. We willen niet alleen een rechtvaardiger bestuur maar ook een universiteit die weerbaarder is tegen uitdagingen die de komende jaren zullen toenemen, want de huidige bestuursstijl is lang niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.
Heroriëntatie
De studentenprotesten van de jaren zestig waren succesvol in het afdwingen van een democratischere Universiteitsraad (de toenmalige UR, in 1997 vervangen door de Centrale Studentenraad en de Centrale Ondernemingsraad, red.), die zeggenschap over de besluitvorming kreeg. Dit veranderde echter in de jaren tachtig met het opkomende New Public Management. Voor de universiteiten betekende dit een heroriëntatie richting de markt, verhoging van het collegegeld, uitgebreide prestatiemetingen en sterk leidinggevend en hiërarchisch management. In plaats van een serieus besluitvormend orgaan gaven de raden bijna alleen nog maar advies.
Bedrijf
Het resultaat is een universiteit die voelt als een bedrijf, waar het halen van bepaalde prestatiedoelen belangrijker wordt geacht dan het werk op zich en waar studenten worden verwacht zo snel mogelijk hun diploma te behalen. Het CvB vertegenwoordigt niet langer de belangen van de UvA-gemeenschap, maar is slechts verantwoordelijk ‘voor een efficiënt bestuur’. De universiteit is niet meer een plek waar kennis en creativiteit centraal staan, maar is simpelweg een doorstroom naar de arbeidsmarkt.
Het gevolg is een gedepolitiseerde universiteit (kijk alleen al naar de lage opkomst bij de studentenraadsverkiezingen) waar de belangrijkste beslissingen door drie managers van bovenaf worden opgelegd. Maar de Maagdenhuisbezetting in 2015, de protesten tegen de samenwerking met Shell in 2023 en de bezettingen tegen de samenwerking met Israëlische instituten in 2024-2025 laten zien dat veel studenten en medewerkers het regelmatig fundamenteel oneens zijn met de besluiten van het CvB én dat er een brede wens is voor meer inspraak.
Deze democratisering is volgens ons niet alleen noodzakelijk omdat de UvA-gemeenschap zelf zeggenschap zou moeten hebben over zaken die haar aan het hart gaan, maar ook omdat wij juist op dit moment een weerbare en verbonden universiteit nodig hebben.
Defensie
We hebben de afgelopen jaren kunnen zien hoe (extreem)rechtse partijen zich steeds vijandiger zijn gaan opstellen tegenover de universiteit en de wetenschap. Onze academische vrijheid staat onder druk en dient verdedigd te worden. Ondanks het verlies van de PVV bij de Afgelopen Tweede Kamerverkiezingen steeg het totaal aantal zetels van de extreemrechtse partijen PVV, JA21 en FvD. Men hoeft alleen maar naar de andere kant van de oceaan te kijken om te zien hoe snel de academische vrijheid een stille dood kan sterven. En er is al met 1,2 miljard euro bezuinigd op hoger onderwijs, waar we met de komende militarisering van de economie alleen maar meer van kunnen verwachten, nu er een grote hoeveelheid geld naar defensie zal gaan. Wij, als academische gemeenschap, zullen daarom paraat moeten staan om onze universiteit te verdedigen.
Politisering
Deze paraatheid vereist een politiek klimaat op de universiteit. Het aantal hbo- en wo-studenten loopt op tot bijna 800.000, en dan hebben we het nog niet eens over alle docenten en onderzoekers. Door hen te engageren en mobiliseren kunnen wij weerstand bieden aan de komende bezuinigingen. Dit vereist echter een permanente plek voor politieke uitingen op de campussen waar studenten en medewerkers betrokken raken bij belangrijke kwesties en, misschien nog wel het belangrijkst, potentiële oplossingen.
En terwijl academische vrijheid cruciaal is voor de maatschappelijke rol die de universiteit vervult, mag dit niet betekenen dat onze universiteit een door en door neutraal instituut wordt. Positionering is niet alleen noodzakelijk ter verdediging van het onderwijs en de wetenschap, maar ook om een positieve kracht in de samenleving te kunnen zijn.
Het politiseren van de studenten, docenten en onderzoekers wordt op de UvA echter tegengehouden door restrictieve gedrags- en huisregels. Dit leidde tot de ironische situatie waarin posters van WO in Actie tegen de bezuinigingen werden verwijderd door Facility Services, terwijl het universiteitsbestuur de acties juist steunde. Maar het is evenmin gewenst dat de UvA-gemeenschap alleen aan politiek mag doen als het bestuur het hiermee eens is. Een weerbare universiteit vereist een open universiteit.
Democratisering
Een gepolitiseerde universiteit moet wel in goede banen geleid worden. Het is echter niet genoeg voor studenten en medewerkers om alleen de mogelijkheid te krijgen om hun visie uit te leggen. Belangrijker is dat deze visies daadwerkelijk in beleid worden vertaald.
Voor diegene die nog steeds vasthouden aan het idee dat het CvB er alleen is om de UvA zo efficiënt mogelijk te besturen, leggen we het volgende voor. Demonstreren tegen bezuinigingen, steun betuigen aan Oekraïne, wel of niet banden aanhouden met de fossiele industrie, het zijn allemaal politieke keuzes. Wat de grenzen van academische vrijheid zijn, is ook een politieke keuze. De universiteit ontkomt af en toe dus niet aan het maken van politieke keuzes. Het gaat dus om de vraag hoe deze keuzes gemaakt worden.
Stroperig
Op dit moment gebeurt dat, in essentie, door drie personen: de leden van het CvB. Het is dan ook logisch dat sommige beslissingen niet worden ondersteund door een groot deel van de UvA-gemeenschap, met de nodige weerstand tot gevolg. Denk bijvoorbeeld aan het schrappen van de Engelstalige psychologie-track, het stroperige beleid rondom Palestina/Israël of de alsmaar stijgende werkdruk die veel medestudenten en medewerkers ervaren.
Een democratische besluitvorming zal niet alleen de verschillende visies en meningen binnen de UvA-gemeenschap écht serieus nemen. Het zal ook tot een breder draagvlak leiden voor de moeilijke keuzes die gemaakt moeten worden. Een verbonden universiteit vereist een democratische universiteit.
Een politieke en democratische UvA is een universiteit die samen staat en van zich af kan bijten. Met de huidige uitdagingen is de nieuwe democratiseringscampagne daarom noodzakelijker dan ooit.
Mic van der Burgt is masterstudent politieke theorie en Freddie Kiel bachelorstudent biologie.