Het lerarentekort blijft onverminderd groot. Maar wie kan straks de docenten van de toekomst nog opleiden? Vooral voor de moderne vreemde talen zijn de vooruitzichten op dat gebied niet echt rooskleurig en dat is erg wrang, constateert docent Franse taalkunde Thom Westveer.
Er komen nu eindelijk nieuwe onderwijscurricula aan voor de moderne vreemde talen op de middelbare scholen, met meer aandacht voor cultuur en niet langer die blinde focus op alleen leesvaardigheid. En dat nieuwe curriculum kan uiteindelijk ook weer voor meer interesse in de talenstudies zorgen. Zal juist dit lichtpuntje voor de talenopleidingen nu een zachte dood sterven door de bezuinigingswoede? Zolang het rendementsdenken de financiering van het onderwijs bepaalt, vrees ik dat dat inderdaad gaat gebeuren.
Terwijl het kabinetsbeleid in eerste instantie vooral gericht leek tegen de internationale studenten en tegen de grote Engelstalige opleidingen, worden juist de kleinere opleidingen, die vooral Nederlandse studenten trekken, geraakt. En dat alles onder het mom van het rendementsdenken. Minder dan een X-aantal studenten in je collegezaal?
Dan ben je niet rendabel en kan je vak maar beter afgeschaft worden. Lijkt duidelijk… Maar het is een grote misvatting dat onderwijs rendabel kan zijn, dat lukt misschien nog wel voor die grote, Engelstalige opleidingen, die veel internationale studenten trekken, juist omdat die dan regelmatig ook nog het veel hogere instellingstarief betalen. Het onderwijs hoort niet afhankelijk te zijn van de grillen van aandeelhouders en topbestuurders die alleen uit zijn op winstbejag.
Hoofdvakstudenten
En zelfs een goed gevulde collegezaal is geen garantie voor behoud van je opleiding. Vanuit Utrecht hoorden we de verhalen van opleidingen die, ondanks dat hun individuele vakken vaak ruim voldoende keuzevakstudenten trokken, nu toch het veld moeten ruimen omdat de opleiding als geheel niet voldoende hoofdvakstudenten trekt. Zo’n zelfde situatie is ook voor onze opleiding Franse taal en cultuur aan de UvA – net als voor veel van de andere talenopleidingen – niet onbekend. Er is best animo van studenten van allerlei studierichtingen om iets met Frans te doen, maar die studenten tellen voor het voortbestaan van onze opleiding niet mee. Daarvoor wordt puur en alleen gekeken naar het diplomarendement: Hoeveel studenten halen binnen afzienbare tijd hun diploma?
Diplomarendement
Terwijl minor- en keuzevakstudenten wel zorgen voor extra studenten in de colleges, en soms zelfs besluiten door te stromen naar de hoofdvakstudie, telt bijvoorbeeld het minoronderwijs niet mee en mogen er – ook al is er animo – geen extra groepen gemaakt worden. Soms schrijven geïnteresseerde studenten zich dan maar in als hoofdvakstudent, om zeker te zijn van plaatsing in de colleges, maar dan haken ze na het eerste jaar alsnog af. Ook niet bevorderlijk voor ons diplomarendement. Daarnaast worden juist studenten met een functiebeperking vaak naar onze kleinere studieprogramma’s verwezen, omdat we meer ruimte voor persoonlijke begeleiding hebben. Deze studenten doen echter vaak – en dat zeer terecht en begrijpelijk overigens – toch langer over hun studie, en trekken het diplomarendement verder naar beneden.
Halsstarrig
Daarbij hebben de studenten al vele ballen in de lucht te houden om te kunnen overleven. Ze moeten of ver reizen, of veel uren werken naast hun studie, maar er wel voor zorgen dat ze die studie op tijd afronden. Als docenten merken we de gevolgen daarvan nu al en zien we ons telkens weer geconfronteerd met een dilemma: aan de ene kant moeten we het niveau van onze opleidingen op peil houden, maar aan de andere kant moeten we ook denken aan het rendement van onze opleidingen en dus het aantal studenten dat de opleiding op tijd afrondt, want anders dreigen financiële gevolgen. Dus passen we keer op keer ons onderwijs maar weer aan en gaan over tot schrappen, met gevolgen voor de kwaliteit – dan wordt het inderdaad letterlijk Frans leren met de Franse slag.
Als de beleidsmakers zich dan zo graag hard wil maken voor rendement en doelmatig onderwijs – en dus ook geen studievertraging door studenten – dan moet je er juist voor zorgen dat je het opleidingsaanbod in stand houdt. Ook de Onderwijsraad heeft het al aangegeven: Kijk niet halsstarrig naar wat de arbeidsmarkt op dit moment nodig heeft – tegen de tijd dat de leerlingen en studenten zover zijn dat ze de arbeidsmarkt op kunnen gaan is die situatie toch weer veranderd – maar zorg voor behoud van de keuzevrijheid. Een studie die past bij je interesse en je niveau houd je bovendien veel beter vol dan een keuze die tot stand is gekomen onder druk van politiek of ouders.
Bètavakken
Ook het vreemde talenonderwijs verdient daarin een centrale plaats, zonder de hardnekkige vooroordelen van talenonderwijs als pretpakket of het continue ophemelen van de bètavakken. En zelfs ook die bètavakken kunnen uiteindelijk niet zonder taal en de moderne vreemde talen. Wat blijft er nog over zonder taal? In een vrij recent Frans boekje (2022), getiteld Les mots immigrés (De geïmmigreerde woorden), beschrijven Erik Orsenna– schrijver en lid van de fameuze Académie française – en Bernard Cerquiglini – taalkundige, ook bekend van de reeks Bonjour professeur op TV5Monde, waar hij uitleg geeft over de Franse taal. Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren wanneer alle Franse woorden die van oorsprong uit andere talen komen – en dan niet alleen Engelse leenwoorden, maar ook woorden uit bijvoorbeeld het Latijn of het Arabisch – op een dag in staking zouden gaan, als reactie op de discriminerende uitspraken van extreemrechtse politici.
Al die mots immigrés zouden niet meer gebruikt kunnen worden. Het gevolg: niemand kan meer iets zinnigs zeggen, want het enige woord dat nog overblijft is caillou (kei/kiezelsteen). Dat woord lijkt als enige nog overgebleven van de oerbewoners van Frankrijk, die nog voor de komst van Galliërs (het volk van Asterix en Obelix, inderdaad) al op het grondgebied van het huidige Frankrijk woonden. Daar valt niet veel meer mee te beginnen. De samenleving komt tot stilstand en chaos breekt uit. Geen taal, geen communicatie, geen onderwijs, geen samenleving. En voor het Nederlands zou de situatie in zo’n geval niet veel anders zijn.
Thom Westveer is universitair docent Franse taalkunde.