Willemijn van Dolen | Koningsdag is eigenlijk ook bevrijdingsdag

Het is bijna zo ver, Koningsdag. Nationale feestdag vol feestelijkheden met als hoofdactiviteit: de rommelmarkt. De één gruwt ervan, de ander staat voor dag en dauw op om de beste koopjes te scoren en mee naar huis te slepen.

Wat is eigenlijk rommel? Onderzoekers stellen in een recente studie dat we eigenlijk niet één, maar twee soorten rommel kennen: rommeligheid en overvolle ruimtes. Dit lijkt een klein verschil, maar het is wezenlijk anders.

De eerste vorm, disorder-as-untidiness, is rommeligheid. Dit draait om spullen die niet op hun plek liggen. Hierdoor ziet het er slordig uit; een eetkamertafel bezaaid met kranten, boeken en losse sleutels. Hier is het probleem vooral dat de dingen niet geordend zijn. Het is een kwestie van opruimen– de spullen terug op hun plek zetten, herstelt de orde. Borden gaan terug in de kast, kleding in de wasmand en rondslingerende boeken worden netjes opgestapeld. Klaar is Kees.

De tweede vorm is disorder-as-clutteredness. Dit draait om een overdaad aan spullen. Dit is geen kwestie van even opruimen, maar van te veel hebben. Een kast die zo vol zit dat de stofzuiger er niet meer uit te halen is, een balkon dat meer op een opslagruimte lijkt dan een plek om te ontspannen. Hier helpt opruimen niet, alleen spullen wegdoen. Dat is vaak wel lastig want we hechten ons aan spullen, rationaliseren waarom we iets moeten houden en voelen schuld als we het wegdoen. Onze spullen verzamelen zich in vergeten hoeken, blijven “voor het geval dat” liggen en eisen ruimte op in huis.