Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
De symbolische teruggave van diploma’s is een daad van provocatie
Foto: Marc Kolle
opinie

De symbolische teruggave van diploma’s is een daad van provocatie

27 maart 2025 - 12:34

Hebben de vijftig Joods-Nederlandse publieke figuren die vrijdag hun UvA-diploma teruggeven het rapport van de commissie gelezen die adviseerde de banden met Hebrew University te verbreken? UvA-wetenschappers Erella Grassiani en Noa Roei vragen het zich af. ‘Het is een daad van provocatie, afleiding en polarisatie met de bedoeling de universiteit terug te laten komen op haar besluit.’

Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar toch moet het nogmaals expliciet worden gezegd: het besluit van het College van Bestuur om het studentenuitwisselingsprogramma met de Hebrew University in Jeruzalem (HUJI) stop te zetten, heeft niets te maken met antisemitisme. Het staat ook volledig los van het jodendom. Wij, kritische Israëlische en Joodse wetenschappers, zijn keer op keer geschokt en bezorgd over de acties die in onze naam worden ondernomen en de narratieven die via onze identiteit worden verspreid.


Op 28 maart is een groep van vijftig Joods-Nederlandse publieke figuren van plan om symbolisch hun diploma’s in te leveren bij de UvA. Dit provocerende gebaar verdraait de betekenis van een recent besluit van de universiteit om een van haar banden met de Hebrew University of Jerusalem te verbreken. Dit besluit kwam tot stand na een langdurig en zorgvuldig onderzoeksproces, dat aantoonde dat HUJI structurele banden onderhoudt met het Israëlische leger en het bezettingsregime. Voor velen in onze academische gemeenschap komt dit besluit te laat en is het te beperkt, maar het vormt een belangrijke eerste stap richting het beëindigen van samenwerkingen met medeplichtige instellingen.

‘Door dit besluit te framen als een aanval op de Joodse identiteit, wordt de betekenis van antisemitisme uitgehold’

Negeren van stemmen

Wij betwijfelen of deze alumni die hun Joodse identiteit en publieke positie inzetten, daadwerkelijk de tijd hebben genomen om het rapport van de adviescommissie te lezen. Evenmin lijkt het erop dat zij Israëlische en Joodse academici binnen onze instelling hebben geraadpleegd—mensen die het wellicht niet eens zijn met de uitkomst, maar erkennen dat het proces grondig en zorgvuldig is verlopen. Wat wij wél zeker weten, is dat zij de stemmen negeren van kritische Israëlische en Palestijnse wetenschappers, die ons, hun collega’s in het buitenland, oproepen om actie te ondernemen.


Door dit besluit te framen als een aanval op de Joodse identiteit, wordt de betekenis van antisemitisme uitgehold. Er is al genoeg geschreven over hoe de IHRA-definitie van antisemitisme wordt misbruikt om kritiek de kop in te drukken. Voldoende carrières zijn beschadigd en projecten geannuleerd onder het mom van ‘bescherming van Joden tegen haat’—vaak ten koste van andere gemarginaliseerde groepen. De kern van de zaak is dat leden van de UvA-gemeenschap het recht hebben om niet medeplichtig te zijn aan ernstige misdaden.

 

Wrange ironie
Het rapport van de adviescommissie wijst ook op de afnemende academische vrijheid binnen de Hebrew University en de onderdrukking van kritische stemmen, zowel Joodse als Palestijnse. Het is een wrange ironie dat leden van de Joodse gemeenschap in Nederland—een gemeenschap die historisch gezien te maken heeft gehad met uitsluiting en van wie de mond is gesnoerd op racistische gronden, ook binnen deze universiteit—nu hun maatschappelijke status gebruiken om een besluit te verdraaien dat soortgelijke praktijken elders aan de kaak stelt.


Laat er geen misverstand over bestaan: deze symbolische teruggave van diploma’s is geen uitnodiging tot een inhoudelijk debat. Het is een daad van provocatie, afleiding en polarisatie met de bedoeling de universiteit terug te laten komen op haar besluit. De focus moet blijven liggen op onze plicht als burgers om alles te doen om de genocide te stoppen, en op ons recht als academische gemeenschap om niet medeplichtig te zijn aan misdaden tegen de menselijkheid.


Wij roepen iedereen op: lees het rapport, informeer uzelf en ga, als u dat wilt, het gesprek open en inhoudelijk aan.

 

Erella Grassiani is universitair hoofddocent antropologie en Noa Roei is universitair docent literatuurwetenschap en cultuuranalyse.

website loading