Het verbod op Engels in het hoger onderwijs gaat veel verder dan de bezuinigingen, schrijft columnist Han van der Maas. ‘Het werpt ons tientallen jaren terug, veroorzaakt massale reorganisaties en brengt de economische ontwikkeling van Nederland in groot gevaar.’
English, please. Dat had er op mijn bordje moeten staan, tijdens de hartverwarmende demonstratie in Den Haag, maar ik moet nog even inkomen als het gaat om leuzen en liedjes. English, please, omdat de afbraak van de internationalisering het minst genoemd wordt als het gaat om onze zorgen over dit kabinetsbeleid. De langstudeerboete, de miljardenbezuiniging op universiteiten en de kortingen op NWO zijn bijzonder ernstig, maar het verbod op Engels in de bachelor gaat veel verder dan deze bezuinigingen. Het werpt ons tientallen jaren terug, veroorzaakt massale reorganisaties en brengt de economische ontwikkeling van Nederland in groot gevaar.
Dankzij het Engels als onderzoeks- en onderwijstaal is het kleine Nederland een wetenschappelijk topland. We verkrijgen twee keer zo veel ERC-beurzen als de nummer twee van Europa. De internationale studenten en staf zijn een enorme verrijking, cultureel en economisch. Ze zijn hard nodig de oplopende tekorten op de arbeidsmarkt op te vangen. Onze opleidingen behoren tot de wereldtop. Dankzij de grote internationale opleidingen kunnen universiteiten kleinere opleidingen in de lucht houden. Dankzij de internationale instroom hebben Nederlandse studenten toegang tot een rijke schakering van geweldige opleidingen.
Met name de PVV en NSC willen hier een einde aanmaken. Het net afgetreden NSC-Kamerlid Hertzberger wilde Engels zelfs in de master verbieden. NSC zal niet ten onder gaan zonder de Nederlandse academie in haar val mee te slepen. NSC noemt twee redenen om het Engels in het onderwijs te verbieden. De eerst is de zogenaamd uit de hand gelopen internationalisering die ons handen vol geld kost, leidt tot overvolle collegezalen en te hoge werkdruk.
Het verbod op Engels is vooral een middel om de instroom van buitenlandse studenten sterk te verlagen. Die enorme kosten waar Omtzigt steeds weer over begint zijn een investering die zich volgens elke analyse ruim terugbetaalt. Wie praat over overvolle collegezalen heeft even gemist dat de opkomst bij colleges al jaren ondermaats is. En meehuilen over werkdruk is niet geloofwaardig voor een partij die deze recordbezuinigingen door haar eigen minister laat uitvoeren.
Het is niet zo dat wij de bijeffecten van de internationalisering niet zien. De universiteiten vragen al jaren om (selectie-)instrumenten om met name de Europese instroom bij te sturen. Het ambtelijke antwoord is dat dat niet mag van Brussel. Maar waarom slaagt regering na regering erin om coulantie voor vissers en boeren te regelen op dossiers waarin we de slechtste van de klas zijn, terwijl dat niet lukt voor het Europees hoger onderwijs, waar we duidelijk het beste van de klas zijn? Is dat überhaupt geprobeerd? Is Eppo wel in Brussel geweest?
De tweede reden is mallotig. Men wil Nederlands weer de taal van de wetenschap en het wetenschappelijke onderwijs maken. Zij zijn blind voor de enorme voordelen die het Engels ons landje biedt. Bij al het gemopper over de taalvaardigheid en het taalonderwijs wordt nooit vermeld dat Nederlanders nummer één zijn als het gaat om de beheersing van Engels als tweede taal. We kunnen het jammer vinden dat talen verdwijnen en het Engels steeds dominanter wordt, maar dat is als klagen over het weer.
Het is ook opmerkelijk dat Omtzigt zelf een bachelor in Exeter gevolgd heeft, een Erasmus jaar in Rome heeft doorgebracht en zijn promotie in Florence heeft afgerond. Allemaal in het Engels én met vertraging.