Afgelopen week kwam naar buiten dat het proefschrift van Tweede Kamervoorzitter en prominent PVV’er Martin Bosma voor de tweede keer is afgewezen door de UvA. Waarom, vraagt columnist Han van der Maas zich af.
Het proefschrift van prominent PVV’er Martin Bosma, tevens Kamervoorzitter, is voor de tweede keer afgewezen door een promotiecommissie van mijn faculteit. Dat zou eigenlijk geen nieuws mogen zijn. Zulke beslissingen zijn vertrouwelijk. We weten ook niet waarom het is afgewezen en zelfs niet waar het proefschrift over gaat. Bosma’s proefschrift bestaat niet uit een bundeling van gepubliceerde artikelen zoals in steeds meer wetenschapsgebieden normaal is. We weten wel dat het proefschrift gebaseerd is op zijn boek uit 2015.
Het is natuurlijk wel nieuws omdat Bosma politicus is van de grootste regeringspartij, een partij die Hongarije ziet als voorland. Deze regering heeft alvast een ongeëvenaarde aanval op de wetenschap en het hoger onderwijs ingezet: de langstudeerboete, kortingen op NWO, de beëindiging van de startersbeurzen, generieke kortingen en kortingen op internationale studenten. En dan moeten we nog vrezen voor de toets anderstalig onderwijs, onderdeel van de wet Internationalisering in balans. Als die ook nog doorgaat komt het voortbestaan van sommige universiteiten en hogescholen echt in gevaar.
Opheffen
Op de vraag waarom het hoger onderwijs onevenredig moet bijdragen aan de bezuinigingen geeft alleen de PVV een antwoord: doel is het politiek activisme te bestrijden. De UvA, en zeker de afdeling politicologie, staat min of meer symbool voor dit activisme, of we dat nu leuk vinden of niet.
Dat maakt de kwestie Bosma extra interessant. Waarom wil Bosma promoveren bij een afdeling die hij het liefst wil opheffen? En waarom gaat deze afdeling (politicologie, red.) in zee met deze radicaal-rechtse politicus?
De cynicus denkt misschien dat Bosma lijdt aan het Oedipuscomplex (iets met erkenning en vadermoord) of aan baldadigheid: Van kijk mij nou, ik jat de bloemen uit de tuin en ik kom er gewoon mee weg (niet dus). Maar vermoedelijk zoekt Bosma serieus het debat met zijn tegenstanders. Een wetenschappelijk debat waarbij we steeds dichter bij een correcte beschrijving van de werkelijkheid komen.
Kloofje
Er is dan wel een kloofje dat overbrugd moet worden. Bosma’s proefschrift is, naar verluid, een bewerking van zijn boek Minderheid in eigen land - Hoe progressieve strijd ontaardt in genocide en ANC-apartheid. Hierover is online veel te vinden, onder meer via Wikipedia. De titel dekt de lading heel aardig. Witte boeren van Zuid-Afrika worden vreselijk behandeld wat reuze onrechtvaardig is, want ze kwamen immers met goede bedoelingen en bezetten slechts leeg land. Ze hebben wellicht fouten gemaakt (wie niet), maar ook veel goeds gebracht. Het ANC heeft veel ergere dingen gedaan wat door links Nederland stelselmatig genegeerd wordt. En nu zijn die arme boeren een minderheid in eigen land en dat, want er valt hier iets te leren, is ons voorland. Nog deze eeuw wordt Nederland overgenomen door de moslims en bestellen we onze cappuccino in het Arabisch. In hoeverre dit ook de inhoud van het proefschrift is weten we niet, maar de hoofdboodschap is vast hetzelfde.
Ik schreef eerder al een column over het racistisch gedachtegoed als het gaat om IQ. Als het gaat om de IQ-discussie, die een prominente rol speelt in het extreemrechtse gedachtegoed, is het nog helemaal niet zo simpel om precies de vinger op de zere plek te leggen. Ook Bosma’s boek lijkt me expliciet racistisch maar dat is inmiddels geen afdoende reden meer om het af te doen.
Ik ben geen Zuid-Afrika expert maar een serieuze behandeling lijkt me wel op zijn plaats. Bosma’s partij is nu immers de baas in Nederland. Hopelijk plaatst Bosma het proefschrift nog ergens en nemen politicologen de moeite van een gedegen openbare reactie.
Rest nog de vraag waarom de afdeling politicologie Bosma überhaupt de kans gaf te promoveren. Misschien ziet ze het afgewezen proefschrift van Bosma als reddingsboei. Zolang dit proefschrift niet is goedgekeurd kan de afdeling niet geheel wegbezuinigd worden. Het blijkt een erfenisje te zijn van de overleden emeritus hoogleraar Meindert Fennema. Zeer rechtse denkers moeten ook kunnen promoveren, zelfs aan de UvA, was diens credo. Daar valt veel voor te zeggen, ook volgens zijn collega’s, want die zijn toch maar mooi (vrijwillig, neem ik aan) in de promotiecommissie gaan zitten. Wie gelooft in de rede en de academie kan dit alleen maar toejuichen.
Dat dit zo zou eindigen had Fennema waarschijnlijk ook niet kunnen bevroeden, maar hij zou vast genoten hebben van deze bizarre ontwikkeling in de verhouding tussen de PVV en de UvA.