Columnist Hicham is de eerste uit zijn familie die studeert. ‘Aan support en trots ontbreekt het niet vanuit huis. Daar staat tegenover dat je moet kunnen omgaan met het feit dat ze zich nooit volledig kunnen inleven in jouw studentenleven.’
Ik ben een eerstegeneratiestudent. Een term waar ik me lang niet van bewust was. De eerste in je directe familie zijn die zich aan iets nieuws waagt, die pioniert, is iets wat ik mijn hele leven al heb gedaan, op tal van gebieden. De eerste die bijvoorbeeld een specifieke sport beoefende, meeging op studiereisjes, politiek actief werd en een bestuursjaar deed. Dat je dan ook de eerste bent die studeert, vind je – paradoxaal genoeg – zo vanzelfsprekend dat het bestaan van een specifieke term hiervoor je volledig ontgaat. Dit geldt, denk ik, voor veel eerstegeneratiestudenten.
In het zijn van de eerste die het wiel uitvindt, schuilt ook een andere vanzelfsprekendheid. De vanzelfsprekendheid dat je volledig op jezelf bent aangewezen. Er is geen begeleiding vanuit huis, niemand om je de weg te wijzen. Maar dat voelt dan ook normaal, omdat je niet beter weet. Het is me, meself and I.
Aan support en trots ontbreekt het niet vanuit huis. Daar staat tegenover dat je moet kunnen omgaan met het feit dat ze zich nooit volledig kunnen inleven in jouw studentenleven, omdat dat buiten hun eigen ervaring valt. Dit geldt evenzeer voor de universiteit, doorgaans bevolkt door docenten en studenten wiens (voor)ouders wél hebben gestudeerd. Ook daar geldt dat je moet kunnen omgaan met het feit dat ze zich nooit volledig kunnen inleven in jouw situatie. Dat is mijn realiteit: leven tussen twee werelden die om je geven, maar nooit écht kunnen weten en voelen wat je doormaakt.
Ik zou liegen als ik zeg dat het soms niet eenzaam voelt. Maar ik zou ook liegen als ik zou zeggen dat ik er wakker van lig. Begrip, bevestiging of inleving van anderen is niet nodig om te zijn wie je bent. Het draait om het begrijpen van je eigen reis en het bewust worden van je eigen plaats daarin. Want vanuit die bewustwording kunnen beide werelden met elkaar worden verbonden. Dat is waar de kracht van pionieren ligt: het omarmen van het onbekende en het verlichten van wegen voor hen die na ons komen.