Uit werken voor een minimumloon kun je een hoop wijze lessen trekken, schrijft Kirsty McHenry.’Een aantal van mijn vrienden werkte in het plaatselijke restaurant, waar de eigenaars verzuimden hun loon te betalen toen de zaak eenmaal niet meer winstgevend was.’
Voor veel universiteitsstudenten zou het misleidend zijn om hun zomer als vakantie te omschrijven. Voor hen is de zomer de tijd om te werken. Het betekent meer uren werken en de kans om het spaargeld aan te vullen dat tijdens het vorige collegejaar is opgemaakt. Dus, nu veel van deze studenten net een zomer vol fulltime werken achter de rug hebben, is er geen beter moment om stil te staan bij een aantal extra voordelen van werken op basis van een minimumloon (en dan heb ik het niet alleen over de twintig procent personeelskorting).
Werken voor een minimumloon heeft het voordeel dat je veel nieuwe vaardigheden leert. Als het gezicht van het bedrijf op de werkvloer heb je bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid om ontevreden klanten te woord te staan en de beslissingen van de eigenaars te verdedigen, of je het nu met ze eens bent of niet. “Ik wil dat je weet dat ik je fooi inhoud,” – liet een klant me onlangs weten terwijl hij op zijn kassabon wees – “omdat ik extra moest betalen voor brood. In een restaurant hoort brood gratis te zijn.” Dit soort routinematige interactie die werknemers met een minimumloon regelmatig meemaken, kan dienen als een goede les in hoe om te gaan met de onderkant van de sociaaleconomische hiërarchie. Als serveerster denk ik dat het de kunst is om sympathiek te knikken.
Een andere verdienste van een minimumloonbaan is dat je een kijkje krijgt in de manier waarop zogenaamde ‘ongeschoolde’ arbeiders worden behandeld door zowel de maatschappij als de markt. Door te werken in het soort functie dat vaak wordt uitgesloten van het mainstream sociale verhaal, word je je tegelijkertijd bewust van hoeveel werk met een lage status bijdraagt aan het dagelijks functioneren van de wereld en hoe weinig respect daarvoor wordt teruggekregen. Bovendien realiseer je je misschien dat je weliswaar wordt uitgebuit, maar dat het alternatief de hongerdood is. Het is rond deze tijd dat werknemers de neiging hebben om een van de volgende twee paden te bewandelen: of ze richten hun blik omhoog op de ladder richting hoger management of ze voelen de verleiding om een bepaald berucht manifest opnieuw te bekijken.
Toen ik op de middelbare school zat, werkten een aantal van mijn vrienden voor een plaatselijk restaurant (waar het in de achterkamers krioelde van minderjarig personeel) waarvan de eigenaars verzuimden hun loon te betalen toen de zaak eenmaal niet meer winstgevend was. Door die ervaring leerden mijn vrienden wat hun werk waard was; een les die de ondernemers die hen in de steek lieten vast net zo waardevol zouden vinden. Om situaties als deze te vermijden, bieden banen met een minimumloon je de kans om snel een vakbond op te richten en je werknemersrechten te leren kennen (ongeacht je aarzeling om ze ooit ter sprake te brengen). Als je werkomstandigheden bijzonder erbarmelijk zijn of je baas bijzonder duivels, dan kun je zelfs het geluk hebben om inzicht te krijgen in het proces.
De start van het herfstseizoen betekent voor velen niet het einde van het werk, maar de overstap naar deeltijd. Met de jaarlijks stijgende collegegelden, de inflatiegolf van de afgelopen drie jaar en de (natuurlijk) verlammende huurprijzen, blijft het hebben van een baan de enige manier voor de meeste van deze studenten om de rekeningen te betalen. Of degenen die dit lezen op dit moment werk hebben of niet, is grotendeels irrelevant - hoe dan ook moet bijna iedereen onvermijdelijk een baan vinden. Desalniettemin is het belangrijk om te erkennen (al dan niet uit eigen ervaring) dat het werk waarvoor het minimumloon wordt betaald, vaak het werk is waar we het meest op rekenen.