De technologische vernieuwingen zorgen voor een ander type student, schrijft Han van der Maas. ‘Nog even en we verzinnen opdrachten gebruikmakend van ChatGPT die studenten met behulp van ChatGPT maken en die wij weer met ChatGPT nakijken.’
Wat willen we dat studenten nu eigenlijk wél leren? Met deze vraag eindigde ik een column over AI in januari 2023, een beetje een slap eind.
Deze vraag heeft een nieuwe lading gekregen met de ontwikkeling van ChatGPT en concurrenten, maar betreft veel meer gereedschappen, waaronder het internet zelf. Ondanks al deze vernieuwingen zijn de eindtermen van mijn opleiding, die ik zelf nog voor de opkomst van het internet volgde, nooit fundamenteel veranderd.
Relevant voor de beantwoording van deze vraag zijn de concepten ‘assisted’ of ‘augmented intelligence’, ik noem het gemakshalve IQ+. De operationele definitie is: je score op een IQ test met je telefoon erbij. Mijn IQ+ was tijdens mijn studie, ik deelde een draaischijftelefoon aan een snoer met andere studenten, niet opmerkelijk hoog maar is sindsdien almaar toegenomen. Met mijn eerste mobiel kon ik opeens ontzettend goed rekenen, mijn geheugen nam Wikipedia-achtige vormen aan en al snel kon ik foutloze Engelse zinnen produceren. Met ChatGPT kan ik mijn telefoon nu op alle onderdelen van de IQ-test loslaten. Mijn IQ+ valt inmiddels van de IQ schaal.
Sommige hulpmiddelen, zoals de rekenmachine, zijn slechts een tijdelijke toevoeging. Maar soms vloeit IQ+ over in IQ, bijvoorbeeld als ik leer van de ChatGPT antwoorden of als ik de opgezochte Wikipedia-informatie daadwerkelijk onthoud. Dit IQ, ik noem het IQ+-, is ook gestegen. Volgens mij is IQ+- gewoon weer het IQ maar daar denken veel van mijn vakgenoten anders over, die geloven in ‘ware’ intelligentie.
Docenten hebben nu veel te maken met de student+, met name wanneer we zonder toezicht toetsen. Om het studiesucces te bevorderen geven we studenten tegenwoordig allerlei tussentijdse opdrachten die ze thuis mogen maken. Nog even en we verzinnen opdrachten gebruikmakend van ChatGPT die studenten met behulp van ChatGPT maken en die wij weer met ChatGPT nakijken. Ook bachelor- en mastertheses, en andere individuele verslagen, zijn het werk van de student+. Dat was al lange tijd een probleem, denk aan de hulp van hoogopgeleide ouders en de welig tierende maar dure scriptiebureaus. In die zin creëert ChatGPT wel gelijke kansen. Voor nog geen euro per dag kun je je hoogopgeleide ouders de deur uit doen.
Als het gaat om toetsing kunnen we dit niet langer negeren: ofwel we accepteren de student+ die in een namiddag een lezenswaardig essay over een willekeurig onderwerp produceert, of we gaan terug naar heel ouderwetse toetsvormen, zoals het mondeling examen.
Ik zie wel wat in het ouderwetse essay onder toezicht aan het eind van elk studiejaar. De student, dus niet de student+, krijgt vijf uur om een wetenschappelijk artikel te lezen en er ter plekke een essay over te schrijven. In het eerste jaar mag dit een samenvatting zijn, maar uiteindelijk verwachten we een goed geschreven kritische analyse van het wetenschappelijk werk. Het hele jaar heeft de student met AI-tools kunnen oefenen en kunnen leren en daarvan wordt in dat essay het bewijs geleverd. We toetsen de student+-.
We kunnen ook een tweede sessie van vijf uur houden waarin de student+, met telefoon dus, eenzelfde essay als toets krijgt. De gemiddelde werkgever wil immers vooral weten wat de student+ kan. Dat ik ChatGPT gebruik in mijn onderzoek interesseert de UvA niet, als ik maar de wetenschap vooruitbreng.
De toetsing moet dus radicaal anders. Het becijferen van werk dat niet onder toezicht gemaakt is, kunnen we beter afschaffen (en ons beperken tot voldaan of niet voldaan). Het werk dient slechts ter voorbereiding op de echte toets in de ouderwetse examenhal. De student+- laat daar zien wat AI ons nu echt gebracht heeft in termen van verbeterd leren. Ik denk dat de eindtermen fors omhoog kunnen. De moderne student heeft toegang tot de beste colleges ooit, de beste vraagbaak ooit, het beste oefenmateriaal ooit, kan programmeren in willekeurig welke programmeertaal, etc. Wat willen we dat studenten nu eigenlijk wél leren? Meer en beter. De lat kan omhoog!